Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregels Meedoenregeling Dongen 2018

Geldend van 01-07-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregels Meedoenregeling Dongen 2018

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dongen

Gelet op het bepaalde op titel 4:3 Beleidsregels Algemene wet bestuursrecht

Gelet op artikel 35 van de Participatiewet

B E S L U I T:

Vast te stellen de beleidsregels Meedoenregeling Dongen 2018, op 21 augustus 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet.

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Dongen.

    • c.

      rechthebbende: de inwoner van Dongen van 18 jaar en ouder, niet zijnde een student, die een inkomen heeft dat gelijk is aan of minder dan 120 % van de voor hem geldende bijstandsnorm.

    • d.

      aanvrager: een persoon die aanspraak wil maken op de Meedoenregeling Dongen.

    • e.

      Meedoeregeling: regeling waarin inwoners met een laag inkomen en een beperkt vermogen een bedrag ter besteding wordt aangeboden voor sociaal-culturele, educatieve, sportieve of recreatieve activiteiten.

    • f.

      Meedoenbudget: het bedrag wat ter beschikking wordt gesteld voor deelname aan sociaal-culturele, sportieve, educatieve of recreatieve activiteiten.

    • g.

      partner: degene, met wie de aanvrager gehuwd is of anderszins een gezamenlijke huishouding voert als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • h.

      kind: het in Dongen woonachtige eigen kind of stiefkind, voor wie de ouder aanspraak kan maken op een uitkering ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (AKW);

    • i.

      gezin: alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder van de wet;

    • j.

      student: studerende van 18 jaar en ouder die recht heeft op studiefinanciering op grond van de WSF en de WTOS;

    • k.

      sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteit: een maatschappelijke, educatieve, sportieve, culturele of recreatieve activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.

Artikel 2. Doelstelling

Deze beleidsregels beogen, door middel van het toekennen van een Meedoenbudget, te voorkomen of te doorbreken dat personen vanwege hun financiële positie in een situatie van maatschappelijk isolement dreigen te geraken. Het Meedoenbudget wordt verleend in de kosten van sociaal-culturele, educatieve, sportieve of recreatieve activiteiten.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen

Artikel 3. Vergoedingen

  • 1. Het Meedoenbudget kan ingezet worden voor de op naam gestelde kosten die door belanghebbende worden gemaakt voor o.a. :

    • a.

      lidmaatschap van sport- en ontspanningsverenigingen, ouderenorganisatie en dergelijke;

    • b.

      muziekonderwijs;

    • c.

      Zomerspelen Dongen;

    • d.

      Dongen Ice;

    • e.

      dagtrips (b.v. bioscoop, concert, schouwburg, musea en pretpark);

    • f.

      deelname aan cursussen in groeps- of klassenverband, die niet behoren tot het van rijkswege op grond van wettelijke regelingen bekostigde (reguliere) onderwijs;

    • g.

      het abonnement van de openbare bibliotheek en zwembad;

    • h.

      vakantiekamp;

    • i.

      een abonnement op krant, tijdschrift of een schoolblad;

    • j.

      de aanschaf van een museumjaarkaart, cultureel jongerenpaspoort.

  • 2. Het college verstrekt geen Meedoenbudget indien de aanvrager op een andere wijze in de kosten van de gevraagde voorziening kan of is voorzien.

Artikel 4. Criteria

1. Om voor de Meedoenregeling krachtens deze beleidsregels in aanmerking te

2. komen moet de aanvrager achtereenvolgens:

  • a.

    in de leeftijd 18 jaar of ouder zijn;

  • b.

    volgens de BRP inwoner van Dongen zijn en rechtmatig in Nederland verblijven;

  • c.

    een inkomen ontvangen dat gelijk is aan of minder dan 120% van de voor hen van

  • d.

    toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in paragraaf 3.4 van de wet.

  • e.

    Een vermogen hebben dat lager is dan het vermogen genoemd in paragraaf 3.4. van de wet.

3. Niet tot het inkomen worden gerekend de middelen als bedoeld in artikel 31, tweede lid van de wet.

4. De Meedoenregeling staat eveneens open voor inwoners van Dongen die een wettelijk traject in het kader van de Wet Schuldsanering natuurlijke personen of een minnelijk traject in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening volgen. Deze inwoners worden geacht niet te beschikken over een besteedbaar inkomen dat hoger is dan 120% van het voor hen geldende sociaal minimum niveau.

