Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Dongen 2016

Geldend van 19-03-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling dienstreizen en verblijfskostenGemeente Dongen 2016

Het college van Burgemeester en wethouders van Dongen,

besluit:

  • ·

    gelet op artikel 160 van Gemeentewet;

  • ·

    gelet op artikel 15:1:22 en artikel 18:1:10 CAR-UWO;

  • ·

    na overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Dongen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Werkgever

Het college van Burgemeester en wethouders van Dongen,

Leidinggevende

Voor de medewerker de teamleider, voor de teamleider de manager en voor de manager de gemeentesecretaris,

Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR-UWO., alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins in dienst zijn van de werkgever.

Dienstreis

Een naar het oordeel van de leidinggevende noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van een dienst of volgen van een opleiding/cursus buiten de plaats van tewerkstelling, evenals het hiermede verband houdende verblijf buiten deze plaats.

Plaats van tewerkstelling

Het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar of van waaruit de medewerker naar het oordeel van de werkgever gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Standplaats

Het adres waar de medewerker zijn werkzaamheden uitoefent.

(Motor)voertuig

(Gemotoriseerd) vervoersmiddel waarvan de medewerker eigenaar is.

Artikel 2 Algemene bepalingen

Lid 1

De medewerker heeft voor het maken van een dienstreis voorafgaande toestemming nodig van

de leidinggevende.

Lid 2

De dienstreizen dienen in de regel met openbare vervoermiddelen te worden gemaakt, tenzij anders is bepaald door de leidinggevende.

Lid 3

Indien de dienstreis naar het oordeel van de leidinggevende niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt, kan de leidinggevende aan de medewerker toestemming verlenen voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen (motor)voertuig.

Lid 4

Reiskosten voor woon-/werkverkeer worden niet aangemerkt als dienstreis.

Lid 5

Verkeersovertredingen worden niet aangemerkt als reiskosten.

Artikel 3 Afstand

Lid 1

Tenzij een andere opdracht is gegeven, behoort een dienstreis via de meest optimale route te worden gemaakt.

Lid 2

De plaats van tewerkstelling wordt door leidinggevende als begin- en eindpunt aangemerkt. Het aantal kilometers wordt naar boven afgerond tot het naast hogere gehele getal.

Lid 3

In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de woning van de medewerker of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

Artikel 4 Vergoeding reiskosten

Lid 1

De vergoeding van de reiskosten met een openbaar vervoer middel vindt plaats op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor een plaats in de tweede klasse.

Lid 2

Indien de leidinggevende vooraf toestemming heeft verleend voor het gebruik van een eigen voertuig krijgt de medewerker een kilometervergoeding overeenkomstig de Reisregeling binnenland.

Lid 3

Boven de vergoeding als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel, wordt aan de medewerker vergoed hetgeen door hem is betaald voor parkeerkosten, brug-, veer- en tolgelden en stallingkosten. Deze vergoedingen worden aangemerkt als belastbare vergoedingen.

Artikel 5 Vergoeding verblijfskosten

Lid 1

Verblijfskosten worden vergoed tot de naar het oordeel van de leidinggevende in redelijkheid gemaakte werkelijke kosten, met inachtneming van het tweede en derde lid van dit artikel.

Lid 2

Er kan geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten voor een dienstreiskorter dan vier uur en voor een dienstreis binnen de standplaats, worden gemaakt.

Lid 3

De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies worden vergoed op basis van de Reisregeling binnenland.

Artikel 6 Declaratie

Uitbetaling van reis- en verblijfskosten geschiedt achteraf, op declaratiebasis. De vergoeding van de verblijfskosten kan gedeeltelijk belast aan u worden uitbetaald. Declaraties dienen voorzien te zijn van originele, deugdelijke bewijsstukken.

Artikel 7 Termijn

Geen aanspraak op tegemoetkoming in reis- en/of verblijfskosten bestaat indien de declaratie van de in een kalendermaand gemaakte kosten niet binnen drie maanden na die kalendermaand bij de leidinggevende ter accordering is ingediend.

Artikel 8 Aansprakelijkheid bij schade

Bij schade aan het eigen motorvoertuig tijdens uitoefening van de dienst, als gevolg van eigen verwijtbaar gedrag van de medewerker, is de werkgever niet aansprakelijk te stellen voor die schade.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Dongen 2016” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de regeling "Regeling reis- en verblijfkosten gemeente Dongen 2011".

Aldus vastgesteld op 1 februari 2016

Het college van Dongen,

De secretaris, de burgemeester,

HLM van Noort, MC Starmans-Gelijns,