Beleidsregels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de openbare plaatsen in strijd met de publieke functie ervan

1. Het is verboden een openbare plaats te gebruiken anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, indien degene die voornemens is dit te doen niet minimaal vier weken van te voren melding heeft gedaan aan het college.

2. Het college verbiedt het beoogde gebruik:

• a.

  als het beoogde gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het doelmatig beheer of onderhoud van de openbare plaats;

• b.

  als het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand;

• c.

  in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

3. Van een belemmering voor de bruikbaarheid van de weg is in ieder geval sprake wanneer niet tenminste een vrije doorgang van 1.50 m wordt gelaten op voetpaden en van 3.50 m op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer.

4. Het college kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van het plaatsen van voorwerpen op de openbare weg.

5. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

6. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

7. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

• a.

  evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

• b.

  standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18; en

• c.

  overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.

8. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, of Verordening wegen Noord-Brabant 2010.

9. Op de ontheffing bedoeld in het vijfde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Uitgangspunten

Het plaatsen van aankondigingsborden dient te worden beperkt omdat het her en der plaatsen van deze borden kan leiden tot onoverzichtelijkheid en onveiligheid voor het verkeer (het afleiden van de weggebruikers).

Het voeren van bedrijfsreclame door het plaatsen van aankondigingsborden is niet toegestaan. Er zijn voor ondernemers meerdere mogelijkheden om het bedrijf, product onder de aandacht van het publiek te brengen. Ook voor evenementen welke buiten Dongen worden gehouden is het niet toegestaan hiervoor aankondigingsborden te plaatsen. Illegaal geplaatste aankondigingsborden zullen door de gemeente Dongen worden verwijderd.

Toegestaan is het plaatsen van aankondigingsborden (sandwichborden):

• 1.

  voor evenementen (artikel 2:24) in Dongen;

• 2.

  voor landelijke collectes (conform collecterooster CBF);

• 3.

  voor aankondiging van opendagen bij scholen;

• 4.

  ter ondersteuning van publiekscampagnes van (semi)-overheden. Onder publiekscampagnes van (semi)-overheden wordt bijvoorbeeld verstaan het bevorderen van gezond gedrag en veiligheid door bijvoorbeeld instanties als de GGD en Veilig Verkeer Nederland.

Aangewezen locaties

In de gemeente Dongen zijn tweemaal 18 lantaarnpalen aangewezen waar aankondigingsborden mogen worden geplaatst. Deze aangewezen locaties voldoen tot op heden aan de vraag en behoeven vooralsnog niet te worden uitgebreid. Hierdoor wordt de overvloed van aankondigingsborden beperkt en beheersbaar. Er is gekozen voor tweemaal 18 lantaarnpalen verspreid over de gemeente Dongen omdat het dan mogelijk is in eenzelfde periode voor twee evenementen of andere toegestane promoties publiciteit te voeren.

In de gemeente Dongen mogen driehoeks- c.q. sandwichborden geplaatst worden rondom de hieronder vermelde lichtmasten.

Locaties nr. 1

STRAATNAAMLICHTMASTNUMMER

Anjerstraat 1m. nr. 8

Bolkensteeg 1m. nr. 33

Eindsestraat 1m. nr. 36

Hoofdstraat ('s Gravenmoer) 1m. nr. 13

St. Josephstraat 1m. nr. 18

Waspikseweg 1m. nr. 4

Lage Ham 1m. nr. 14

Middellaan 1m. nr. 60

Nieuwstraat 1m. nr. 6

Noorderlaan 1m. nr. 16

Mgr. Poelsstraat groene paal bij mast nr. 2

Planetenstraat 1m. nr. 2

Procureurweg 1m. nr. 8

de Ruyterstraat 1m. nr. 3

Mgr. Schaepmanlaan 1m. nr. 7

Trappistenstraat 1m. nr. 5

Vaartweg (Dongen-Vaart) 1m. nr. 24A

Wilhelminastraat 1m. nr. 11

Locaties nr. 2:

STRAATNAAMLICHTMASTNUMMER

Anjerstraat 1m. nr. 11

Bolkensteeg 1m. nr. 31

Eindsestraat 1m. nr. 36

Hoofdstraat ('s Gravenmoer) 1m. nr. 23

St. Josephstraat 1m. nr. 19

Waspikseweg 1m. nr. 6

Lage Ham 1m. nr. 25

Middellaan 1m. nr. 67

Nieuwstraat 1m. nr. 7

Noorderlaan 1m. nr. 18

Mgr. Poelsstraat 1m. nr. 6

Planetenstraat 1m. nr. 6

Procureurweg 1m. nr. 15

de Ruyterstraat 1m. nr. 4

Mgr. Schaepmanlaan 1m. nr. 16

Trappistenstraat 1m. nr. 11

Vaartweg (Dongen-Vaart) 1m. nr. 24A

Wilhelminastraat 1m. nr. 1

Periode

De tijdelijk te plaatsen aankondigingsborden mogen maximaal 10 dagen aan de aangewezen locaties worden geplaatst: tien dagen voor het evenement of de collecte tot één dag erna. Deze periode biedt voldoende tijd om bekendheid te geven aan het evenement of collecte. De periode van tien dagen geldt ook voor de campagnes van (semi)-overheden daar dit ook vaak in combinatie is met een landelijke radio- of tv-campagne.