5. Om de armoedeval te verzachten komt de aanvrager die door een hoger inkomen vanwege werkaanvaarding geen recht meer heeft op een huur- zorgslag en kwijtschelding van de lokale belastingen, in aanmerking voor de Meedoenregeling, mits het netto besteedbaar inkomen door het wegvallen van deze regelingen lager is dan 120% van het geldende sociaal minimumniveau.

6. De aanvrager kan een Meedoenbudget aanvragen ten behoeve van activiteiten van zichzelf en/ of zijn partner en/of zijn kind(eren).

Artikel 5. Uitsluitingen

Geen recht op een Meedoenbudget krachtens deze beleidsregels heeft degene die:

1. student is;

2. op grond van artikel 11 van de Participatiewet geen recht heeft op uitkering krachtens de Participatiewet.

3. in 2018 een financiële tegemoetkoming in het kader van de Verordening Minimafonds van de Gemeente Dongen heeft ontvangen.

Artikel 6. Aanvraag

1. Het recht op een Meedoenbudget krachtens deze beleidsregels wordt op aanvraag toegekend.

2. Een aanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend.

3. De hoogte van het Meedoenbudget wordt bepaald door de leeftijd op peildatum 1 januari van het betreffende kalenderjaar.

Artikel 7. Maximale bedragen Meedoenregeling Dongen 2018

1. Per kalenderjaar bedraagt het budget van de Meedoenregeling Dongen:

  • a.

    € 100 voor kinderen tot 4 jaar

  • b.

    € 200 voor kinderen van 4 tot en met 11 jaar.

  • c.

    € 300 voor kinderen van 12 tot en met 17 jaar

  • d.

    € 175 voor personen van 18 jaar of ouder.

2. Het bedrag is een persoonsgebonden budget. Dit tegoed is niet overdraagbaar aan andere personen, ook niet binnen het gezin.

3. Het niet benutte tegoed van de Meedoenregeling vervalt per 1 januari van het volgende kalenderjaar.

4. Kinderen die de overstap maken van het basis onderwijs naar een vervolgopleiding komen, in het kalenderjaar van deze overstap, in aanmerking voor een extra budget voor een schoolstartpakket van maximaal € 200 per kalenderjaar.

5. Het budget voor het schoolstartpakket wordt beschikbaar gesteld in de periode van 1 juli tot 1 oktober van het betreffende kalenderjaar. Een op naam gestelde toelatingsbrief van de vervolgopleiding dient als bewijsstuk overlegd te worden.

6. De bedragen genoemd in het eerste en het vierde lid kunnen jaarlijks worden geïndexeerd conform de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden op hele euro’s naar boven afgerond.

Artikel 8. Periode van toekenning

De bijdrage wordt eenmaal per kalenderjaar op aanvraag toegekend het bedrag dat is genoemd in artikel 7.

Artikel 9. Vaststelling, betaalbaarstelling en verificatie

1. Op de aanvraag wordt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing genomen.

2. De betaalbaarstelling van het Meedoenbudget vindt dan plaats binnen vier weken na de beslissing op een daartoe door aanvrager op te geven bank- of girorekening. Het schoolstarterspakket is hierop een uitzondering en wordt betaalbaar gesteld als de toelatingsbrief van de vervolgopleiding is verstrekt.

3. Het Meedoenbudget per persoon wordt per kalenderjaar betaalbaar gesteld. Het schoolstarterspakket is hierop een uitzondering en wordt betaalbaar gesteld als de toelatingsbrief van de vervolgopleiding is verstrekt.

4. De aanvrager dient desgevraagd achteraf de besteding van het Meedoenbudget aan het college te verantwoorden middels het overleggen van betaalbewijzen.

5. De aanvrager dient betaalbewijzen minimaal 12 maanden na het indienen van de aanvraag te bewaren, deze worden steekproefsgewijs gecontroleerd.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 10. Herziening / terugvordering / verrekening / wijziging

  • 1.

    Als het Meedoenbudget ten onrechte is verleend, kan het college het besluit tot toekenning herzien en de ten onrechte verleende bijdrage van de aanvrager terugvorderen.

  • 2.

    Als de aanvrager de besteding van het Meedoenbudget achteraf niet (geheel) kan verantwoorden wordt het te veel verstrekte budget teruggevorderd dan wel verrekenend met het Meedoenbudget over de aansluitende 12 maanden.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12. Indexering

Het college kan jaarlijks de hoogte van het Meedoenbudget opnieuw vaststellen.

Artikel 14. Onvoorziene situaties

In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregels betreffende, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 15. Citeertitel

Deze beleidsregels kan worden aangehaald als: Beleidsregels Meedoenregeling Dongen 2018.

Artikel 16. Inwerkingtreding en duur

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 juli 2018.

Ondertekening