Regeling reis- en verblijfkosten gemeente Dongen

Geldend van 01-03-2012 t/m heden

Intitulé

Regeling Reis- en verblijfkosten Gemeente Dongen

Bepalingen en definities

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Deze regeling omvat afspraken die te maken hebben met:

    • a.

      Dienstreizen;

    • b.

      Verblijfkosten tijdens dienstreizen;

    • c.

      Maaltijdvergoeding bij overwerk of avondopenstelling;

    • d.

      Parkeerkosten;

    • e.

      Inzet dienstauto's.

  • 2. Dienstreizen die in Nederland zijn begonnen en waarbij het reisgedeelte buiten Nederland beperkt is of waarbij de grensoverschrijding niet noodzakelijkerwijs leidt tot uitgaven voor maaltijden of overnachtingen in het buitenland, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als dienstreizen binnen Nederland.

  • 3. Indien van derden voor een dienstreis een vergoeding wordt ontvangen voor reis- en verblijfkosten, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding waarop ingevolge deze regeling aanspraak bestaat.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1. Bevoegd gezag: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen, dan wel de functionaris aan wie door middel van machtiging de bevoegdheid tot besluiten is overgedragen.

  • 2. Medewerker: De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de CAR-UWO en de medewerker, anders dan bedoelde ambtenaar, waarop deze regeling, of onderdelen daaruit, specifiek van toepassing wordt verklaard.

  • 3. Standplaats: de gemeente Dongen of het met name bekende afzonderlijk deel van de gemeente, waar de plaats van tewerkstelling van de medewerker is gelegen.

  • 4. Plaats van tewerkstelling: het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar of van waaruit de ambtenaar naar het oordeel van het bevoegd gezag gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

  • 5. Dienstreis: een naar het oordeel van het bevoegd gezag noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van dienst buiten de plaats van tewerkstelling, alsmede het hiermee verband houdende verblijf.

  • 6. Eigen vervoermiddel: een niet openbaar vervoermiddel, zijnde een motorvoertuig, bromfiets of fiets, dat de medewerker voor de te maken dienstreis ter beschikking heeft, niet voor de dienstreis is gehuurd en niet door de gemeente ter beschikking is gesteld.

  • 7. Dienstauto: een personenauto of bestelauto die ten behoeve van zakelijk gebruik eigendom is van de gemeente Dongen of vanwege de gemeente Dongen is gehuurd of geleased, bestemd om door medewerkers van de gemeente Dongen te worden gebruikt voor de uitvoering van dienstreizen.

Dienstreizen

Artikel 3 Dienstreis

  • 1. De medewerker dient een melding te doen aan het afdelingshoofd / teamleider dat er gebruik wordt gemaakt van een eigen (motor)voertuig.

    Indien een dienstreis naar het oordeel van het afdelingshoofd / teamleider op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, kan deze aan de medewerker toestemming weigeren om voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets.

  • 2. De vergoeding voor het gebruik van een eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets is gelijk aan die genoemd voor dit voertuig in de Reisregeling binnenland.

  • 3. De ten laste van de dienstreis gemaakte parkeerkosten worden geacht in de vergoeding voor het gebruik van een eigen motorvoertuig te zijn vervat, indien het aantal gedeclareerde km’s voor de dienstreis 50 of meer is. Bij een km-aantal lager dan 50, worden de parkeerkosten netto vergoed.

  • 4. De kosten van het openbaar vervoer worden vergoed op basis van overgelegde bewijsstukken. Bij vervoer per trein wordt het tarief tweede klas vergoed, tenzij door het afdelingshoofd / teamleider toestemming is gegeven voor vervoer eerste klas. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een ov-chipkaart.

Artikel 4. Begin en einde van dienstreizen

  • 1. Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de woning van de betrokkene of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

Verblijfkosten

Artikel 5 Verblijfkosten tijdens dienstreis

  • 1. De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en 's avonds komen voor vergoeding in aanmerking volgens de bepalingen, genoemd in de volgende leden.

  • 2. Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten geldt voor een dienstreis korter dan vier uur en voor een dienstreis binnen de standplaats.

  • 3. De vergoeding wegens verblijfkosten als bedoeld in lid 1 bedraagt maximaal de bedragen die hiervoor genoemd zijn in de Reisregeling binnenland.

  • 4. Betaling van de vergoeding vindt plaats na overlegging van de betalingsbonnen van de in lid 1 bedoelde kosten.

Artikel 6 Maaltijdvergoeding bij overwerk, avondvergadering en avondopenstelling

  • 1. De maaltijdvergoeding bij overwerk, avondvergadering en avondopenstelling wordt alleen toegekend als de medewerker direct hieraan voorafgaand zijn reguliere werkzaamheden verricht.

  • 2. Tevens moet worden voldaan aan de voorwaarde dat de tijd tussen 17.00 uur en 20.00 uur geheel in het resterende gedeelte van de werkdag valt.

  • 3. De vergoeding wegens verblijfkosten als bedoeld in lid 1 bedraagt maximaal de bedragen die hiervoor genoemd zijn in de Reisregeling binnenland.

  • 4. Betaling van de vergoeding vindt plaats na overlegging van de betalingsbonnen van de in lid 1 bedoelde kosten.