Verkiezingsborden

In de periode voor de verkiezingen worden op vastgestelde locaties door de gemeente borden geplaatst waarop verkiezingsposters van politieke partijen geplakt kunnen worden. Hiervoor is geen toestemming benodigd. Er kan geen plaats gereserveerd worden op de aanplakborden.

Tijdens de verkiezingsperiode is het de politieke partijen niet toegestaan driehoeks- of sandwichborden rondom lantaarnpalen te plaatsen.

Uitgangspunten

Indien iemand voor een periode van maximaal 14 dagen een container op de openbare plaats wil plaatsen is dit toegestaan zolang wordt voldaan aan het gestelde hieromtrent in de hierover gestelde nadere regels.

Zodra de termijn van plaatsingen van de containers op de openbare plaats langer is dan 14 dagen herleeft het verbod van artikel 2:10a, eerste lid, van de APV omdat er dan geen sprake van tijdelijkheid meer is en er om die reden niet vanuit gegaan kan worden dat het plaatsen van de container geen belemmering vormt voor het beheer en onderhoud van de weg en de plaatsing van de container, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving mogelijk niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

Indien het wenselijk is een container op de openbare plaats te plaatsen voor een periode langer dan 14 dagen kan hiervoor op grond van artikel 2:10a APV vergunning c.q. ontheffing aangevraagd worden. De aanvraag zal dan getoetst worden aan de verbodbepaling van artikel 2:10a, tweede lid, van de APV.

Nadere regels plaatsing containers

Voor het plaatsen van containers en vergelijkbare objecten op de openbare plaats van de gemeente Dongen gelden de volgende nadere regels.

Nadere regels:

• -

  een container mag uitsluitend geplaatst worden op een locatie waar het is toegestaan voertuigen te parkeren;

• -

  het is niet toegestaan een container op een gehandicaptenparkeerplaats te plaatsen of voor een in- of uitrit;

• -

  de toegang tot belendende percelen mag niet worden ontnomen;

• -

  een container mag maximaal twee weken geplaatst worden op een locatie;

• -

  op Oudejaarsavond vanaf 16.00 uur tot 08.00 uur op Nieuwjaarsdag moeten alle containers verwijderd zijn van de openbare weg;

• -

  de lengte van de container mag maximaal 6 meter bedragen en de hoogte maximaal 2,4 meter;

• -

  op de container is de naam en het telefoonnummer van de eigenaar of verhuurder aangegeven;

• -

  een minimale vrije doorgang van 1.50 meter breed voor voetgangers en ander verkeer dient altijd te zijn gewaarborgd;

• -

  een minimale vrije doorgang van 3,50 meter op de weg voor voertuigen van de hulpverleningsdiensten dient altijd gewaarborgd te zijn;

• -

  de houder/gebruiker van de container moet er voor zorgen dat er niets van de container kan weg- of afwaaien, kan afvallen op de openbare weg e.d.;

• -

  brandkranen, andere bluswaterwinplaatsen en inspectieputten van het riool moeten worden vrijgehouden voor toegang en gebruik door blusvoertuigen of gemeentewerken;

• -

  het is niet toegestaan op groenstroken en plantsoenen containers te plaatsen;

• -

  voordat de container geplaatst wordt , moeten zodanige voorzieningen worden getroffen, dat geen beschadigingen kunnen optreden aan de ondergrond;

• -

  na verwijdering van de container dient de houder/gebruiker het gebruikte openbaar gebied en de directe omgeving vrij van rommel en onbeschadigd achter te laten.

Algemene voorwaarden:

• -

  de kosten van het herstel van beschadigingen aan openbaar gebied komen voor rekening van de houder/gebruiker van de container;

• -

  de gemeente is niet aansprakelijk voor schade die mogelijk voortvloeit uit het plaatsen van een container;

• -

  schade aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van de aanwezigheid van de container of door de werkzaamheden worden verhaald op de houder/gebruiker van de container.

Indien ten behoeve van bouw- of sloopwerkzaamheden een container op de openbare plaats moet worden geplaatst (indien ruimte op particuliere eigendom van degene voor wie de werkzaamheden worden uitgevoerd bestaat, moet de container daar geplaatst worden), gelden hiervoor de richtlijnen van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en Verkeerstechniek (CROW), getiteld Markering onverlichte obstakels. In ieder geval moet worden gezorgd voor een goede zichtbare afzetting/markering van de container (ook tussen zonsondergang en zonsopgang) door bijvoorbeeld reflecterende markeringsstrepen, bebording, geleidebakens, verlichting e.d.

