Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Doetinchem houdende belastingregels voor lijkbezorging Verordening lijkbezorgingsrechten 2017

Geldend van 29-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

De raad van de gemeente Doetinchem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 december 2016;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen:

    • -

      Begraafplaats Kommendijk: Kommendijk nabij 3, 7004 HH Doetinchem;

    • -

      Begraafplaats Loolaan: Loolaan 33a, 7009 BA Doetinchem;

    • -

      Begraafplaats Slangenburg: Nutselaer 4, 7004 HJ Doetinchem;

    • -

      Natuurbegraafplaats Slangenburg: Nutselaer 4, 7004 HJ Doetinchem;

  • b.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • e.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • f.

    onder ‘particulier graf’ wordt mede verstaan:

    • -

      particulier kindergraf;

    • -

      urnengraf;

  • g.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken tot de leeftijd van 13 jaar;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan iedereen de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i.

    urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of een urnengraf;

  • k.

    aanvrager: degene die, al dan niet door tussenkomst van een uitvaartverzorger, opdracht geeft voor een begrafenis en die om uitgifte van een graf (of urnengraf) verzoekt;

  • l.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf;

  • m.

    gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, sluitplaat of ander monument ter nagedachtenis aan een overledenen;

  • n.

    onderhoudsrecht: een verplichte bijdrage in het onderhoud van de begraafplaats voor alle rechthebbenden en gebruikers.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor de door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van overleden kinderen die met de overleden moeder in een kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten, genoemd in hoofdstuk 3, onderdeel 3.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

Artikel 9 Ontstaan van een belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten als bedoeld in de hoofdstukken 1, 2, 3.2, 4, 5, 6 en 7 van de tarieventabel worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt:

    • a.

      in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 25,- en niet meer is dan € 2500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

    • b.

      in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder of gelijk is aan € 25,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De Verordening lijkbezorgingsrechten 2016 van 17 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in de periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening lijkbezorgingsrechten 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 22 december 2016,
griffier voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2017

Hoofdstuk 1 - Verlenen van rechten

1.0

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt

geheven voor de aankoop van een kindergraf:

1.0.1

voor een periode van 10 jaar

195,55

1.0.2

voor een periode van 20 jaar

254,15

1.0.3

voor een periode van 30 jaar

305,10

1.0.4

voor een periode van 40 jaar

335,60

1.0.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.1,

1.0.2, 1.0.3 en 1.0.4 met 10 jaar wordt geheven:

1.0.5.1

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.1

173,55

1.0.5.2

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.2

86,75

1.0.5.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.3

52,10

1.0.5.4

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.4

34,70

1.0.5.5

voor volgende verlenging wordt geheven

34,70

1.0.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.1,

1.0.2, 1.0.3 en 1.0.4 met 20 jaar wordt geheven:

1.0.6.1

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.1

260,30

1.0.6.2

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.2

138,85

1.0.6.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.3

86,80

1.0.6.4

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.4

69,40

1.0.6.5

voor volgende verlenging wordt geheven

34,70

1.1

Voor de aankoop van een eenpersoonsgraf

1.1.1

voor een periode van 10 jaar

391,10

1.1.2

voor een periode van 20 jaar

508,30

1.1.3

voor een periode van 30 jaar

610,20

1.1.4

voor een periode van 40 jaar

671,20

1.1.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1,

1.1.2, 1.1.3 en 1.1.4 met 10 jaar wordt geheven:

1.1.5.1

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1

347,00

1.1.5.2

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.2

173,50

1.1.5.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.3

104,20

1.1.5.4

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.4

69,40

1.1.5.5

voor volgende verlenging wordt geheven

69,40

1.1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1,

1.1.2, 1.1.3 en 1.1.4 met 20 jaar wordt geheven:

1.1.6.1

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1

520,50

1.1.6.2

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.2

277,70

1.1.6.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.3

173,60

1.1.6.4

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.4

138,80

1.1.6.5

voor volgende verlenging wordt geheven

69,40

1.2

Voor de aankoop van een tweepersoonsgraf

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

1.016,60

1.2.2

voor een periode van 30 jaar

1.220,40

1.2.3

voor een periode van 40 jaar

1.342,40

1.2.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1,

1.2.2 en 1.2.3 met 10 jaar wordt geheven:

1.2.4.1

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1

347,00

1.2.4.2

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.2

208,40

1.2.4.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.3

138,80

1.2.4.4

voor volgende verlenging wordt geheven

138,80

1.2.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1,

1.2.2 en 1.2.3 met 20 jaar wordt geheven:

1.2.5.1

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1

555,40

1.2.5.2

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.2

347,20

1.2.5.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.3

277,60

1.2.5.4

voor volgende verlenging wordt geheven

138,80

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf en

een verstrooiingsplaats wordt geheven:

1.3.1

voor een periode van 10 jaar

391,10

1.3.2

voor een periode van 20 jaar

508,30

1.3.3

voor een periode van 30 jaar

610,20

1.3.4

voor een periode van 40 jaar

671,20

1.3.5

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1,

1.3.2, 1.3.3 en 1.3.4 met 10 jaar wordt geheven:

