Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Doesburg 2014.

Geldend van 22-04-2015 t/m heden

Intitulé

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Doesburg 2014.

Nadeelcompensatie bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen.

Het college van de gemeente Doesburg (voorts “college”),

Overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen met het oog op een zorgvuldige afdoening van eventuele aanvragen voor nadeelcompensatie als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Doesburg 2012 (hierna aan te duiden als: “de AVOI”);

Gelet op artikel 3 en artikel 10, lid 2 van de AVOI alsmede artikel 3:4, lid 2 en het bepaalde in Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Vast te stellen de volgende:

Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het verplaatsen op verzoek van de gemeente of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van in de openbare ruimte aanwezige kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen (met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet).

Hoofdstuk 1 Algemeen

Paragraaf 1.1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

De begripsbepalingen van de AVOI zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken door het bepaalde in artikel 2.

Artikel 2

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    instemmingsbesluit: een instemmingsbesluit als bedoeld in artikel 4 van de AVOI;

  • b)

    vergunning: een vergunning die voor het in werking treden van de AVOI is verleend;

  • c)

    kabel(s) en/of leiding(en): kabel(s) en/of leiding(en) als bedoeld in de AVOI, met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

  • d)

    aanwijzing: het verzoek van de gemeente zoals bedoeld in artikel 10, lid 2 onder a van de AVOI;

  • e)

    nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen: het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen;

  • f)

    aanvraag: een aanvraag voor het nemen van een besluit aangaande nadeelcompensatie;

  • g)

    netbeheerder: netbeheerder als bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de AVOI;

  • h)

    natte infrastructuur: kabels en/of leidingen die in waterwegen en dijken liggen, voor wat betreft de laatste slechts voor zover het gaat om (de aanleg van of wijziging aan) de dijk als waterkeringwerk;

  • i)

    droge infrastructuur: kabels en/of leidingen die niet aan voldoen aan de definitie van natte infrastructuur;

  • j)

    schadebedrag: financieel nadeel dat de netbeheerder lijdt als gevolg van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente (inclusief eventueel door belanghebbende aan derden verschuldigde BTW);

  • k)

    nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan de netbeheerder;

  • l)

    openbare ruimte: openbare gronden als bedoeld in artikel 1, onderdeel f van de AVOI.

Artikel 3

Ongeacht de aanwijzing van de gemeente, is voor de uitvoering van werken en werkzaamheden als bedoeld in deze regeling, gelet op het bepaalde in artikel 4 van de AVOI, een voorafgaand instemmingsbesluit vereist.

Hoofdstuk 2 Nadeelcompensatie

Paragraaf 2.1. Nadeelcompensatie algemeen

Artikel 4

Indien een netbeheerder, zoals bedoeld in artikel 10 van de AVOI, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe.

Artikel 5

Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 2 van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit en in bedrijf stellen, ontwerp & begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.

Paragraaf 2.2. Nadeelcompensatie voor het geval de kabel en/of leiding van de netbeheerder ligt in openbare ruimte ( met instemming of vergunning )

Artikel 6

Indien de netbeheerder binnen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van het instemmingsbesluit of vergunning maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag. Dit geldt zowel voor natte als droge infrastructuur.

Artikel 7

Voor droge infrastructuur geldt dat indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van het betrokken instemmingsbesluit of vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0% vanaf het 16e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

Voor natte infrastructuur geldt dat indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing in de periode gelegen vanaf vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van het betrokken instemmingsbesluit of vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0% vanaf het 31e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 3. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

Artikel 8

Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing na vijftien jaar (droge infrastructuur) cq. dertig jaar (natte infrastructuur), gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van het instemmingsbesluit of vergunning, wordt er geen nadeelcompensatie uitgekeerd.

Paragraaf 2.3. Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de netbeheerder niet ligt in openbare ruimte ( zonder instemming of vergunning )

Artikel 9

De nadeelcompensatie bedraagt 100% van het schadebedrag (zie bijlage 4), indien:

  • a)

    de kabel en/of leiding van de netbeheerder is gelegen in of op de grond die hem krachtens het eigendomsrecht toebehoort, of;

  • b)

    de kabel en/of leiding ligt op basis van een zakelijk recht of;

  • c)

    op de kabel en/of leiding een gedoogplicht conform de Belemmeringenwet Privaatrecht rust.

Artikel 10

Rusten op de kabel en/of leiding van de netbeheerder geen van de rechten bedoeld in artikel 9, dan is het bedrag van de nadeelcompensatie gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten (zie bijlage 5). De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

Paragraaf 2.4. Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Artikel 11

Het college en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

Artikel 12

Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netbeheerder moet blijven dan uit de toepassing van de paragrafen 2.2. of 2.3. voortvloeit, kan het college van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.

Artikel 13

Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen ten aanzien van dezelfde kabel en/of leiding, is op de eerste tijdelijke maatregel deze regeling (zoals aangegeven inparagraaf 2.2) van toepassing en komen de kosten van de overige maatregelen ten laste van de gemeente.

Artikel 14

Geen nadeelcompensatie vindt plaats als in het instemmingsbesluit of vergunning een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van het instemmingsbesluit of vergunning, het nemen van maatregelen ten aanzien van de desbetreffende kabel en/of leiding is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin, of waarop de kabel en/of leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing als bedoeld in artikel 17 van deze regeling wordt gegeven.

