Beleidsregels inzake tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Dongen 2012

Geldend van 23-11-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2012

Intitulé

Beleidsregels inzake tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Dongen 2012

Het college van Burgemeester en Wethouders van Dongen heeft in haar vergadering van 30 oktober 2012 het volgende vastgesteld:

Beleidsregels inzake tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Dongen 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      De Wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    • b.

      De Verordening: de Verordening Wet kinderopvang 2012 van de gemeente Dongen;

    • c.

      Het college: het college van burgemeester en wethouders van de

      gemeente Dongen;

    • d.

      Het adviesorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van de gemeente advies

      uitbrengt over de noodzaak van kinderopvang.

    • e.

      Sociaal medisch geïndiceerde: de ouder die:

      • -

        een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische

        beperking heeft en voor wie is vastgesteld dat een of meer

        van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken; of

      • -

        een kind heeft waarbij is vastgesteld dat er kinderopvang

        noodzakelijk is voor een goede en gezonde ontwikkeling van het kind;

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze regeling gebruikt in dezelfbetekenis als in de wet of de verordening.

Artikel 2 Doel van deze regeling

Deze regeling heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal en/of medische indicatie.

Artikel 3 Verordening

De verordening is van overeenkomstige toepassing, tenzij anders is bepaald in deze beleidsregels.

Artikel 4 Doelgroep

Deze regeling is van toepassing op een ouder(s)/verzorger(s) en/of het kind, die volgens de gemeentelijke basisadministratie Persoonsgegevens woonachtig is in de gemeente Dongen, en:

  • a.

    die tot de categorie personen behoort met een lichamelijk, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie op advies van een adviesorgaan (CJG) is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

  • b.

    ten aanzien van wie door het adviesorgaan (CJG) is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is, of

  • c.

    indien de noodzaak voor kinderopvang blijkt uit (andere) stukken van een huisarts en of andere instellingen, dan is er geen aanvullend advies nodig van een adviesorgaan.

Artikel 5 Voorliggende voorziening

Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening op grond van:

  • a.

    de Wet kinderopvang (Wkkp)

  • b.

    de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)

  • c.

    de Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO)

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. De aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van

    sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het college.

  • 2. Een aanvraag tot vaststelling bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      Naam, adres, burgerservicenummer, geboortedatum van de ouder(s)/verzorger(s);

    • b.

      Indien van toepassing: naam burgerservicenummer, geboortedatum van de partneren, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      Naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop deze aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      Loonstrook en/of uitkeringsspecificatie waaruit het netto maandinkomen van de ouder(s) verzorger(s) blijkt;

    • e.

      Overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten.

  • 3. het college stelt op aanvraag van de ouder(s) verzorger(s) vast of hij of zijn partner of het

    kind een persoon is die onder de doelgroep genoemd in artikel 4 van deze regeling is.

  • 4. Alvorens te besluiten, kan het college ten behoeve van de vaststelling van de

    noodzakelijkheid van kinderopvang advies bij een adviesorgaan als bedoeld in

    artikel 4 lid 1 onder b van deze beleidsregels opvragen.

  • 5. Het college kan periodiek herindicatie verrichten op personen als bedoeld in artikel 4 van

    deze beleidsregels. De herindicatie vindt plaats overeenkomstig het vierde lid van

    artikel 6.

Artikel 7 Aanspraak op een tegemoetkoming

Een ouder verzorger heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de door hem of zijn partner te betalen kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie indien:

  • a.

    Het college op grond van het bepaalde in het advies van het adviesorgaan (CJG) kan vaststellen in welke mate deze ouder/verzorger in aanmerking behoort te komen voor een tegemoetkoming in deze kosten vanwege een gebleken noodzaak op grond van sociaal medische indicatie. Het advies bevat de volgende elementen:

    • -

      aantal noodzakelijke uren (per dag en verwachte duur);

    • -

      medische/psychische situatie van ouder en/of kind;

    • -

      informatie van betrokken/doorverwijzende instanties/instellingen.

  • b.

    Het kinderopvang betreft in een geregistreerd kindercentrum of gastouderopvang.

Artikel 8 Hoogte en duur van de tegemoetkoming

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) met een inkomen tot maximaal 110% van de voor hen toepasselijke

    bijstandsnorm kunnen een aanspraak maken op een tegemoetkoming in de vergoeding

    van de kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie.

    Ouder(s)/verzorger(s) met een inkomen hoger dan 110% van de voor hen toepasselijke

    bijstandsnorm kunnen geen aanspraak maken op een tegemoetkoming in de vergoeding

    van de kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie.

  • 2. De tegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van maximaal 6 maanden en kan

    daarna middels een herindicatie nog één keer worden verlengd met maximaal 3

    maanden.

  • 3. De tegemoetkoming is gemaximeerd tot 26 uren opvang per week. Bij de berekening van

    de tegemoetkoming wordt gerekend met het maximale uurtarief voor kinderopvang dat

    jaarlijks door de Belastingdienst wordt vastgesteld.

