Regeling vervallen per 28-11-2023

Verordening paracommercie enoverige bijzondere bepalingen uit de Drank- en Horecawet

Geldend van 01-01-2014 t/m 27-11-2023

Intitulé

Verordening paracommercie enoverige bijzondere bepalingen uit de Drank- en Horecawet

De raad van de gemeente Doesburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2013;

gehoord de commissie Besturus- en Organisatiezaken van 14 november 2013 en 4 december 2013;

gelet op artikel 147 Gemeentewet en de artikelen 4 en 25a van de Drank- en Horecawet;

overwegende dat het wettelijk verplicht is per 1 januari 2014 een paracommerciële verordening vastgesteld te hebben;

besluit

vast te stellen de Paracommerciële verordening Doesburg 2014 onder gelijktijdige intrekking van de Drank- en horecaverordening gemeente Doesburg 1995.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit artikel 1 van de Drank- en Horecawet zijn op deze verordening van toepassing.

Artikel 2 Ontheffingsregeling

  • 1. Aan een ontheffing ingevolge deze verordening kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 2. Een ontheffing wordt in ieder geval geweigerd indien:

    a. de aanvrager niet beschikt over een rechtsgeldige drank- en horecavergunning;

    b. de ontheffing in strijd is met het geldende bestemmingsplan;

    c. er vrees bestaat voor verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

    d. er vrees bestaat voor nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat;

    e. de ontheffing zou leiden tot onevenredige concurrentie door een paracommerciële rechtspersoon ten opzichte van reguliere horeca.

  • 3. Een ingevolge deze verordening verleende ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd, indien:

    a. ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    b. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en/of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    c. op grond van veranderde wetgeving, omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

    d. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een redelijke termijn. Deze termijn bedraagt in ieder geval zes maanden;

    e. de ontheffing in strijd met een wettelijk voorschrift is verleend;

    f. indien de houder van de ontheffing hierom verzoekt.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op een ontheffingsaanvraag als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 2 Paracommerciële bepalingen

Artikel 3 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen

  • 1. Een paracommerciële rechtspersoon kan alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken gedurende één uur voor aanvang tot en met één uur na beëindiging van een activiteit, die blijkens de statutaire doelstelling door de rechtspersoon kan worden georganiseerd.

  • 2. Het is een paracommerciële rechtspersoon in ieder geval verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken na 24:00 uur.

  • 3. De burgemeester kan op schriftelijke aanvraag ontheffing verlenen van de in dit artikel gestelde schenktijden.

Artikel 4 Bijeenkomsten paracommerciële rechtspersonen

  • 1. In de inrichting van een paracommerciële rechtspersoon mogen geen bijeenkomsten van persoonlijke aard worden gehouden.

  • 2. In de inrichting van een paracommerciële rechtspersoon mogen geen bijeenkomsten worden gehouden die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.

  • 3. De burgemeester kan op schriftelijke aanvraag ontheffing verlenen van de in dit artikel gestelde verboden.

Hoofdstuk 3 Bijzondere bepalingen uit de Drank- en Horecawet

Artikel 5 Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven

  • 1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken in een inrichting:

    a. waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren worden verkocht;

    b. waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

    c. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of –instellingen;

    d. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of –instellingen;

    e. die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;

    f. die gelegen is op een terrein, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als kampeer- of caravanterrein.

  • 2. De burgemeester kan op schriftelijke aanvraag ontheffing verlenen van de in dit artikel gestelde verboden.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 6 Overgangsrecht

  • 1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, vervallen voor paracommerciële inrichtingen de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip aan de vergunning verbonden waren. Vanaf die datum gelden de voorschriften en beperkingen uit deze verordening.

  • 2. Ontheffingen die op grond van artikel 2.4 van de Drank- en horecaverordening gemeente Doesburg 1995 zijn verleend, worden geacht te zijn verleend op grond van artikel 5 van deze verordening.

  • 3. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om eenontheffing of vergunning is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop dezeverordening toegepast.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Paracommerciële verordening Doesburg 2014’.

ARTIKEL II Inwerkingtreding verordening

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.

ARTIKEL III

Intrekking oude verordening

De Drank- en Horecaverordening gemeente Doesburg 1995 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 19 december 2013.
De griffier,
J.B. Voorhof
De voorzitter,
drs. C.J.G. Luesink