Artikel 15

Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode bedoeld in artikel 14 dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in de paragrafen 2.2. of 2.3. van deze regeling is opgenomen.

Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard

Paragraaf 3.1. Vooroverleg

Artikel 16

Het college streeft naar overeenstemming met de netbeheerder over het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met de netbeheerder.

Artikel 17

Het college neemt het besluit tot een schriftelijke aanwijzing voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, op grond van artikel 10, lid 2 sub a van de AVOI, zo mogelijk op basis van overeenstemming zoals bereikt in het vooroverleg, als bedoeld in artikel 16. In het besluit is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van het nemen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. Indien sprake is van aanwezige kabels en/of leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden zal de netbeheerder de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die kabels en/of leidingen te vervangen of te verwijderen.

Paragraaf 3.2. Verzoek om vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 18

  • a)

    De netbeheerder dient bij het indienen van een verzoek aan te tonen op welke datum instemmingsbesluit of vergunning is verleend voor het aanleggen van de desbetreffende kabel en/of leiding.

  • b)

    Indien niet kan worden aangetoond op welke datum instemmingsbesluit of vergunning is verleend dan wel op welke datum het leggen is aangevangen, wordt ervan uit gegaan dat de betreffende kabel en/of leiding langer dan vijftien jaar (droge infrastructuur) cq. dertig jaar (natte infrastructuur) aanwezig is.

Artikel 19

De netbeheerder dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een termijn van vijf jaar nadat hij een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen bij het college een verzoek in om vaststelling van nadeelcompensatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier, opgenomen in bijlage 1.

Artikel 20

Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene Wet Bestuursrecht, ten minste:

  • a)

    een verwijzing naar de aanwijzing van het college aan de netbeheerder tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen;

  • b)

    een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag aan de hand van het model opgenomen in bijlage 1;

  • c)

    de hoogte van de nadeelcompensatie waarop de netbeheerder aanspraak maakt.

Paragraaf 3.3. Besluit vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 21

  • 1.

    Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:

    • a)

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 19;

    • b)

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de netbeheerder in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan netbeheerder;

    • c)

      om het verzoek om nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

    • d)

      om het verzoek af te wijzen.

  • 2.

    Het college kan deze termijn eenmalig met acht weken verdagen.

Paragraaf 3.4. Betaling nadeelcompensatie

Artikel 22

  • 1.

    Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs zal het schadebedrag na vaststelling van de nadeelcompensatie en gereedkomen van de werkzaamheden worden overgemaakt.

  • 2.

    Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van voor- en nacalculatie zal na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie het schadebedrag worden overgemaakt.

Hoofdstuk 4 Kostentechnische bepalingen

Paragraaf 4.1. Algemeen

Artikel 23

De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van werkelijke kosten voor het nemen van de maatregelen. De kosten worden onderscheiden in:

  • -

    kosten van ontwerp en begeleiding;

  • -

    kosten van uit en in bedrijfstellen;

  • -

    kosten van uitvoering;

  • -

    kosten van materiaal.

Paragraaf 4.2. Kosten van ontwerp en begeleiding

Artikel 24

  • 1.

    Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van:

  • -

    overleg en correspondentie;

  • -

    directievoering en toezicht houden;

  • -

    detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • -

    verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • -

    juridisch vrij maken van tracé;

  • -

    kosten ten behoeve van aanbesteden werk;

  • -

    kosten van benodigde instemmingsbesluiten en leges.

  • 2.

    Voor de kosten van ontwerp en begeleiding hanteert het college redelijkerwijs een vast percentage van de totale kosten van uit en in bedrijf stellen, uitvoering en materiaal zoals genoemd in artikel 25, artikel 26 en artikel 27

  • 3.

    Het college hanteert de volgende vaste percentages:

Projectkosten van de posten zoals bedoeld in artikel 25, 26 en 27

Vast % voor kostenposten ontwerp en begeleiding

Tot en met € 20.000,-

20%

Boven € 20.000,-

15%

Paragraaf 4.3. Kosten van uit en in bedrijfstellen

Artikel 25

Onder de kosten van het uit en in bedrijfstellen worden verstaan:

  • -

    kosten van het spannings- of productloos maken van de kabel en/of leiding alsmede de kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel en/of leiding;

  • -

    kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard rechtstreeks verband houdende met het uit- en in bedrijfstellen.

Paragraaf 4.4. Uitvoeringskosten

Artikel 26

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • -

    kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • -

    kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten kabels en/of leidingen;

  • -

    kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • -

    kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard.

Paragraaf 4.5. Materiaalkosten

Artikel 27

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de kabel en/of leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

Paragraaf 4.6. Bundeling werkzaamheden

Artikel 28

Indien sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netbeheerders geeft de netbeheerder die een aanvraag heeft ingediend, het college inzicht in de verdeling van het gezamenlijke financiële nadeel.

Hoofdstuk 5 Overige en slotbepalingen

Artikel 29

  • 1. Deze regeling is van toepassing op werken en werkzaamheden waarover op het moment van in werking treden nog geen overeenkomsten zijn aangegaan tussen de gemeente en belanghebbende.

  • 2. Deze regeling is niet van toepassing op het gemeentelijke rioleringsnet.

Artikel 30

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 31

De regeling wordt aangehaald als: Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Doesburg 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 oktober 2014.
De Secretaris,
De Burgemeester,

Bijlagen 1 tot en met 5

Toelichting nadeelcompensatieregelingt Doesburg 2014