Verordening Minimafonds gemeente Dongen 2013

Geldend van 26-04-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening Minimafonds gemeente Dongen 2013

De raad van de gemeente Dongen

besluit vast te stellen:

de Verordening Minimafonds gemeente Dongen 2013

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      rechthebbende: de inwoner van Dongen van 18 jaar en ouder, niet zijnde een student, die een (gezins)inkomen heeft dat gelijk is aan of minder dan 110 % van de voor hem geldende bijstandsnorm;

    • b.

      aanvrager: degene, die in aanmerking wenst te komen voor een financiële tegemoetkoming ingevolge deze verordening voor deelname aan maatschappelijke activiteiten;

    • c.

      partner: degene, met wie de aanvrager gehuwd is of anderszins een gezamenlijke huishouding voert als bedoeld in artikel 3 van de Wwb;

    • d.

      gezin: alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder c WWB;

    • e.

      Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.

    • f.

      student: studerende van 18 jaar en ouder die recht heeft op studiefinanciering op grond van WSF en de Wtos.

Artikel 2 Doelstelling

Deze verordening beoogt, door middel van het toekennen van een financiële tegemoetkoming, te voorkomen of te doorbreken dat personen van 18 jaar en ouder vanwege hun financiële positie in een situatie van maatschappelijk isolement dreigen te geraken. De financiële tegemoetkoming wordt

verleend in de kosten van sociaal-culturele en sportieve activiteiten.

Hoofdstuk 2. Voorzieningen

Artikel 3 Vergoedingen

  • 1. Voor een financiële tegemoetkoming komen in aanmerking de op naam gestelde kosten die door rechthebbende worden gemaakt voor:

    • -

      de kosten die voortvloeien uit het lidmaatschap van sport- en ontspanningsverenigingen, ouderenorganisatie en dergelijke;

    • -

      de kosten van dagtrips (b.v. bioscoop, concert, schouwburg, musea en pretpark);

    • -

      de kosten die voortvloeien uit deelname aan cursussen in groeps- of klassenverband, die niet behoren tot het van rijkswege op grond van wettelijke regelingen bekostigde (reguliere) onderwijs;

    • -

      de kosten verbonden aan het abonnement van de openbare bibliotheek en zwembad;

    • -

      de kosten van abonnement op krant, tijdschrift en internet;

    • -

      de kosten van aanschaf van een NS-kortingskaart, museumjaarkaart, cultureel jongerenpaspoort.

  • 2. Burgemeester en wethouders verstrekken geen financiële tegemoetkoming indien de aanvrager op een andere wijze in de kosten van de gevraagde voorziening kan of is voorzien.

Artikel 4 Criteria

  • 1 Om voor een financiële tegemoetkoming krachtens deze verordening in aanmerking te komen moet men op de datum aanvraag achtereenvolgens:

    • -

      In de leeftijd 18 jaar of ouder zijn;

    • -

      volgens de Gemeentelijke Basisadministratie inwonr van Do ngen zijn en rechtatig in -Nederland verblijven;

    • -

      een inkomen ontvangen dat gelijk is aan of minder dan 110% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in paragraaf 3.2 van de wet, vermeerderd met de eventuele toeslag;

    • -

      over een vermogen beschikken dat lager is dan de voor hen ssing zijnde vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 van de wet.

  • 2 Niet tot het inkomen worden gerekend de middelen als bedoeld in artikel Artikel 31 lid 2 WWB.

  • 3 De aanvrager kan een financiële tegemoetkoming voor maatschappelijke participatie aanvragen ten behoeve van activiteiten van zichzelf en of zijn / haar partner.

Artikel 5 Uitsluitingen

Geen recht op een financiële tegemoetkoming krachtens deze verordening heeft degene die weliswaar tot de doelgroep behoort maar die:

  • -

    studeert en een toelage ontvangt op grond van de Wet op de studiefinanciering / Wet tegemoetkoming studiekosten (WSF 2000 / Wtos) of daarop aanspraak kan maken;

  • -

    een uitkering ontvangt op grond van de Regeling verstrekkingen Asielzoekers en andere categordelingen ieën vreemRvA 2005).

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. Het recht op een financiële tegemoetkoming krachtens deze verordening wordt op aanvraag toegekend.

  • 2. Een aanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.

  • 3. In afwijking van lid 1 kunnen Burgemeester en wethouders besluiten om aan personen waarvan bij het college bekend is dat zij aan alle voorwaarden van deze verordening voldoen de tegemoetkoming

    ambtshalve verskken.ene

Artikel 7 Bedrag

De financiële tegemoetkoming in het kader van deze verordening wordt vastgesteld op  € 175,00 per persoon per kalenderjaar.

Artikel 8 Periode van toekenning

De bijdrage wordt eenmaal per kalenderjaar op aanvraag toegekend tot maximaal het bedrag als genoemd in artikel 7.

Artikel 9 Vaststelling, betaalbaarstelling en verificatie

  • 1. Op de aanvraag wordt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing genomen.

  • 2. De betaalbaarstelling vindt dan plaats binnen vier weken na de beslissing op een daartoe door aanvrager op te geven bank- of rekening.

  • 3. De maximale tegemoetkoming per persoon wordt vooraf per kalenderjaar betaalbaar gesteld.

  • 4. Bij de aanvraag behoeven geen betaalbewijzen te worden overgelegd.

  • 5. de aanvrager dient desgevraagd achteraf de besteding van de toegekende bijdrage aan het college te verantwoorden middels het overleggen van betaalbewijzen.

  • 6. de aanvrager dient betaalbewijzen minimaal 12 maanden na het indienen van de aanvraag te bewaren.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 10 herziening / terugvordering / verrekening / wijziging

  • 1. Als een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, kan het college het besluit tot toekenning herzien en de ten onrechte verleende tegemoetkoming van de aanvrager terugvorderen.

  • 2. Indien de aanvrager de besteding van de tegemoetkoming achteraf niet (geheel) kan verantwoorden wordt de te veel verstrekte bijdrage teruggevorderd dan wel verrekenend met een bijdrage over de aansluitende 12 maanden.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbendeafwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Beleid

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 13 Indexering

Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de hoogte van de tegemoetkoming opnieuw vaststellen.

Artikel 14 Onvoorziene situaties

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Minimafonds 2013.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2012.