Regeling vervallen per 01-01-2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2011

Burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem;

Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning de hierbij behorende regels en gelet op het bepaalde in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010;

b es l u i t e n :

vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2011.

Hoofdstuk I Advisering en samenhangende afstemming

Artikel 1. Verplicht advies

Het bedrag waarboven ingevolge artikel 3.5, lid 2 onder a. van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010 advies gevraagd moet worden, bedraagt € 20.420,--.

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording

  • 1. Een persoonsgebonden budget kan alleen worden toegekend indien een individuele aanvraag is geïndiceerd. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

  • 2. Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien:

    • a.

      op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

    • b.

      er een algemene Wmo-voorziening als bedoeld in artikel 1, lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010 beschikbaar en passend wordt geacht, zoals bijvoorbeeld een collectief vervoerssysteem.

  • 3. De periode waarvoor een persoonsgebonden budget (voor aanschaf en onderhoud) voor een individuele voorziening wordt toegekend, bedraagt voor:

    • a.

      Een scootmobiel: zeven jaar;

    • b.

      Een rolstoel: vijf of zeven jaar afhankelijk van het type voorziening;

    • c.

      Een tillift: vijf jaar;

    • d.

      Een badlift: vijf jaar;

    • e.

      Douche en toilet hulpmiddelen: vijf jaar.

  • 5. Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als een forfaitair bedrag. Dit bedrag bedraagt maximaal € 2.431,-- welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

  • 6. De verantwoording van een persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt steeksproefsgewijs plaats, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.

Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen, eigen aandeel en besparingsbijdrage

Artikel 3.1 Omvang van eigen bijdragen en eigen aandeel

1 .Het bedrag dat ongehuwde personen tussen de18 en 65 jaar dienen te betalen, bedraagt € 17,80 per vier weken. Van het meerinkomen boven € 22.636,-- dient op jaarbasis 15 procent extra aan eigen bijdrage te worden betaald.

  • 2.

    Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar en ouder aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 17,80 per vier weken. Van het meerinkomen boven € 15.838,-- dient op jaarbasis 15 procent extra aan eigen bijdrage te worden betaald.

  • 3.

    Het bedrag dat gehuwde personen, indien een van beiden ouder is dan 18 jaar en jonger is dan 65 jaar, aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 25,40 per vier weken. Van het meerinkomen boven € 27902,-- dient op jaarbasis 15 procent extra aan eigen bijdrage te worden betaald.

  • 4.

    Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 25,40 per vier weken. Van het meerinkomen boven € 22.100,-- dient op jaarbasis 15 procent extra aan eigen bijdrage te worden betaald.

  • 5.

    De eigen bijdrage kan nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening of de huishoudelijke hulp/thuisondersteuning.

  • 6.

    Voor rolstoelen wordt geen eigen bijdrage gevraagd.

Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen met betrekking tot het huishouden

Artikel 4.1 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget huishoudelijke hulp en thuisondersteuning

De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van huishoudelijke hulp en thuisondersteuning als volgt plaats:

  • 1.

    Voor huishoudelijke hulp en thuisondersteuning wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld dat overeenkomt met 90 procent van het goedkoopste tarief waarvoor de gemeente Doetinchem huishoudelijke hulp en thuisondersteuning inkoopt.

  • 2.

    Van het resterende bedrag (10 procent) wordt door de gemeente Doetinchem de administratieve ondersteuning door de Sociale Verzekering bekostigd.

Artikel 4.2 Tarieven huishoudelijke hulp en thuisondersteuning in natura

  • 1. De gemeente Doetinchem is ten aanzien van huishoudelijke hulp in natura met onderstaande aanbieders de volgende uurtarieven overeengekomen:

  • 1. Thuiszorg Service Nederland € 20,34

  • 2. Sensire € 20,33;

  • 3. Zorgkompas € 20,45;

  • 4. Markenheem € 20,40;

  • 5. Vitaal Thuiszorg € 17,76;

  • 6. Tzorg € 20,60.

  • 2. De gemeente Doetinchem is ten aanzien van thuisondersteuning in natura met onderstaande aanbieders de volgende uurtarieven overeengekomen:

  • 1. Thuiszorg Service Nederland € 22,37;

  • 2. Markenheem € 25,09;

  • 3. Zorgkompas € 26,52;

  • 4. Sensire € 27,52;

  • 5. Buurtzorg € 26,49.

  • 3. De onder lid 1. en lid 2. van dit artikel genoemde uurtarieven kunnen jaarlijks wijzigen.

Artikel 4.3 Tarieven persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp en thuisondersteuning

De uurtarieven voor het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp en thuisondersteuning bedragen ingevolge het bepaalde in de artikelen 4.1, lid 1. en 4.2, lid 1. juncto artikel 4.2, lid 2. € 15,99 respectievelijk € 20,14.

Hoofdstuk 5 Overige woonvoorzieningen

Artikel 5.1 Hoogte van de financiële tegemoetkoming

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming minus het eigen aandeel of het persoonsgebonden budget minus de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

  • 2.

    Woonvoorzieningen, waarvan de kosten meer dan € 45.378,-- bedragen worden niet toegekend.

  • 3.

    Het in artikel 7van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010 genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt: afschrijving in zeven jaar.

    • -

      In het eerste jaar is 100 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

    • -

      In het tweede jaar is 85 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

    • -

      In het derde jaar is 70 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

    • -

      In het vierde jaar is 55 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

    • -

      In het vijfde jaar is 40 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

    • -

      In het zesde jaar is 25 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd;

    • -

      In het zevende jaar is 10 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd.

In alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.

  • 4.

    De tegemoetkoming voor de verhuis- en herinrichtingskosten als genoemd in artikel 7.3, lid 1. onder a. van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010 bedraagt € 2.789,--.

  • 5.

    Het bedrag dat als maximum wordt verstrekt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 7.5, leden 2. tot en met 5. van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010 bedraagt € 5.000,--.

Hoofdstuk 6 Lokale vervoersvoorzieningen

Artikel 6.1 Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen

Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening.

Artikel 6.2 Met een auto vergelijkbare voorziening

De grens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010, bedraagt de op dat moment voor die persoon geldende norm op grond van de Wet Werk en Bijstand.

Artikel 6.3 Financiële tegemoetkoming kosten van vervoer

De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van:

  • a.

    De eigen auto bedraagt € 1.055,-- per jaar;

  • b.

    De taxi bedraagt € 1.055,-- per jaar;

  • c.

    De rolstoeltaxi bedraagt € 1.055,-- per jaar;

  • d.

    De bruikleenauto bedraagt € 685,-- per jaar.

Hoofdstuk 7 Slotbepaling

Artikel 7.1 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit artikel wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2011;

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011

  • 3.

    Bij de inwerkingtreding van het in lid 1 genoemde besluit vervalt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010 met dien verstande dat aanvragen ingediend voor de in het tweede lig genoemde datum worden afgehandeld met inachtneming van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Doetinchem op 14 december 2010.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,