Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid alsmede op de regels voor het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Dongen

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Financiele beheersverordening 2015 gemeente Dongen

De raad van de gemeente Dongen;

gelet op de artikelen 149 en 212 van de gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is de “Financiële beheersverordening gemeente Dongen”, zoals vastgesteld op 4 maart 2009, te wijzigen;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende:

Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid alsmede op de regels voor het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Dongen.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    team iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordingsplicht naar het college heeft.

  • b.

    administratie het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Dongen en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    financiële administratie de financiële administratie is een onderdeel van de administratie en omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Dongen, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • ·

      de financieel-economische positie;

    • ·

      het beheren van vermogenswaarden;

    • ·

      de uitvoering van de begroting;

    • ·

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • ·

      het afleggen van rekening en verantwoording.

  • d.

    administratieve organisatie het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • e.

    financieel beheer het uitoefenen van bestuur en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Dongen.

  • f.

    rechtmatigheid Het in overeenstemming zijn met de begroting en van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke regelingen.

  • g.

    doelmatigheid de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of de mate waarin met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt.

  • h.

    doeltreffendheid de mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

  • i.

    planning en control ontwikkelen, invoeren en beheren van beleids en beheersingsinstrumentarium met betrekking tot het (strategisch) beleid alsmede het financieel-, juridisch-, personeel-, organisatie-, communicatie- en informatiserings- en financieringsbeleid.

  • j.

    netto schuld Bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.

Hoofdstuk II Begroting en Verantwoording

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De programmabegroting is ingedeeld overeenkomstig de voorgeschreven indeling in het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten”.

  • 2. De programmabegroting bevat op hoofdlijnen de programmabeschrijvingen en maatschappelijke effecten die worden nagestreefd, alsmede de middelen die daarvoor beschikbaar zijn, één en ander zo mogelijk uitgedrukt in relevante prestatiecijfers en kengetallen.

  • 3. De raad stelt per programma vast:

    • ·

      Programmabeschrijving;

    • ·

      Maatschappelijke effecten;

    • ·

      Thema's;

    • ·

      Doel thema's;

    • ·

      Overzicht beoogde resultaten, waaronder:

      • a.

        Inspanning.

      • b.

        Resultaat.

      • c.

        Indicator.

  • 4. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde resultaten en de maatschappelijke effecten, zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Thema's

  • 1. Bij de begroting wordt per programma een overzicht gegeven van de thema's die zijn opgenomen.

Artikel 4. Uitvoering begroting

  • 1. Het college draagt zorg voor regels die bewerkstelligen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat:

    • a.

      de budgetten in de financiële administratie waaraan de lasten en baten door middel van kostentoerekening worden toegerekend, eenduidig zijn toe te wijzen aan de thema's en programma’s.

    • b.

      de budgetten binnen de thema's en voor investeringen eenduidig worden toegewezen aan de budgethouders.

    • c.

      de lasten van de programma’s niet worden overschreden.

  • 3. Het inzetten van budgetten van het ene thema voor het andere vindt plaats door middel van een collegebesluit.

Artikel 5. Interne controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatievoorziening en de rechtmatigheid van de beheerhandelingen.

  • 2. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 3. Het college draagt zorg voor de periodieke interne toetsing van bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening en de rechtmatigheid van de beheershandelingen.

  • 4. Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets genoemd in lid 3 voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van tekortkomingen.

Artikel 6. Budgetbewaking en tussentijdse rapportage

  • 1. Onder budgetbewaking wordt verstaan het periodiek signaleren van overschrijdingen (budgetbewaking in engere zin) en eventueel andere afwijkingen van het budget alsmede de (bedrijfseconomische) analyse van de verschillen tussen budget en werkelijkheid (budgetbewaking in ruimere zin).

  • 2. Het college rapporteert periodiek de raad over de realisatie van de politiek bestuurlijke speerpunten van het begrotingsjaar via raadsinformatiebrieven.

