Regeling vervallen per 26-04-2012

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Doetinchem 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 25-04-2012

Intitulé

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Doetinchem 2011

De raad van de gemeente Doetinchem;

gezien het advies van de sociale raad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Doetinchem van 1 december 2010;

gelet op artikel 149, eerste lid van de Gemeentewet, en artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Doetinchem 2011

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

de wet

:

de Wet werk en bijstand;

b.

alleenstaande

:

de ongehuwde als bedoeld in artikel 4, onderdeel a van de wet;

c.

alleenstaande ouder

:

de ongehuwde als bedoeld in artikel 4, onderdeel b van de wet;

d.

gehuwdennorm

:

de norm bedoeld in artikel 21, onderdeel c van de wet;

e.

belanghebbende

:

degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

f.

verzorgingsbehoevende

:

degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis;

g.

woning

:

een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j van de Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of een woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid Wet werk en bijstand;

h.

woonkosten

:

1. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d van de Wet op de huurtoeslag;

2. indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag van per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

i.

opvangvoorziening

:

een voorziening gericht op het bieden van slaapgelegenheid aan dak- en thuislozen, met beperkte mogelijkheid tot het bieden van begeleiding en hulpverlening;

Artikel 2 Categorieën

  • 1. Voor belanghebbenden aan wie bijstand wordt verleend, geldt een categorieaanduiding.

  • 2. De categorieën worden aangeduid als:

    • a.

      alleenstaande;

    • b.

      alleenstaande ouder;

    • c.

      gehuwde.

  • 3. Een toeslag of verlaging volgens deze verordening kan alleen worden gegeven als er recht bestaat op algemene bijstand ingevolge de wet.

  • 4. Indien belanghebbende gehuwd dan wel samenwonend is met een partner die een inkomens-voorziening op grond van de Wet investeren in jongeren ontvangt, wordt geen toeslag verleend.

  • 5. De bepalingen in de hoofdstukken 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet onverlet.

HOOFDSTUK 2. TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJ HET KUNNEN DELEN VAN DE WOONKOSTEN

Artikel 3 Alleenstaanden en alleenstaande ouders

  • 1. De toeslag voor de alleenstaande of de alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 25 van de wet in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, bedraagt 20% van de gehuwdennorm.

  • 2. De toeslag voor de alleenstaande of de alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 25 van de wet in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben, bedraagt 10% van de gehuwden-norm.

  • 3. De toeslag voor de alleenstaande of alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 25 van de wet die in de woning van een ander zijn hoofdverblijf heeft, bedraagt 10% van de gehuwdennorm.

  • 4. In afwijking van het tweede en derde lid bedraagt de toeslag als bedoeld in artikel 25 van de wet 20% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen verblijven, of die in de woning van een ander verblijft, indien de alleenstaande of alleenstaande ouder een aantoonbare bijdrage in de kosten van huur of hypotheeklasten levert van ten minste 20% van de gehuwdennorm. Uitgezonderd zijn bloedverwanten in de eerste graad.

  • 5. Voor de toepassing van dit artikel worden verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd, niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.

Artikel 4 Gehuwden

  • 1. De norm voor de gehuwden die een woning delen met één of meer anderen, wordt met 10% verlaagd.

  • 2. De norm voor de gehuwden die in de woning van een ander verblijven, wordt met 10% verlaagd.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid blijft de verlaging achterwege voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen, indien de gehuwden een bijdrage in de kosten van huur of hypotheeklasten leveren van ten minste 20% van de gehuwdennorm. Uitgezonderd zijn bloedverwanten in de eerste graad.

  • 4. Het vijfde lid van artikel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 3. VERLAGING ALS GEVOLG VAN DE WOONSITUATIE

Artikel 5 Het ontbreken van woonlasten

  • 1. Aan de alleenstaande of de alleenstaande ouder die een woning bewoont waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten zijn verbonden, wordt geen toeslag verleend.

  • 2. De bijstandsnorm voor gehuwden die een woning bewonen waaraan voor belanghebbenden geen huur of hypotheeklasten zijn verbonden, wordt met 20% verlaagd.

  • 3. Het gestelde in lid 1 en lid 2 geldt niet indien het ontbreken van woonlasten het gevolg is van medebewoning met een bloedverwant in de eerste graad.

  • 4. In afwijking van het gestelde in het eerste en tweede lid, wordt rekening gehouden met het bedrag dat belanghebbende betaalt aan aantoonbare onderhoudskosten voor de woning op maandbasis.

Artikel 6 Het niet bewonen van een woning, verblijf in een opvangvoorziening

  • 1. Aan een alleenstaande of alleenstaande ouder die geen woning bewoont, wordt geen toeslag verleend.

  • 2. De bijstandsnorm voor gehuwden die geen woning bewonen, wordt verlaagd met 20%.

  • 3. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, wordt aan belanghebbende die geen woning bewoont maar ingeschreven staat en verblijf houdt in een opvangvoorziening, een toeslag verleend van 10% van de gehuwdennorm.

  • 4. In afwijking van het gestelde in het tweede lid, wordt de bijstandsnorm voor belanghebbenden die geen woning bewonen maar ingeschreven staan en verblijf houden in een opvangvoorziening, met 10% verlaagd.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Doetinchem 2011. [Klik hier om het document te downloaden]

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011

  • 2. De Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Doetinchem 2005 vervalt op de in het eerste lid genoemde dag.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 december 2010,

griffier
voorzitter

Bijlage Toelichting

Toelichting