Regeling vervallen per 25-05-2016

Verordening ruimte- en inrichtings-eisen peuterspeelzalen gemeente Doesburg 2012

Geldend van 27-10-2012 t/m 24-05-2016

Intitulé

de Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Doesburg 2012

De raad van de gemeente Doesburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28-08-2012;

gehoord de commissie Maatschappelijke ondersteuning van 11-09-2012;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

overwegende dat het gewenst is in aanvulling op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen nadere eisen te stellen aan de inrichting van peuterspeelzalen;

besluit:

de Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen

gemeente Doesburg 2012

vast te stellen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder peuterspeelzaal hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Groepspeelruimte

  • 1. In een peuterspeelzaal is voor ieder kind minimaal 3,5 m2 bruto-oppervlakte aan groepsspeelruimte beschikbaar.

  • 2. Elke ruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Artikel 3 Buitenspeelruimte

  • 1. De peuterspeelzaal beschikt over aangrenzende buitenspeelruimte.

  • 2. De buitenspeelruimte voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar;

    • b.

      een oppervlakte van minimaal 3 m2 bruto-oppervlakte speelruimte per aanwezig kind;

    • c.

      ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Artikel 4 Aanwijzing toezichthouders

  • 1. Burgemeester en wethouders zien toe op de naleving van de bij deze verordening gestelde regels.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen de directeur van de GGD aan als toezichthouder.

Artikel 5 Onderzoek door de toezichthouder

  • 1. De toezichthouder onderzoekt na een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de instandhouding redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

  • 2. Onverminderd het eerste lid onderzoekt de toezichthouder jaarlijks of de exploitatie van een peuterspeelzaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften uit deze verordening.

  • 3. Naast het onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan de toezichthouder incidenteel onderzoek verrichten naar de naleving van de bij deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 6 Vastleggen onderzoeksresultaten

  • 1. De toezichthouder legt zijn oordeel naar aanleiding van een onderzoek bij een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 5,vast in een inspectierapport.

  • 2. Indien de toezichthouder oordeelt dat door de houder de bij of krachtens artikel 2 en 3 gegeven voorschriften niet zijn of zullen worden nageleefd, vermeldt hij dat in het rapport.

  • 3. Alvorens het rapport vast te stellen, stelt de toezichthouder de houder in de gelegenheid van het ontwerprapport kennis te nemen en daarover zijn zienswijze kenbaar te maken. De toezichthouder vermeldt de zienswijze van de houder in een bijlage bij het rapport.

  • 4. De toezichthouder zendt het inspectierapport onverwijld aan de houder, die een afschrift daarvan zo spoedig mogelijk ter inzage legt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

  • 5. De toezichthouder maakt het inspectierapport uiterlijk drie weken na de vaststelling daarvan openbaar.

  • 6. De toezichthouder stelt burgemeester en wethouders in kennis van de vaststelling van het rapport.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2 en 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van kwalitatief verantwoorde opvang voor kinderen in een peuterspeelzaal leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8 Intrekking voorgaande regeling en inwerkingtreding

  • 1. De deelverordening Peuterspeelzaalwerk wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Doesburg 2012.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 27 september 2012.
De griffier,
J.B. Voorhof
De voorzitter,
drs. C.J.G. Luesink

Raadsbesluit

Toelcihting verordening