  • 3. Het college rapporteert periodiek (minimaal 2x per jaar) over de realisatie van de begroting aan de raad via de bestuursrapportages (Beraps)

  • 4. De hierbij behorende begrotingswijzing gaat in op afwijkingen betreffende de baten en lasten.

  • 5. Het Managementteam (MT) stelt periodiek een managementrapportage (marap) op over de financiële ontwikkeling van de budgetten. Deze marap’s worden aan het College aangeboden..

Artikel 7. Gemeenterekening

  • 1. De gemeenterekening is ingedeeld overeenkomstig de voorgeschreven indeling in het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten.

  • 2. Het college legt jaarlijks verantwoording af over de programma’s via beantwoording van de vragen:

    • ·

      wat hebben we bereikt? (=beoogd effect en resultaten)

    • ·

      wat hebben we daarvoor gedaan? (=inspanning)

    • ·

      wat heeft het gekost?

Artikel 8. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk III Kaderstellingen

Artikel 9. Reserves en Voorzieningen

  • 1. Het college geeft jaarlijks bij de programmabegroting een overzicht van de reserves en voorzieningen. De bijbehorende bestedingsplannen worden opgenomen in de investeringsbegroting.

  • 2. Het college neemt daarbij de richtlijnen in acht die zijn vastgelegd in het Beleidskader Reserves en voorzieningen. Daarin is opgenomen:

    • a.

      de instelling van een reserve of voorziening;

    • b.

      de voeding en onttrekking van/aan de reserve of voorziening;

    • c.

      de eventuele normering, bandbreedte;

    • d.

      de rentetoerekening;

    • e.

      de looptijd.

  • 3. Het Beleidskader Reserves en voorzieningen wordt minimaal elke vijf jaar geactualiseerd en aan de raad ter vaststelling aangeboden.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Het college neemt omtrent het waarderen, activeren en afschrijven van activa de richtlijnen in acht die zijn vastgelegd in het Beleidskader Waarderen en afschrijven van activa. Daarin is opgenomen:

    • a.

      de duur van de afschrijving naar soort, vastgelegd in de afschrijvingstabel

    • b.

      de wijze van afschrijven;

  • 2. Het Beleidskader Waarderen en afschrijven van activa wordt minimaal elke vijf jaar geactualiseerd en aan de raad ter vaststelling aangeboden.

  • 3. De uitgangspunten in de nota waarderen en afschrijven activa zijn richtinggevend, uitzonderingen op het beleid worden afzonderlijk aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.

Artikel 11. Waardering openstaande vorderingen en invorderingsbeleid

  • 1. Het college zorgt voor regels voor inning en waardering van openstaande vorderingen. Deze regels worden vastgelegd in de beleidsnota invorderingsbeleid gemeente Dongen dat ter vaststelling aan de raad wordt aangeboden.

  • 2. De regels voor inning en waardering van openstaande vorderingen zijn gebaseerd op gangbare bedrijfseconomische principes.

  • 3. Dit beleidskader wordt minimaal elke vijf jaar geactualiseerd en aan de raad ter vaststelling aangeboden.

Artikel 12. Grondslagen lokale heffingen

  • 1. Voor het bepalen van de hoogte van de lokale heffingen van de gemeente Dongen wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd, met als uitgangspunt dat tarieven kostendekkend en marktconform dienen te zijn.

  • 2. Bij de kostentoerekening worden alle kosten meegenomen die samenhangen met de door de gemeente geleverde inspanning c.q. diensten.

Artikel 13. Financieringsfunctie

  • 1. Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor het correct uitvoeren van de richtlijnen zoals vastgelegd in het door de raad vastgestelde Treasurystatuut.

  • 2. De regels ter uitvoering van de taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening zijn in het treasurystatuut vastgelegd.

  • 3. Het Treasurystatuut wordt minimaal elke vijf jaar geactualiseerd en aan de raad ter vaststelling aangeboden.