Dienstauto

Artikel 7 Inzet dienstauto

  • 1. De gemeente Dongen maakt gebruik van dienstauto's bij dienstreizen en/of piketdiensten.

  • 2. De medewerkers die ten behoeve van een dienstreis en/of piketdienst enkel gebruik kunnen maken van een dienstauto, worden door het bevoegd gezag hiertoe aangewezen.

  • 3. Op de medewerker die gebruik maakt van een dienstauto, maar daartoe niet expliciet door het bevoegd gezag is aangewezen als bedoeld in lid 2, is de melding als bedoeld in artikel 3, lid 1 van toepassing.

  • 4. De medewerker als bedoeld in lid 2 komt niet in aanmerking voor vergoeding van het gebruik van een eigen motorvoertuig.

  • 5. Het is medewerkers niet toegestaan een dienstauto voor privédoeleinden te gebruiken.

Declareren

Artikel 8 Wijze van declareren

  • 1. Het declareren van de in deze regeling bedoelde kosten geschiedt op daarvoor beschikbare formulieren.

  • 2. Ingevulde declaratieformulieren dienen te worden voorzien van een handtekening van de medewerker en het afdelingshoofd / teamleider.

Artikel 9 Tijdstip van declareren

De aanspraak op een vergoeding vervalt, indien de medewerker de declaratie niet binnen 3 maanden na beëindiging van de dienstreis waarop de declaratie betrekking heeft, heeft ingediend bij de salarisadministratie.

Overige bepalingen

Artikel 10 Vergoeding van schade

Voor de vergoeding van geleden schade aan het motorvoertuig dat is ingezet voor de te maken dienstreis geldt onverkort het bepaalde in artikel 15:1:23 lid 2 van de CAR-UWO; voor schade aan fiets of bromfiets geldt het bepaalde in artikel 15:1:25 van de CAR-UWO.

Artikel 11 Het genietingsmoment

Het genietingsmoment voor ingediende declaraties is het moment dat de declaratie betaalbaar wordt gesteld.

Artikel 12 Fiscale gevolgen

Indien een foutieve verklaring van een medewerker leidt tot een eventuele naheffingsaanslag loonheffing/premie volksverzekeringen, wordt deze, inclusief rente en boete, op hem/haar verhaald.

Artikel 13 Plichtsverzuim

Als een medewerker in het kader van deze regeling bewust zodanige informatie verstrekt dat de werkgever daardoor in welke vorm dan ook benadeeld wordt, kan dit worden gezien als plichtsverzuim. Plichtsverzuim kan leiden tot het opleggen van een disciplinaire straf.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het afdelingshoofd / de teamleider in de geest van deze regeling.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als:

    "Regeling reis- en verblijfkosten gemeente Dongen".

  • 3. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de regeling is vastgesteld.

Toelichting op de Regeling reis- en verblijfkosten gemeente Dongen

De Regeling reis- en verblijfkosten gemeente Dongen beoogt de afspraken rondom het reizen door medewerkers voor het werk in een regeling vast te leggen.

De volgende onderdelen zijn uitgewerkt: dienstreizen, verblijfkosten in relatie tot dienstreizen, overwerk, avondvergadering en avondopstelling, parkeerkosten en de inzet van dienstauto's.

Enkele bepalingen uit de regeling behoeven toelichting:

Dienstreizen

Artikel 3, lid 1:

Als een dienstreis naar het oordeel van het bevoegde gezag niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, kan het bevoegd gezag aan de medewerker toestemming verlenen om voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets. Deze bevoegdheid is gemandateerd aan het afdelingshoofd / teamleider. In de praktijk wordt slechts sporadisch toestemming gevraagd en verleend voor het gebruik maken van een eigen voertuig voor een dienstreis.

Het is nagenoeg altijd efficiënter om niet met openbaar vervoer te reizen. Echter dient uit milieuoverwegingen het gebruik van openbaar vervoer of van bromfiets of fiets gestimuleerd te worden.

Verder kleeft aan dit onderwerp nog een juridisch aspect: wanneer door of namens het bevoegd gezag geen toestemming is verleend voor het gebruik van een eigen voertuig of dienstauto en er wordt desondanks toch gebruik van gemaakt, dan zou dit problemen kunnen opleveren in de situatie dat er schade tijdens de dienstreis ontstaat. Daarom dient de medewerker ten minste een melding te doen aan het afdelingshoofd / teamleider dat er gebruik wordt gemaakt van een eigen motorvoertuig (of dienstauto: zie artikel 6) waardoor het afdelingshoofd / teamleider een overwegingsmoment heeft.

Artikel 3, lid 2:

De vergoeding voor het gebruik van eigen bromfiets of fiets bij dienstreizen wordt afgestemd op de vergoeding, genoemd in de Reisregeling binnenland.

Artikel 3, lid 4:

De kosten van het openbaar vervoer worden vergoed op basis van overgelegde bewijsstukken (tot 2013).

Er kan ook gebruik worden gemaakt van een anonieme ov-chipkaart van de gemeente Dongen (te verkrijgen bij P&O).

Als de medewerker zelf een ov-chipkaart heeft, kan op de gebruikelijke wijze worden gedeclareerd.

Dongen, 7 februari 2012