Regeling vervallen per 01-06-2016

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2016

Geldend van 31-12-2015 t/m 31-05-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2016

12m

De raad van de gemeente Doesburg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2015;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

besluit

 

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

haven:

de havens die in eigendom, beheer of gebruik zijn bij de gemeente

b.

kaden:

de bij de haven behorende, voor de openbare dienst bestemde kaden en wallen van de gemeente voor de opslag van geloste of ter inlading aangevoerde zaken;

c.

vaartuig:

elk voorwerp, dienende tot vervoer te water, met inbegrip van lichterschepen, vlotten, botenhuizen en woonschepen;

d.

schipper:

hij/zij die aan boord van enig vaartuig het gezag voert of feitelijk met de uitvoering daarvan belast is;

e.

waterverplaatsing:

de in volumen uitgedrukte waterverplaatsing van een vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking bij ledige toestand;

f.

lengte:

de afstand, gemeten tussen voorsteven en achtersteven, met inbegrip van uitstekende delen van het vaartuig;

g.

breedte:

de afstand op het grootspant, met inbegrip van uitstekende delen van het vaartuig;

h.

havenmeester:

de ambtenaar aan wie het toezicht op de haven en de kaden is opgedragen of diens plaatsvervanger;

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam haven- en kadegeld wordt een recht geheven voor het gebruik maken van de haven en/ of kade overeenkomstig de bestemming daarvan en/of het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

  • 2. Onder de naam liggeld wordt een recht geheven voor het hebben van voorwerpen op of boven de kade.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het haven- en kadegeld wordt geheven van de gezagvoerder van het vaartuig.

  • 2. Het liggeld wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft op of boven de kade, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen op of boven de kade worden aangetroffen.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. rijksvaartuigen, uitsluitend bestemd voor de openbare dienst;

  • 2. hospitaalschepen en oorlogsschepen;

  • 3. bij vaartuigen behorende roeiboten;

  • 4. vaartuigen, waarvan de schippers aantonen dat zij wegens ernstige familieomstandigheden of om redenen van overmacht van de haven gebruik moeten maken, mits niet wordt geladen en/of gelost;

  • 5. vaartuigen die ten gevolge van ijsgang of weersgesteldheden hun reis niet kunnen vervolgen, tenzij niet wordt geladen of gelost;

  • 6. vaartuigen, waarvoor niet langer dan drie achtereenvolgende uren gebruik wordt gemaakt van een speciaal daartoe door de havenmeester aan te wijzen ligplaats, mits deze uitsluitend wordt benut om in de gemeente inkopen te doen of zaken te behandelen, daaronder niet begrepen het laden of lossen van goederen en/of het in- en ontschepen van passagiers, behoudens die, behorende tot het gezin van de schipper of diens bemanning;

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemd tijdvak, eenheid of afmeting voor een geheel gerekend.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van gedagtekende nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag wordt vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De rechten die per keer worden geheven zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 2. De rechten die per tijdvak worden gegeven zijn verschuldigd bij de aanvang van het tijdvak.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten moeten worden voldaan op het moment van aanbieding van de nota of de andere schriftuur.

  • 2. Indien de nota of de andere schriftuur wordt toegezonden, dient het verschuldigde te worden betaald binnen 14 dagen na dagtekening van de nota of de andere schriftuur.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van scheepvaartrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van scheepvaartrechten.

Artikel 11 Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en invordering van scheepvaartrechten 2015 van 18 december 2014, nummer 11k, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening scheepvaartrechten 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2015.
De griffier,
J.B. Voorhof
De voorzitter,
G.H.W. Noordewier

Scheepvaartrechten tarieventabel 2016