Artikel 14. Prijzen economische activiteiten

  • 1. Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2. Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 3. Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 4. Raadsbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

    • a.

      leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

    • b.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

    • c.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

    • d.

      een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

    • e.

      een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

    • f.

      een bevoordeling van publieke media-instellingen; en

    • g.

      een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Hoofdstuk IV Paragrafen in begroting en jaarstukken

Artikel 15. Paragrafen

De paragrafen in de begroting en de jaarstukken bestaan minimaal uit:

  • A.

    Lokale heffingen

    • 1.

      Het college draagt er zorg voor dat er een actueel overzicht is van de tarieven, heffingen, prijzen en kosten bij de aanvang van het begrotingsjaar.

    • 2.

      Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid, de ontwikkeling van de lokale lastendruk voor huishoudens en bedrijven.

  • B.

    Weerstandsvermogen

    • 1.

      Het college geeft bij de begroting en gemeenterekening in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing inzicht in de belangrijkste risico´s van materieel belang op concernniveau.

    • 2.

      Het college zorgt er voor dat de nota risicomanagement en weerstandsvermogen jaarlijks wordt geactualiseerd en ter vaststelling aan de raad wordt aangeboden.

  • C.

    Onderhoud Kapitaalgoederen

    Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallige onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering en gebouwen;

  • D.

    Financiering

    • 1.

      Het college neemt voor het aantrekken en uitzetten van gelden, het verlenen van gemeentegaranties, het kasbeheer, de administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie worden de regels in acht die zijn opgenomen in het Treasurystatuut.

    • 2.

      Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering verslag van het risicobeheer (kasgeldlimiet, renterisiconorm), de kredietrisico’s op leningen, beleggingen en gemeentegaranties, de opgenomen geldleningen, de uitzettingen, het kasbeheer en de informatievoorziening.

  • E.

    Bedrijfsvoering

    In het onderdeel bedrijfsvoering van de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven; in het onderdeel bedrijfsvoering bij de jaarstukken wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering en over nieuwe ontwikkelingen;

  • F.

    Verbonden Partijen

    In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen ingegaan op nieuwe participaties, het beëindigen van bestaande participaties, het wijzigen van bestaande belangen en het aanwezig zijn van problemen bij bestaande participaties. Van elk van de verbonden partijen wordt bij de begroting en jaarstukken een opgave verstrekt van:

    • ·

      het openbaar belang;

    • ·

      het eigen en vreemd vermogen en het resultaat, voor zover bekend;

    • ·

      het financieel belang en de zeggenschap.

  • G.

    Grondbeleid

    Het college draagt zorg voor een nota Grondbeleid die jaarlijks wordt geactualiseerd en ter vaststelling aan de raad wordt aangeboden. Daarin is opgenomen de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente. Ook wordt daarin aandacht besteed aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten (complexen), de voorraadverwerving en uitgifte van gronden, tussentijdse winstneming, waardering niet in exploitatie genomen gronden, de wijze van activeren van kosten en de autorisatie van kredieten door de gemeenteraad.

    In de paragraaf grondbeleid in de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de beleidsanalyse en de financiële ontwikkelingen zoals winst/verliesverwachtingen en de verwerving van gronden.

  • H.

    Meerjarig subsidieprogramma

    Het college biedt eens in de vier jaar het meerjarig subsidieprogramma aan. Dit programma bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies en een overzicht van de toegekende subsidies.

Hoofdstuk V De financiële administratie en organisatie

Artikel 16. De financiële administratie

Het college zorgt er voor dat:

  • 1.

    De inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten en andere relevante wetgeving.

  • 2.

    De administratie zodanig van opzet en werking is dat zij dienstbaar is voor:

    • a.

      verstrekking van informatie over ontwikkelingen in de omvang vorderingen, schulden, voorraden etc;

    • b.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders;

    • c.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en de geldende wet- en regelgeving.

  • 3.

    De vereiste informatie wordt verstrekt aan het Rijk, de Provincie en de Europese Unie alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 17. De financiële organisatie

Het college zorgt voor:

  • 1.

