Regeling vervallen per 01-03-2012

Verordening fractieondersteuning 2010

Geldend van 09-12-2011 t/m 29-02-2012

Intitulé

Verordening fractieondersteuning 2010

De raad van de gemeente Doetinchem;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2010 over de Verordening fractieondersteuning 2010 en met overneming van de in dat voorstel beschreven overwegingen;

gelet op de artikelen 33, derde lid, 107a en 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening fractieondersteuning 2010

HOOFDSTUK 1 - AMBTELIJKE BIJSTAND

Artikel 1 Verzoek om informatie

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de behandelend ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt door een ambtenaar gegeven.

  • 3. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De gemeentesecretaris neemt het besluit.

Artikel 2 Verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1. Een ambtenaar verleent ambtelijke bijstand aan een raadslid, tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden.

  • 2. De gemeentesecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de gemeentesecretaris dit met redenen omkleed mee aan de raadsgriffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

  • 4. De gemeentesecretaris verstrekt de betreffende portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek.

HOOFDSTUK 2 - INSTRUCTIE GRIFFIER

Artikel 3 Ondersteuning en informatie

  • 1. De raadsgriffier draagt zorg voor een doelmatige ondersteuning van de raad en zijn leden.

  • 2. Hij draagt er desgevraagd of uit eigen beweging zorg voor dat de leden van de raad de informatie wordt verstrekt die zij behoeven. De informatie wordt digitaal, mondeling, door inzage of in de vorm van een uittreksel of kopie verstrekt, waarbij zoveel mogelijk met de wens van de leden rekening wordt gehouden.

  • 3. De raadsgriffier zorgt ervoor dat de leden van de raad desgevraagd de nodige bijstand krijgen bij het formuleren van moties, amendementen en voorstellen, het voorbereiden van interpellaties en overige in de wet en in het Reglement van Orde van de raad voorziene bevoegdheden en initiatieven van de raadsleden.

Artikel 4 Voorbereiding vergaderingen raad

  • 1. De raadsgriffier is aanwezig bij de vergaderingen en andere activiteiten van de raad en draagt zorg voor een goede logistieke, procedurele en procesmatige voorbereiding van de vergaderingen van de raad.

  • 2. Hij draagt zorg voor een gedegen en tijdige advisering aan de raad. Zo nodig adviseert de griffier de raad ten behoeve van de door de raad te nemen besluiten.

  • 3. Hij is verantwoordelijk voor een snel en adequaat verloop van voor het proces van besluitvorming noodzakelijke procedures.

  • 4. Hij draagt zorg voor het toetsen van de compleetheid van vergaderstukken en bewaakt de in het Reglement van Orde gestelde termijnen.

  • 5. Hij draagt zorg voor het beheer van de raadsagenda.

Artikel 5 Ondersteuning presidium

De raadsgriffier draagt zorg voor de voorbereiding van de vergaderingen van het presidium, doet behandelvoorstellen voor geagendeerde onderwerpen, zorgt voor verslaglegging en coördineert het vervolg op gemaakte afspraken.

Artikel 6 Ondersteuning onderzoekscommissies

  • 1. Indien de raad een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a van de Gemeentewet instelt, ondersteunt de raadsgriffier of een onder zijn verantwoordelijkheid functionerende griffie-medewerker deze commissie.

  • 2. Indien een andere commissie van de raad wordt ingesteld als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, draagt de griffier zorg voor de ambtelijke ondersteuning vanuit de raadsgriffie en/of de ambtelijke organisatie.

Artikel 7 Ambtelijke ondersteuning

De raadsgriffier draagt er, zo nodig in samenwerking met de gemeentesecretaris, zorg voor dat de leden van de raad desgevraagd ambtelijke bijstand krijgen. Voorschriften hierover staan in hoofdstuk 1.

Artikel 8 Verantwoordelijkheid voor het werk van de raadsgriffie

  • 1. De raadsgriffier geeft leiding aan de griffie.

  • 2. Hij heeft de verantwoordelijkheid voor:

    • a.

      de kwaliteit van de advisering en ondersteuning door de bij de griffie werkzame medewerkers;

    • b.

      de bewaking van de eenheid in de uitoefening van de taken van de griffie;

    • c.

      de begeleiding en ontwikkeling van de griffiemedewerkers en voert daartoe voortgangs- en functioneringsgesprekken;

    • d.

      het beheer van de aan de griffie en de gemeenteraad op basis van de begroting toegedeelde budgetten.

