Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2017

De raad van de gemeente Doesburg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 december 2016;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet:

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van de toeristenbelasting 2017

Artikel 1 belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 vrijstelling

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

Artikel 4 maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel:

      tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • b.

      kampeerterrein:

      terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

    • c.

      standplaats:

      een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel.

    • d.

      vaartuig:

      een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

    • e.

      ligplaats:

      een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van eenzelfde vaartuig.

  • 2. Voor kampeermiddelen op standplaatsen en voor vaartuigen op ligplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.

  • 3. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op standplaatsen wordt per standplaats

    • a.

      het aantal personen gesteld op 2,7

    • b.

      het aantal overnachtingen gesteld op 55

  • 4. Bij de forfaitaire berekening voor vaartuigen op ligplaatsen wordt per standplaats

    • a.

      het aantal personen gesteld op 2,7

    • b.

      het aantal overnachtingen gesteld op 50

  • 5. Bij de forfaitaire berekening voor kampeerauto’s op de locatie Turfhaven, wordt: per kampeerauto

    • a.

      het aantal personen gesteld op 2

    • b.

      het aantal overnachtingen is het werkelijk aantal overnachtingen

Artikel 6 belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,25.

Artikel 7 belastingjaar

Het belastingtijdjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

Artikel 10 termijn van betaling

Artikel 11 nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en invordering van een toeristenbelasting 2016 van 17 december 2015, nummer 12n, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 15 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

22 december 2016.

De griffier,
J.B. Voorhof
De voorzitter,
drs. L.W.C.M. van der Meijs