    Een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de diensten.

  • 2.

    Een adequate scheiding van taken, functies en bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie is gewaarborgd.

  • 3.

    Verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • 4.

    Het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 18. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2015, met dien verstande dat de begroting en de jaarstukken met ingang van de begroting voor het jaar 2015 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de “Financiële beheersverordening gemeente Dongen”, zoals vastgesteld op 4 maart 2009.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële beheersverordening 2015 gemeente Dongen”.

Ondertekening

Dongen, 18 december 2014
DE RAAD VOORNOEMD,
,voorzitter
,griffier

Toelichting

Algemeen

Ter voorkoming van verwarring is het noodzakelijk dat de begripsdefinities duidelijk zijn. In Dongen kennen we de programmabegroting met acht programma’s. Onder ieder programma zijn vervolgens thema's opgenomen. De raad stelt kaders en controleert op het niveau van de programma’s, het college stuurt op het niveau van de thema's. De uitvoerende vakdiensten werken met budgetten.

Een voorbeeld ter verduidelijking. De raad zorgt voor een afgewogen programma Werk en Inkomen, waarbinnen de thema's "re-integratie en arbeidsmarktbeleid" en "inkomensvoorziening en minimabeleid" aan de Dongense bevolking worden aangeboden. Het college draagt er vervolgens zorg voor dat Dongenaren die recht hebben op bijvoorbeeld inkomensondersteuning ook daadwerkelijk en volgens de regels worden geholpen. Voor de betreffende uitvoerende dienst is het van belang welke vorm van inkomensondersteuning kan of moet worden verleend, algemene bijstand of een vorm van bijzondere bijstand (budgetten).

Artikel 2. Programmabegroting

Artikel 2 bevat een aantal bepalingen over de inrichting van de begroting waarin de kaderstellende functie van de raad tot uiting komt. De raad legt op basis van dit artikel een belangrijk deel van de infrastructuur van de begroting vast.

De gemeente bepaalt zelf het aantal en de inhoud van de programma’s van de begroting en kan daardoor de begrotingsopzet aanpassen aan de eigen politiek-bestuurlijke wensen. Omdat er een politiek-bestuurlijke keuze ten grondslag ligt aan de indeling van de programma’s stelt de raad de indeling vast. Indien daartoe aanleiding is, kan de raad de indeling wijzigen.

Artikel 3. Thema's

De raad stelt de programmabegroting vast. Ter uitvoering van de begroting stelt het college een begroting naar thema's op. Het college is vrij in het aantal thema's en de indeling daarvan. De begroting naar thema's is in de systematiek van het ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ geen onderdeel van de begroting. De raad kan van oordeel zijn dat hij bij de programmabegroting en verantwoording een overzicht wil hebben van welke thema's er bij de programma’s horen. Dit wordt geregeld in het eerste lid.

Artikel 4. Uitvoering begroting

In artikel 4 legt de raad het college een aantal verplichtingen op die voor een goede uitvoering van de begroting noodzakelijk zijn. In het eerste lid wordt bepaald dat het college de rechtmatigheid, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de uitvoering moet waarborgen. Lid 2 stelt eisen voor de onderwerpen die van belang zijn voor de opstelling van de begroting naar thema's. In het duale stelsel geeft de raad geen nadere uitvoeringsregels; het vaststellen van uitvoeringsregels is de bevoegdheid van het college.

Artikel 5. Interne controle

De raad legt in dit artikel enkele basiscondities vast voor de interne controle. Daarmee verkrijgt de raad de zekerheid dat het college aan de verplichting genoemd in met name artikel 4, eerste lid, zal kunnen voldoen.

Artikel 6. Budgetbewaking en tussentijdse rapportage

Artikel 6 formaliseert een belangrijk onderdeel van de planning & control functie van de raad. De raad geeft namelijk aan welke informatie het college standaard dient te verstrekken evenals de frequentie waarmee de informatie moet worden verstrekt. Op basis van deze informatie kan de raad de uitvoering van de begroting volgen en besluiten of bijsturing nodig is.