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1. Voor 2012 geldt een subsidieplafond oor de smi-kinderopvang van € 10.000,--

  • 2. Het college hanteert de volgende verdeling van het beschikbare subsidiebedrag:

    • a.

      het college geeft prioriteit aan de kinderopvang van een kind

      waarvoor de toegekende periode nog niet is verstreken;

      waarvoor de toegekende periode nog niet is verstreken;

    • b.

      vervolgens is de volgorde van binnenkomst van nieuwe aanvragen bepalend, waarbij geldt dat een eerder ontvangen aanvraag prioriteit heeft boven een later ontvangen aanvraag.

  • 3. Het college berekent voor de toe te kennen of al toegekende aanvraag het subsidiebedrag dat hiermee gemoeid is op basis van de verwachte duur en omvang van de smi-kinderopvang en de uurprijs

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in artikel 8 is bepaald, indien toepassing van dit artikel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking per 1 september 2012.

  • 2. Vanaf 1 september 2012 tot 1 januari 2013 zal een overgangsperiode gelden. Ouders

    kunnen dan nog aanspraak maken op de dan voor hen geldende voorziening.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als “beleidsregels inzake tegemoetkoming,

    kinderopvang sociaal medische indicatie”

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels inzake tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Dongen 2012

Aldus vastgesteld in de collegevergadering dd.

De secretaris, De burgemeester,

Mr. H.L.M. van Noort S.P.H.M. Dirven-van Aalst

Toelichting

Algemeen

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Verordening Wet kinderopvang gemeente Dongen ligt bij het team Werk Inkomen en Zorg. Deze beleidsregels regelen de vaststelling van de tegemoetkoming aan ouders die behoren tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp).

Bij de invoering van de Wet kinderopvang is artikel 23 niet in werking getreden. Dit artikel zou er voor zorgen dat mensen met een sociaal medische problematiek ook onder de werking van de Wet kinderopvang zouden vallen. Op dit moment is artikel 23 nog altijd niet in werking en het is ook niet de verwachting dat dit nog gaat gebeuren. Omdat de groep die op sociaal medische redenen kinderopvang nodig heeft toch vaak een kwetsbare groep is, wil het college met deze beleidsregels de lacune in de wet opvullen.

In de gemeente Dongen zijn tot op heden geen nadere regels over tegemoetkoming inzake de sociaal medische indicatie vastgesteld. Wel werden er aanvragen ingediend voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie en het college kwam in deze aanvragen tegemoet op grond van de bijzondere bijstand.

Hoewel voor de vergoeding kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie een aparte regeling moet worden getroffen, omdat deze doelgroep nog niet onder Wkkp en de daarop gebaseerde verordening valt, ligt het voor de hand de bepalingen van de verordening zoveel mogelijk van toepassing te verklaren. Ten eerste omdat in beide gevallen sprake is van een vergoeding in de vorm van een subsidie; ten tweede omdat op deze wijze een efficiënte manier van uitvoering mogelijk wordt. Op dit moment is het niet meer de verwachting dat de tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang ten behoeve van deze doelgroep alsnog onder de Wkkp gaat plaatsvinden. Deze regeling is daarom in principe voor onbepaalde tijd.

De sociaal medische indicatie

Een ouder(s)/verzorger(s) kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang ontvangen als vast staat dat het om sociaal en/of medische redenen noodzakelijk is dat (en in welke mate) gebruik wordt of gaat worden gemaakt van kinderopvang. De sociaal medische redenen kunnen zowel bij de ouder/verzorger als bij het kind aanwezig zijn.

Voorliggende voorziening

Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, is een aanvraag voor indicatie naar de noodzakelijkheid van kinderopvang op grond van sociaal-medische problematiek door de gemeente niet mogelijk. Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening op grond van:

  • a.

    De Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp)

  • b.

    De Algemene Wet bijzondere ziektekosten (Awbz)

  • c.

    Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Ad a: De Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp)

Indien de (vergoeding van de) opvang vanuit de Wkkp kan worden ingezet, gaat dit boven de SMI-regeling. Hiervoor gelden andere criteria en spelregels. Mensen die een traject of uitkering hebben bij de gemeente of bij het UWV WERKbedrijf kunnen zich beroepen op de Wkkp.

Ad b: AWBZ

Indien een beroep op de AWBZ wil slagen, dan moet sprake zijn van een aandoening/handicap die valt binnen 1 (of meerdere) van de volgende grondslagen:

  • ·

    Somatische aandoening/beperking

  • ·

    Psychogeriatrische aandoening/beperking

  • ·

    Lichamelijke handicap

  • ·

    Verstandelijke handicap

  • ·

    Zintuiglijke handicap

  • ·

    Psychiatrische aandoening

AWBZ-zorg wordt aangevraagd bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)

Verder kan voor zorg/opvang een beroep gedaan worden op bijvoorbeeld Jeugdzorg (jongeren met psychiatrische problematiek) Andere opvang/zorgvormen zijn te verkrijgen middels een PGB (zorg in natura zoals revalidatie en therapieën), bij een medisch kinderdagverblijf, kinderopvang plus of peuterspeelzaal. De eigen bijdrage die ouder(s)/verzorger(s) dienen te betalen bij de peuterspeelzaal komen niet voor vergoeding in aanmerking op basis van de gemeentelijke tegemoetkoming op grond van sociaal medische gronden.

