Regeling vervallen per 21-04-2016

Verordening op de rekenkamercommissie

Geldend van 01-03-2010 t/m 20-04-2016

Intitulé

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE

De raad van de gemeente Doetinchem;

gelet op de artikelen 81o, 182, 183, 184, 185 en 81oa van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van 27 januari 2010;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: gemeentelijke rekenkamercommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • c.

    raad: gemeenteraad;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit drie externe leden.

  • 3. Ze is bevoegd onderzoek te doen bij verbonden partijen waarvoor de verantwoordelijkheid voor de (publieke) taak bij het gemeentebestuur berust, met inachtneming van het bepaalde in artikel 184 van de Gemeentewet.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de commissie.

  • 2. De zittingstermijn van de leden is zes jaar.

  • 3. De commissie benoemt de voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij zijn ontstentenis treedt het langstzittende lid op als voorzitter, dan wel als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 4 Eed of belofte

Op de leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Beëindiging lidmaatschap

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel dat dan een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      wanneer het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • f.

      na afloop van de zittingstermijn van zes jaar.

  • 3. De rekenkamer stelt een rooster van aftreden op.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1. Een medewerker van de griffie is ambtelijk secretaris van de commissie.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, de correspondentie en de vorming van dossiers.

  • 4. De secretaris legt verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop werkzaamheden voor de commissie zijn uitgevoerd.

Artikel 7 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet stuurt de commissie ter kennisneming aan de raad.

  • 3. De raad (of een inwoner via de raad) kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad gemotiveerd in hoeverre zij aan dat verzoek voldoet.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. Zij beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. Zij is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. Zij vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als niet-openbaar aanmerken.

  • 6. Zij kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. Zij stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 10. De commissie biedt de raad jaarlijks een verslag aan van de door haar verrichte activiteiten.

Artikel 9 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de gemeentebegroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid genoemde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die door de commissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2010.

  • 2. Terzelfder tijd wordt ingetrokken de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie van de gemeente Doetinchem van 3 januari 2005, gewijzigd 7 februari 2008.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Doetinchem in zijn vergadering van 4 februari 2010.

griffier
voorzitter