1.3.5.1

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1

347,00

1.3.5.2

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.2

173,50

1.3.5.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.3

104,20

1.3.5.4

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.4

69,40

1.3.5.5

voor volgende verlenging wordt geheven

69,40

1.3.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1,

1.3.2, 1.3.3 en 1.3.4 met 20 jaar wordt geheven:

1.3.6.1

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1

520,50

1.3.6.2

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.2

277,70

1.3.6.3

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.3

173,60

1.3.6.4

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.4

138,80

1.3.6.5

voor volgende verlenging wordt geheven

69,40

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een grafkelder

wordt geheven:

1.4.1

voor een periode van 20 jaar voor een grafkelder:

a.

bestemd voor één lijk

5.274,25

b.

bestemd voor twee lijken, boven elkaar te begraven

5.494,30

c.

bestemd voor twee lijken, naast elkaar te begraven

9.303,75

d.

bestemd voor vier lijken

11.783,35

1.4.2

voor een periode van 40 jaar voor een grafkelder:

a.

bestemd voor één lijk

6.019,15

b.

bestemd voor twee lijken, boven elkaar te begraven

6.194,15

c.

bestemd voor twee lijken, naast elkaar te begraven

10.768,50

d.

bestemd voor vier lijken

13.343,10

1.4.3

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4.1

en 1.4.2 met 10 jaar wordt geheven

554,95

1.4.3.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4.1

en 1.4.2 met 20 jaar wordt geheven

1.109,90

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf op de

natuurbegraafplaats wordt geheven:

1.5.1

 

voor een eeuwigdurend graf:

a.

voor een éénpersoonsgraf

€ 

2.765,65

b.

voor een tweepersoonsgraf

3.426,90

c.

voor een urnen bosgraf (1 x 1 m), maximaal 4 urnen

1.383,70

1.5.2

voor het verkrijgen van het uitsluitend recht op een boom op een

daarvoor aangewezen boomgraf op de natuurbegraafplaats

Slangenburg wordt geheven

475,00

1.5.3

voor het verkrijgen van het uitsluitend recht op een struik op een

daarvoor aangewezen graf op de natuurbegraafplaats

Slangenburg wordt geheven

71,25

Hoofdstuk 2 - Begraven, bijzetten, verstrooien

2.1

Voor het begraven van een lijk:

2.1.1

van een kind beneden 1 jaar wordt geheven

199,00

2.1.2

van een kind van 1 tot 13 jaar wordt geheven

398,00

2.1.3

van een persoon van 13 jaar of ouder wordt geheven

796,00

2.2

Voor het bijzetten van asbus of urn wordt geheven

105,00

2.3

Voor het verstrooien van as wordt geheven

105,00

2.4

Voor het begraven, bijzetten of verstrooien op de begraafplaatsen

anders dan tussen de daarvoor bij de Beheersverordening

begraafplaatsen Doetinchem 2017 vastgestelde tijdstippen

wordt het in dit hoofdstuk bedoelde bedrag verhoogd met 100%.

Hoofdstuk 3 - Onderhoud begraafplaatsen

3.1

Voor het onderhoud van de begraafplaatsen wordt per jaar

geheven:

voor een graf:

3.1.1

waarvoor het uitsluitend recht tot begraven is verleend voor

1 januari 1981 en welk recht nog niet is verlengd na 1 januari 1981,

een bedrag van

52,95

3.1.2

waarvoor het uitsluitend recht tot begraven is verleend na

31 december 1980:

3.1.2.1

voor een graf van een persoon tot 13 jaar

81,70

3.1.2.2

voor een graf van een persoon van 13 jaar of ouder

105,90

3.1.3

voor een urnengraf of particuliere verstrooiingsplaats

26,50

Afkoop onderhoud begraafplaatsen

3.2

De rechten als bedoeld hoofdstuk 3 kunnen worden afgekocht door betaling

ineens van een som, gelijk aan de contante waarde van de rechten over het

tijdvak, waarop de afkoop betrekking heeft.

Voor de berekening van de contante waarde wordt uitgegaan van een

rentevoet van 4,5% per jaar en een betaling op uiterlijk het tijdstip waarop

de afkoop ingaat.

Hoofdstuk 4 - Opgraven, ruimen

4.1

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven

754,90

4.2

Voor het ruimen of schudden van een graf op verzoek van de

rechthebbende per stoffelijk overschot wordt geheven

754,90

4.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt

een bedrag geheven als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze tabel.

Hoofdstuk 5 - Plaatsen gedenkteken

5.1

Voor het afgeven van de vergunning tot het plaatsen of vernieuwen

van een gedenkteken op graven wordt geheven

97,95

Hoofdstuk 6 - Overschrijven

6.1

Voor het inschrijven of overschrijven van een rechthebbende in

het daartoe bestemde register wordt van de aanvrager geheven

5,55

Hoofdstuk 7 - Diversen

7.1

Voor het op verzoek schoonmaken van een graf en de daarop

aanwezige grafbedekking, wordt per schoonmaak geheven

26,20

Behorende bij raadsbesluit van 22 december 2016

Mij bekend,

de griffier