Ad c. Wmo

Mensen met lichte beperkingen die gezinsondersteuning/gespecialiseerde gezinsverzorging nodig hebben vallen qua financiering onder de Wmo. Dit geldt ook voor mensen met psychosociale klachten. Gespecialiseerde gezinsverzorging kan een voorliggende voorziening zijn indien de indicatie gebaseerd is op basis van de situatie van de ouder.

Adviesorgaan

Voor het vaststellen van de noodzakelijkheid van de kinderopvang op grond van sociaal – medische redenen, de indicatie, kan advies worden gevraagd van een adviesorgaan (CJG)

Aanvraag en verlening tegemoetkoming

Als de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie is vastgesteld kan de aanvraag verder in behandeling worden genomen. Enkele bepalingen uit de Verordening Wet Kinderopvang van de gemeente Dongen, met betrekking tot de verlening en vaststelling van de tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie. Tevens zijn de genoemde verplichtingen in artikel 12 van de verordening op de doelgroep van toepassing.

Hoogte en duur van de tegemoetkoming

Ouder(s)/verzorger(s) met een inkomen tot maximaal 110% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm kunnen een aanspraak maken op een tegemoetkoming in de vergoeding van de kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie. Zij zullen moeten terugvallen op andere alternatieven. Zo kunnen zij gebruik maken van de reguliere kinderopvang.

De duur van de tegemoetkoming wordt maximaal op 6 maanden gesteld. Daarna kan middels een herindicatie nog één keer een aanvraag worden ingediend en worden verlengd met maximaal 3 maanden. In dat geval kan weer een medisch advies worden opgevraagd om de noodzaak van de opvang te kunnen bepalen. Het is de verantwoordelijkheid van de ouder(s)/verzorger(s) om tijdig een nieuwe aanvraag in te dienen in verband met het al dan niet opvragen van een nieuw medisch advies.

Verder wordt een maximale uurprijsvergoeding gehanteerd voor de kinderopvang. Deze uurprijsvergoeding wordt jaarlijks vastgesteld door de Belastingdienst. Indien de ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor een opvangvorm die boven deze uurprijsvergoeding ligt dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s) verzorger(s).

Ook is er een beperking aangebracht op het aantal te vergoeden dagen kinderopvang per week. De gemeente vergoedt maximaal 26 uren per week. Deze uren mogen over meerdere werkdagen verspreid worden, maar biedt ouder(s)/verzorger(s) in ieder geval de mogelijkheid om 2,5 dag kinderopvang af te nemen. Indien ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor meer dagen aan opvang, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s).

Overgangsperiode

Voor de ouders die gebruik maken van de tegemoetkoming voor kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie gaat er per 1 september 2012 het een en ander (ten negatieve) veranderen. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen tot 1 januari 2013 nog gebruik maken van hun oude rechten of tot wanneer hun huidige indicatie loopt, hierna worden ze geherindiceerd op grond van deze beleidsregels. Nieuwe aanvragen worden per 1 september volgens de beleidsregels behandeld.

Subsidieplafond

Het college heeft met dit artikel gebruik gemaakt van de bevoegdheid op grond van artikel 17 van de verordening om een subsidieplafond voor de smi-kinderopvang vast te stellen. In het eerste lid staat de hoogte van het subsidieplafond vemeld. Artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. Het tweede lid vermeldt hoe de verdeling van het beschikbare bedrag geschiedt.

Allereerst wordt prioriteit gegeven aan de kinderen die al in de smi-kinderopvang zitten en waarvan de toekenningsperiode nog niet is verstreken. Met deze (wellicht ten overvloede opgenomen) bepaling wordt voorkomen dat kinderen, waarvan de toekenningsperiode aanving in een voorgaand kalenderjaar, geen recht meer zouden hebben op deze kinderopvang in verband met het overschrijden van het subsidieplafond.

Vervolgens geldt: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Hierbij is de datum van ontvangst van de aanvraag bepalend. In het derde lid is geregeld dat het beslag op het budget per beoogde of gerealiseerde toekenning wordt berekend op basis van de verwachte duur, omvang en uurprijs.

Beleidsregels

In de beleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie zijn de bepalingen met betrekking tot de verlening en de vaststelling van de tegemoetkoming en de bepaling betreffende de inlichtingenplicht uit de Verordening Wet Kinderopvang overgenomen en zijn nieuwe bepalingen opgenomen over onderwerpen die in de Verordening niet of onvoldoende zijn geregeld.