De veiligheid van fietsers en voetgangers dient te worden gewaarborgd (maatregelen conform richtlijnen CROW-publicatie 130).

Uitgangspunt

Het uitstallen van goederen heeft betrekking op het tijdelijk uitstallen van objecten op de openbare weg voor een winkel- en/of bedrijfspand voor het maken van handelsreclame en/of het aanbieden van koopwaar.

Het betreft dan:

• -.

  reclame-uitingen;

• -

  uitstalrekken;

• -

  bloembakken;

• -

  door een winkelier geëxploiteerde steltoestellen;

• -

  verkoopuitstallingen;

• -

  speeltoestellen;

• -

  fietsenrekken.

Deze voorwerpen of stoffen mogen zonder melding in een voetgangersgebied worden geplaatst indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

• a.

  Er mogen alleen winkeluitstallingen en reclame-uitingen worden geplaatst voor of naast de gevel van het pand waarin de betreffende ondernemer gevestigd is;

  toelichting; er moet een directe relatie zijn tussen de te plaatsen objecten en het pand waar de betreffende ondernemer is gevestigd. Buren of andere belanghebbenden mogen geen overlast ondervinden van uitstallingen, reclameborden, etc. Indien een winkelpand ook aan de achterzijde aan een openbare weg grenst mogen er geen uitstallingen of borden aan de achterzijde worden geplaatst.

   

• b.

  plaatsing dient zodanig te gebeuren dat in alle gevallen een vrije doorgang van minimaal 1,50 meter gewaarborgd blijft;

  toelichting: de voorwerpen moeten zodanig opgesteld worden dat voetgangers en rolstoelgebruikers vrij gebruik kunnen maken van de openbare weg en gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot de winkels. De norm van 1,50 meter is dan ook een minimale norm. Voorkomen moet worden dat voetgangers en rolstoelgebruikers gedwongen worden over de rijbaan te lopen / rijden.

• c.

  Winkeluitstallingen mogen worden geplaatst onder de aanwezige luifel voor de winkel en bij ontbreken van een luifel tot maximaal 1,50 meter uit de gevel van het pand;

  toelichting: ook hier geldt dat de voorwerpen zodanig moet worden opgesteld dat voetgangers en rolstoelgebruikers vrij gebruik kunnen maken van de openbare weg en dat voorkomen moet worden dat zij worden gedwongen over de rijbaan te lopen / rijden. De vrije doorgang van 1,50 meter als genoemd onder b. moet hierbij wel gewaarborgd blijven.

• d.

  Er mogen per winkel maximaal 2 reclameborden worden geplaatst in de openbare ruimte;

• e.

  De voorwerpen of stoffen mogen alleen tijdens de openingstijden van de winkel op de openbare weg worden geplaatst;

• f.

  Het uitstallen van de goederen betreft slechts het aanbieden van koopwaar;

  toelichting: met het uitstallen van de goederen wordt niet bedoeld het creëren van extra opslag voor winkels. Het is dus niet de bedoeling dat koopwaar tijdelijk op de openbare weg wordt geplaatst dat op een later tijdstip aan de klant wordt geleverd.

• g.

  de verkeersveiligheid mag niet in het geding komen.

Uitgangspunt

Voor het uitvoeren van bouw- en renovatiewerkzaamheden aan panden moeten er vaak steigers op de openbare plaats worden geplaatst. De periode kan variëren van enkele dagen tot enkele maanden bij nieuwbouw.

Het plaatsen van een steiger dient voor de omgeving en voor derden zo veilig mogelijk te geschieden met zo min mogelijk overlast.

Nadere regels plaatsen steigers

Voor het plaatsen van steigers op de openbare weg gelden de volgende nadere regels.

• -

  de steiger mag maximaal 30 dagen aaneengesloten worden geplaatst;

• -

  indien de doorgang op het trottoir wordt belemmerd, moet aan beide zijden van de steiger een duidelijk leesbaar bord “Voetgangers oversteken” worden geplaatst. Tevens dient een veilige oversteek te worden gecreëerd.

• -

  Bij de melding dient een tekening of ingetekende luchtfoto met daarop de plaatsing van het object te worden overgelegd.

Uitgangspunt

Het gebruik van een kraan ten behoeve van hijswerkzaamheden is vaak van korte duur. Men spreekt dan over hijswerkzaamheden van enkele uren. Het kan voorkomen dat voor het uitvoeren van hijswerkzaamheden een gedeelte van of de openbare weg moet worden afgesloten om de verkeersveiligheid te garanderen.

Kraanbedrijven dienen de uit te voeren hijswerkzaamheden minimaal 14 dagen van te voren te melden in verband met het eventueel nemen van verkeersmaatregelen.

Bij de melding dient een tekening of ingetekende luchtfoto met daarop de plaatsing van de kraan te worden overgelegd met een verkeersplan.