Regeling vervallen per 31-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010

De raad van de gemeente Doesburg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2009;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

besluit

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer (Stb. 1994,80).

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeelt al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor belastingbedragen tot € 5,00, bij wege van aanslag geheven, vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1, 1.2.1.1 en 1.3.1.2 van de tarieventabel die per belastingtijdvak wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan de helft van het kalenderjaar. Het eerste belastingtijdvak is dat van 1 januari tot en met 30 juni, het tweede belastingtijdvak is dat van 1 juli tot en met 31 december.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in de tarieventabel, met uitzondering van de onderdelen 1.2.3 en 1.2.4, wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting bedoeld in de tarieventabel, onderdelen 1.2.3 en 1.2.4 wordt geheven bij wege van een gedagtekende (schriftelijke) kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1 en 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de belasting verschuldigd voor zoveel zesde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel zesde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. De belasting bedoeld in de onderdelen 1.2.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 6. De belasting als bedoeld in onderdeel 1.2.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening. Hierbij wordt per belastingtijdvak een definitieve aanslag opgelegd, waarbij wordt uitgegaan van het aantal ledigingen van de duobakken over dat belastingtijdvak.

Artikel 6a Dispensatie

Aan belastingplichtigen die door hun medische gesteldheid niet in staat zijn de afvalstroom te beperken kan, na een schriftelijk verzoek, een dispensatie worden verleend voor het aantal ledigingen, gezien over twee belastingtijdvakken, dat:

  • 1.

    de 32 ledigingen te boven gaat bij een duobak;

  • 2.

    de 96 ledigingen te boven gaat bij een ondergrondse verzamelcontainer, met een maximum dispensatie van 60 ledigingen.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. Indien door de belastingplichtige toestemming is verleend voor automatische incasso, worden de aanslagen ingevorderd in vijf gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van het in het eerste en tweede lid gestelde zijn aanslagen met een bedrag van minder dan € 30,00 en meer dan € 1.750,00 invorderbaar in één termijn die vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

  • 6. De gedagtekende (schriftelijke) kennisgeving moet worden betaald:

    • a.

      indien mondeling gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      indien schriftelijk gedaan: binnen veertien dagen na dagtekening van deze kennisgeving.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten 2009”, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2008, nummer 2a, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan de in lid 3 genoemde datum.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2010".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 5 november 2009.
 
De griffier,                                          De voorzitter,
W. Stoppels.                                       drs. C.J.G. Luesink.

Tarieventabel als bedoeld in artikel 3 van de "Verordening afvalstoffenheffing 2010".

1

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

1.1

Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing.

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingtijdvak

51,89

1.2

Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing.

1.2.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting per lediging van:

1.2.1.1

een 280 liter duobak

4,51

1.2.1.2

een 140 liter duobak

2,81

1.2.1.3

een 60 liter compartiment van een ondergrondse verzamelcontainer

1,36

1.2.1.4

een 40 liter citybin

1,03

1.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting voor:

1.2.2.1

het gebruik van meer dan één duobak, voor elke duobak meer, per belastingtijdvak

7,05

1.2.2.2

het gebruik van meer dan drie citybins, voor elke citybin meer, per belastingtijdvak

7,05

1.2.2.3

voor het op aanvraag omwisselen van een duobak, anders dan bij verhuizing of wijziging van de gezinssamenstelling, per keer

14,20

1.2.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1  bedraagt de belasting voor:

1.2.3.1

het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen, per aanvraag, met een maximum van één kubieke meter

22,40

1.2.3.2

het op aanvraag inzamelen van grof tuinafval per aanvraag met een maximum van twee kubieke meter

14,20

1.2.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting voor: het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen, met uitzondering van grof tuinafval, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats

1.2.4.1

niet gescheiden grof afval tot één kubieke meter

27,95

1.2.4.2

groenafval tot één kubieke meter

8,25

1.2.4.3

groenafval per zak (komo)

1,35

1.2.4.4

schoon puin en betonblokken tot één kubieke meter

17,00

1.2.4.5

asbest per vierkante meter

11,50

1.2.4.6

zand/grond (niet verontreinigd) tot één kubieke meter

11,50

1.2.4.7

teerhoudend afval tot één kubieke meter

27,95

1.2.4.8

geïmpregneerd hout per meter

8,25

1.2.4.9

diverse bouw- en sloophout tot één kubieke meter

17,00

1.2.4.10

isolatiemateriaal tot één kubieke meter

27,95

1.2.4.11

diverse niet verontreinigt bouwafval tot één kubieke meter

17,00

1.2.4.12

grof huishoudelijk afval tot één kubieke meter

17,00

1.2.4.13

grof huishoudelijk afval per zak (komo)

1,35

1.2.4.14

autoband personenauto met velg

5,45

1.2.4.15

autoband personenauto zonder velg

4,05

1.2.4.16

autoband vrachtwagen/tractorformaat zonder velg

22,45

1.2.4.17

vlakglas enkel per vierkante meter

2,75

1.2.4.18

vlakglas dubbel (thermopane) per vierkante meter

5,45

1.2.4.19

Flessenglas

0,00

1.2.4.20

Papier

0,00

1.2.4.21

Schroot

0,00

1.2.4.22

huishoudelijk chemisch afval

0,00

1.2.4.23

wit- en bruingoed (apparaten waar een stekker aan zit)

0,00

1.3

Maatstaven en -tarieven afvalstoffenheffing, bij gebruik verzamelcontainers.

1.3.1

In afwijking van het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen bij percelen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van de in de voorgaande onderdelen genoemde containers en het afval wordt aangeboden in verzamelcontainers, per perceel per belastingtijdvak

92,95