Artikel 9 Afwezigheid en plaatsvervanging

  • 1. Indien de raadsgriffier meer dan twee weken verhinderd is zijn ambt te vervullen, doet hij hiervan tijdig mededeling aan de voorzitter van de raad.

  • 2. De plaatsvervangend griffier treedt in alle bevoegdheden van de raadsgriffier bij diens vervanging.

HOOFDSTUK 3 - FRACTIEONDERSTEUNING

Artikel 10 Recht op financiële vergoeding

  • 1. De fracties in de gemeenteraad ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 50,- voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 50,- per raadszetel en bij eenmansfracties hetzelfde bedrag voor de opvolger, als bedoeld in artikel 18 van deze verordening.

Artikel 11 Besteding financiële vergoeding

  • 1. Fracties besteden de bijdragen om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdragen mogen niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven die bestreden dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raadsleden voor zover deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers.

  • 3. Elke fractie legt binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar aan de raad verant-woording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

Artikel 12 Voorschot bijdrage fractieondersteuning

  • 1. De bijdragen als bedoeld in artikel 12 worden vóór 31 januari van het betreffende kalenderjaar in de vorm van een voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2. De voorschotten worden verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld.

Artikel 13 Tijdstip verstrekken voorschot in verkiezingsjaar

In afwijking van het bepaalde in artikel 14 worden de voorschotten in een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden vóór 31 januari verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt, worden de voorschotten verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 14 Gevolgen splitsen fractie

  • 1. Bij afsplitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 12, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 2. Bij afsplitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid van artikel 12.

Artikel 15 Algemene subsidieverordening

De Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem is niet van toepassing.

HOOFDSTUK 4 - RAADSOPVOLGERS

Artikel 16 Begripsomschrijving

  • 1. Een opvolger is een persoon die staat vermeld op de kandidatenlijst van een in de raad vertegen-woordigde politieke groepering en als eerstvolgende op die kandidatenlijst in aanmerking komt om een vacature van die groepering in de raad te vervullen en voornemens is de benoeming daartoe te aanvaarden.

  • 2. Per groepering wordt één opvolger aangewezen.

  • 3. Voor de raadsopvolger gelden de eisen die de Gemeentewet stelt aan de benoeming van raadsleden.

Artikel 17 Rechten opvolger

  • 1. De rechten van een opvolger zijn:

    • a.

      toegang tot de fractiekamers;

    • b.

      toegang tot alle informatie die in de fractiekamers ten behoeve van raadsvergaderingen ter inzage liggen;

    • c.

      het bijwonen van besloten vergaderingen van de raad;

    • d.

      het bijwonen van alle informatieve bijeenkomsten van de raad;

    • e.

      het op eenzelfde wijze worden voorzien van informatie als de leden van de raad.

  • 2. Opvolgers als omschreven in artikel 16 van deze verordening mogen deelnemen aan de beeldvormende bijeenkomsten van de raad.

Artikel 18 Plichten opvolger

  • 1. De plichten van een opvolger zijn:

    • a.

      het geheimhouden van de inhoud van stukken die niet openbaar zijn of een besloten karakter dragen;

    • b.

      het in acht nemen van dezelfde zorgvuldigheid ten aanzien van raadsstukken zoals die ook van een raadslid wordt verwacht;

    • c.

      zich houden aan integriteitsregels die ook voor raadsleden gelden.

  • 2. Een opvolger is als zodanig in functie nadat deze ten overstaan van de voorzitter van de raad een verklaring heeft getekend waarin hij zich akkoord verklaart met de in artikel 20, lid 1 genoemde plichten.

  • 3. Als de opvolger zich niet houdt aan de plichten, zoals genoemd in artikel 20, lid 1, kan de raad hem zijn functie ontnemen.

HOOFDSTUK 5 – SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Inwerkingtreding; intrekking oude verordening

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2010.

Op die dag vervallen de Verordening op de bijstand aan de raad en instructie voor de griffier 2005 en de Verordening opvolgers 2005.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening fractieondersteuning 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 16 september 2010,

griffier
voorzitter