Regeling vervallen per 24-12-2021

Besluit aanwijzing buitengewoon opsporingsambtenaar gemeente Dongen

Geldend van 01-01-2020 t/m 23-12-2021

Intitulé

Besluit aanwijzing buitengewoon opsporingsambtenaar gemeente Dongen

Het college van burgemeester en wethouders van Dongen;

overwegende dat artikel 142 Wetboek van Strafvordering bepaalt dat alleen ambtenaren bij besluit kunnen worden aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar door burgemeester en wethouders, voor de in artikel 142 van deze wet genoemde wetten en de Algemene Plaatselijke Verordeningen;

Gelet op:

  • 1.

    artikel 142 Wetboek van Strafvordering;

  • 2.

    het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar;

  • 3.

    de artikelen 5:11 tot en met 5:20 van de Algemene wet Bestuursrecht;

  • 4.

    artikel 6.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor de gemeente Dongen; en

  • 5.

    artikel 34 lid 2 van de Wet op de Kansspelen;

BESLUITEN

I.

Tot het aanwijzen op grond van artikel 142 Wetboek van Strafvordering van de onderstaande personen als buitengewoon opsporingsambtenaar:

  • De heer L. Weeda, geboren op 7 september 1990 te Dirksland;

  • De heer J.S.M. van Treijen, geboren op 25 mei 1980 te Bergen op Zoom.

Beiden thans werkzaam bij de gemeente Dongen en belast zijn met toezichthoudende taken op grond van:

  • 1.

    aan te wijzen als toezichthouder ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening Dongen;

  • 2.

    aan te wijzen als toezichthouder ingevolge de Wet op de kansspelen;

  • 3.

    aan te wijzen als Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Openbare Ruimte en na beëdiging tot BOA als zodanig te belasten met de opsporing van de strafbare feiten als genoemd in:

    • A.

      Domeinlijst I behorende bij de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar (nummering verwijst naar de van toepassing zijnde onderdelen van de Domeinlijst):

      • 01. artikel 2.13 Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;

      • 02. Besluit lozen buiten inrichtingen juncto artikel 10.2 Wet Milieubeheer juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;

      • 06. Drank en Horecawet juncto artikel 1 Wet op de economische delicten;

      • 07. Huisvestingswet 2014;

      • 10. verordeningen en/of keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen;

      • 14. artikelen 2.3.6 Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;

      • 16. artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, maar alleen voor zover het stilstaand verkeer betreft. De artikelen 4,5, 6, 10, 60, 82 en 62 juncto bijlage I hoofdstuk C (geslotenverklaring) van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) voor zover van toepassing ook voorrijdend verkeer.

      • 18. artikel 2.2 lid 1 onder g en h Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel1a Wet op de economische delicten;

      • 19. artikel 13 Wet bodembescherming juncto artikel 1a Wet op de economische delicten voor zover het gaat om feiten die de leefbaarheid aantasten;

      • 22. titel VA van de Wet op de kansspelen;

      • 23. Wet openbare manifestaties;

      • 26. Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 1a van de Wet op de economische delicten met uitzondering van de volgende situaties:

        • 1.

          het feit is begaan in samenhang met andere economische feiten, of

        • 2.

          het feit heeft betrekking op een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer;

      • 28. artikelen 175, 177, 179, 180, 181, 182, 184, 184a, 185, 188, 199,225, 231 lid 2, 239, 266 juncto 267, 284, 285, 300 juncto artikel 304 onder ten tweede, 350, 351, 351 bis, 352, 416, 417 bis,424 t/m 429, 430a, 435 onder ten vierde, 437, 437 bis en 437 ter, 438, 443, 447b, 447c, 447d,447e, 453, 458 t/m 461 Wetboek van Strafrecht;

      • 29. Winkeltijdenwet;

      • 30. Woningwet juncto artikel 1a Wet op de economische delicten met uitzondering van de volgende situaties:

        • 1.

          het feit is begaan in samenhang met andere economische delicten;

        • 2.

          het feit heeft betrekking op een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, of

        • 3.

          het feit heeft betrekking op overtreding van het Bouwbesluit 2012 voor zover het de voor- schriften inzake het verwijderen van asbest en de aanwezigheid van asbestvezels of formaldehyde betreft;

      • 32. Zondagswet;

      • 33. Andere strafbare feiten, indien hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek of voor een concreet project door een officier van Justitie wordt belast voor de duur van dat onderzoek of project.

    • B.

      de Algemene Plaatselijke Verordening Dongen, waaronder in ieder geval: Artikel 34 Afvalstoffenverordening van de gemeente Dongen 2005;

  • 4.

    de aanvraag tot beëdiging tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar voor de onder 1. van dit besluit genoemde aanwijzing in te dienen bij het Ministerie van Justitie;

  • 5.

    eerdere aanwijzingsbesluit BOA en toezichthouder in te trekken.

II.

Tot het aanwijzen op grond van artikel 4.2 van de Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP) de bovenstaande personen, genoemd onder I. De toezichthouder als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.

III.

De aanwijzing geldt tot aan het einde van de duur van de arbeidsovereenkomst op basis van welke de persoon werkzaam is bij de gemeente Dongen.

IV.

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020 en wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit buitengewoon opsporingsambtenaar.

V.

Dit besluit wordt bekend gemaakt in het publicatieblad Gemeenteblad.

Ondertekening

Aldus genomen in de vergadering van 17 december 2019,

burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen,

de secretaris, de burgermeester,