Artikel 7. Gemeenterekening

Artikel 7 is het sluitstuk van de begrotingscyclus: de verantwoording over de begrotingsuitvoering door het college en de controle van de raad daarop. De gemeenterekening is ingedeeld overeenkomstig de in het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten voorgeschreven indeling.

Artikel 8. EMU- saldo

Voor gemeenten is in de Wet houdbare overheidsfinanciën vastgelegd dat ze aandeel hebben in plafond voor het totale EMU-tekort van Nederland. Wordt dit gemeentelijk aandeel in het EMU-tekort door de gezamenlijke gemeenten overschreden dan kan dat tot een correctieve maatregel van het Rijk leiden of tot een boete uit Europa die naar gemeenten wordt doorvertaald. Maar het kan ook zijn dat de overschrijding niet erg is.

Gemeenten krijgen in het voorjaar van het Rijk bericht of het gemeentelijk aandeel in het nationale toegestane EMU-tekort met de lopende begroting dreigt te worden overschreden. Ook wordt dan duidelijk of daarop actie van gemeenten is gewenst. Pas als dit laatste het geval is, moeten gemeenten met een individueel EMU-saldo hoger dan gemeentelijke EMU-referentiewaarde hun begroting neerwaarts bijstellen om de overschrijding van het collectieve aandeel ongedaan te maken.

In het artikel is opgenomen dat het college de raad informeert bij een overschrijding van het toegestane EMU-tekort voor alle gemeenten. Als daarop actie nodig is van de gemeente, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Artikel 9. Reserves en voorzieningen

Artikel 9 betreft de kaders voor reserves en voorzieningen.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

Artikel 10 betreft de kaders voor waardering, activering en afschrijving van activa.

Artikel 11. Waardering openstaande vorderingen en invorderingsbeleid

Artikel 11 draagt het college op regels te stellen voor waardering van debiteuren en overige vorderingen en voor het invorderingsbeleid.

Artikel 12. Grondslagen lokale heffingen

In artikel 12 is de grondslag voor de bepaling van heffingen en tarieven neergelegd. De grondslag voor de hoogte van heffingen en tarieven is namelijk politieke besluitvorming door de raad op basis van de geraamde hoeveelheden en de geraamde kostprijzen. Kostprijzen laten zich op vele manieren berekenen. In dit artikel worden uitgangspunten voor de bepaling van de kostprijzen gegeven.

Het uitgangspunt is dat heffingen en tarieven kostendekkend en marktconform moeten zijn. Dit geldt ook voor gesubsidieerde instellingen. Als zij hierdoor in financiële problemen komen, kan gekozen worden voor aanvullende subsidiëring.

Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en reinigingsrechten de compensabele BTW.

De begroting en jaarstukken zijn exclusief de compensabele BTW. Voor dit soort rechten en heffingen is echter in de wet bepaald dat ze meegenomen worden in de kostprijsberekening, omdat de gemeente deze kosten wel heeft, ook al wordt de BTW gecompenseerd.

Artikel 13. Financieringsfunctie

De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Artikel 212 bevat het expliciete voorschrift dat de verordening een onderdeel over de financieringsfunctie heeft. De gemeente Dongen heeft de regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie in het Treasurystatuut vastgelegd.

Artikel 14. Prijzen economische activiteiten

Als een gemeente goederen, diensten of werken levert aan overheidsbedrijven of derden dan mag zij deze activiteiten niet bevoordelen als het economische activiteiten betreft. Economische activiteiten zijn hier activiteiten waarmee de gemeenten in concurrentie met ander ondernemingen treedt. Het bevoordelingsverbod houdt feitelijk in dat tenminste een integrale kostprijs voor de levering van goederen, diensten werken en het verstrekken van leningen garanties en kapitaal in rekening moet worden gebracht.

