Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2013

Geldend van 21-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DONGEN;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN 2013

Artikel 1. Belastbaar feit

Voor het inzamelen van afvalstoffen wordt onder de naam ‘reinigingsrechten’ rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.

Artikel 2. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maken.

Artikel 3.Tarieven

a.

Het recht als bedoeld in artikel 1 bedraagt per maand

23,60

b.

In afwijking van het onder letter a van dit artikel bedoelde recht, bedraagt het recht voor een alleenwonende per maand

15,76

c.

Voor het gebruik van één of meer 240 liter GFT-containers wordt het recht genoemd onder letter a en b van dit artikel per container verhoogd met

5,00

d.

Wordt naast het gebruik van de standaard 140 liter GFT-container gebruik gemaakt van meer dan één 140 liter GFT-container dan wordt het recht genoemd onder letter a en b van dit artikel per extra container verhoogd met

5,00

e.

Het recht voor het vervangen van een toegangspas voor de ondergrondse afvalcontainer bedraagt per pas

16,30

f.

Voor de aanbieding/afgifte van afval op de milieustraat De Coolhof is, overeenkomstig het ‘aanbiedings- en acceptatiereglement voor de milieustraat en het KCA-depot van de gemeente Dongen’, zoals dit op 1 september 1998 is vastgesteld en sedertdien gewijzigd, verschuldigd voor:

soort afval:

per hoeveelheid in m3:

tot 0,25 m3

van 0,25 m3 tot 0,5 m3

van 0,5 m3 tot 1 m3

van 1 m3 t/m 2m3

schone grond

0,00

5,00

10,00

20,00

snoeihout

0,00

0,00

0,00

0,00

sloophout

0,00

5,00

10,00

20,00

puin / gipsplaten

0,00

10,00

20,00

40,00

dakleer / dakgrind

0,00

15,00

30,00

60,00

geïmpregneerd hout

0,00

10,00

20,00

40,00

grof vuil

0,00

0,00

0,00

0,00

ongesorteerd afval

5,00

10,00

20,00

40,00

soort afval

per eenheid

asbest:

a.kleine gebruiksvoorwerpen

€ 

0,00

b. dakplaten, tot maximaal 5 stuks per aanbieding

1,00

autobanden (uitsluitend personenauto’s):

a. zonder velg

0,00

b. met velg

€ 

5,00

Op afroep is tussentijdse inzameling van ongesorteerd afval mogelijk. Het tarief bedraagt voor het ophalen van grof afval, per rit:

70,00

Artikel 4. Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de invordering van het recht geschiedt door Brabant Water N.V. is het belastingtijdvak de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt

  • 2. In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De bepalingen in dit artikel hebben betrekking op het recht, genoemd in artikel 3, letter a t/m letter d.

  • 2. Het recht is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en daar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 6 Wijze van nheffing

  • 1. In de gevallen waarin de invordering van de belasting geschiedt door Brabant Water N.V. wordt het recht, genoemd in artikel 3, letter a t/m letter d, geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. De dagtekening van de kennisgeving is de dagtekening van de afrekening van Brabant Water N.V.

  • 2. In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid wordt het recht, genoemd in artikel 3, letter a t/m letter d, geheven bij wege van aanslag.

  • 3. Het recht, genoemd in artikel 3, letter e en f, wordt geheven bij wege van een gedagtekende nota.

Artikel 7. Termijnen en wijze van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht als volgt betaald

worden:

  • 1.

    In de gevallen waarin de invordering van het recht geschiedt door Brabant Water N.V. moet het recht, genoemd in artikel 3, letter a t/m letter d, betaald worden in maandelijkse termijnen, tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag van het verschuldigde wegens waterverbruik moet worden betaald.

  • 2.

    In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het recht, genoemd in artikel 3, letter a t/m letter d, betaald worden in één termijn welke vervalt veertien dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    Het recht, genoemd in artikel 3, letter e en f, is direct, voorafgaande aan het verlenen van de dienst, invorderbaar.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend voor de in rekening gebrachte bedragen op grond van artikel 3, letter c t/m f, van deze verordening.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten.

Artikel 10. Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening reinigingsrechten 2012’ van 10 november 2011 vervallen met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 12. Citeerartikel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening reinigingsrechten 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2012.

DE RAAD VOORNOEMD,

, voorzitter.

, griffier.