Van deze verplichting kan worden afgeweken als de activiteiten worden ontplooid in het kader van het publiek belang. Daarvoor is wel nodig dat in een raadbesluit het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd. Het raadbesluit moet worden aangemerkt als een concretiserend besluit van algemene strekking. Het besluit moet worden bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad en moet open staan voor bezwaar en beroep. Belanghebbenden kunnen dan binnen uiterlijk zes weken na bekendmaking van het besluit een bezwaarschrift indienen bij de gemeente (Artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht). De gemeente moet binnen zes weken een besluit nemen over het bezwaarschrift of – indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht is ingesteld – binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.

Bij afwijzing van de bezwaren kan de belanghebbende beroep instellen bij de bestuursrechter.

Voor het verplicht in rekening brengen van minimaal een integrale kostprijs voor de levering van goederen, werken en diensten of voor het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal gelden een aantal uitzonderingen. Deze uitzonderingen worden in het vierde lid opgesomd.

Als een gemeente goederen, diensten of werken levert aan overheidsbedrijven of derden dan mag zij deze activiteiten niet bevoordelen als het economische activiteiten betreft. Economische activiteiten zijn hier activiteiten waarmee de gemeenten in concurrentie met ander ondernemingen treedt. Het bevoordelingsverbod houdt feitelijk in dat tenminste een integrale kostprijs voor de levering van goederen, diensten werken en het verstrekken van leningen garanties en kapitaal in rekening moet worden gebracht.

Van deze verplichting kan worden afgeweken als de activiteiten worden ontplooid in het kader van het publiek belang. Daarvoor is wel nodig dat in een raadbesluit het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd. Het raadbesluit moet worden aangemerkt als een concretiserend besluit van algemene strekking. Het besluit moet worden bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad en moet open staan voor bezwaar en beroep. Belanghebbenden kunnen dan binnen uiterlijk zes weken na bekendmaking van het besluit een bezwaarschrift indienen bij de gemeente (Artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht). De gemeente moet binnen zes weken een besluit nemen over het bezwaarschrift of – indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht is ingesteld – binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.

Bij afwijzing van de bezwaren kan de belanghebbende beroep instellen bij de bestuursrechter.

Voor het verplicht in rekening brengen van minimaal een integrale kostprijs voor de levering van goederen, werken en diensten of voor het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal gelden een aantal uitzonderingen. Deze uitzonderingen worden in het vierde lid opgesomd.

Artikel 15. Paragrafen

In dit artikel worden de verplicht voorgeschreven paragrafen nader uitgewerkt. Per onderdeel is aangegeven bij welk thema waarover en in welke vorm moet worden gerapporteerd.

Artikel 16. De financiële administratie

In artikel 14 worden de kaders gegeven voor de inrichting van de gemeentelijke administraties. In hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens moeten worden vastgelegd en aan welke eisen de vastgelegde gegevens moeten voldoen. Deze verordening regelt niet – inherent aan het dualisme – de regels en activiteiten die daarvoor in de uitvoering nodig zijn. Dat is een taak van het college. Deze zal deze zaken wel moeten vastleggen voor de aansturing van de ambtelijke organisatie.

Artikel 17. De financiële organisatie

In dit artikel worden uitgangspunten voor de inrichting van de financiële organisatie gegeven, waaraan het college bij het stellen van regels voor de ambtelijke organisatie invulling moet geven. De uitgangspunten vormen kaders voor het college, waaraan het zich moet houden.

Bij het beleid en interne regels voor de inkoop en aanbesteding kan gedacht worden aan een inkoopreglement en ook aan gemeentelijke inkoopvoorwaarden.

Artikel 18. Inwerkingtreding

De nieuwe verordening artikel 212 Gemeentewet gaat in per 1 januari 2015.

Artikel 19. Citeertitel

In dit artikel wordt de naam gegeven, waarmee men in de gemeentelijke stukken naar deze verordening kan verwijzen.