Treasurystatuut 2020 gemeente Dongen

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Treasurystatuut 2020 gemeente Dongen

Beleidsregels gericht op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

Overwegende dat:

  • De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

    • Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities

    • Het beheersen van financiële risico's zoals het renterisico, het liquiditeitsrisico en het kredietrisico

    • Het minimaliseren van de rentekosten van leningen en interne en externe verwerkingskosten verbonden aan de treasuryfunctie

    • Het optimaliseren van de renteresultaten binnen het toegestane wettelijk kader

  • Het voor een uniforme, juiste en efficiënte uitvoering van artikel 14 financiële verordening nodig is om beleidsregels te stellen

  • In de programmabegroting en programmarekening wordt gerappelleerd over het beleid en de verantwoording van de treasuryfunctie

Hoofdstuk 1: Begrippen en reikwijdte

Artikel 1: Begrippen

Treasury: Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

Treasuryfunctie: Alle activiteiten die zich richten op het realiseren van de treasury. De treasuryfunctie bestaat uit drie treasury deelfuncties, te weten risicobeheer, kasbeheer en gemeentefinanciering. Deze deelfuncties omvatten treasuryactiviteiten. Zo omvat het risicobeheer het beheren van renterisico, kredietrisico, koersrisico, intern liquiditeitsrisico en valutarisico. Kasgeldbeheer omvat het geldstromenbeheer, het beheer van saldi op dagbasis en het liquiditeitenbeheer. Gemeentefinanciering omvat de financiering, de uitzetting van overtollige middelen en het relatiebeheer.

Artikel 2: Juridisch kader

De treasuryfunctie wordt uitgevoerd binnen het wettelijk kader van:

  • De Gemeentewet

  • De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en daaruit voortvloeiende regelingen

  • Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

  • Financiële verordening gemeente Dongen 2020

Artikel 3: Randvoorwaarden

  • 1.

    Bij de uitzetting van overtollige middelen en rentederivaten handelt de gemeente verstandig en terughoudend. Dit wordt afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      We nemen geen onverantwoorde risico's

    • b.

      De tegenpartij is voldoende kredietwaardig

    • c.

      De uitzettingen dienen zo min mogelijk gevoelig te zijn voor marktbewegingen

  • 2.

    Transacties, het aangaan en verstrekken van leningen en het verlenen van garanties dient beperkt te blijven tot activiteiten voor de uitoefening van de publieke taak.

  • 3.

    De treasuryparagraaf in de begroting bevat de plannen voor het komend jaar. De treasuryparagraaf in de jaarrekening gaat in op de resultaten van de beleidsuitvoering.

  • 4.

    De kasgeldlimiet geeft het maximale bedrag aan dat de gemeente gemiddeld per kwartaal aan korte financieringsmiddelen mag opnemen.

    • a.

      Deze bovengrens wordt bepaald door een bij ministeriële regeling vast te stellen percentage van de gemeentelijke begroting.

    • b.

      Als in drie achtereenvolgende kwartaalrapportages de kasgeldlimiet wordt overschreden dient de provinciaal toezichthouder daarvan op de hoogte te worden gesteld.

  • 5.

    De renterisiconorm geeft het maximale geleende bedrag aan dat per jaar onderhevig mag zijn aan rentewijzigingen.

    • a.

      De renterisiconorm wordt bepaald door een bij ministeriële regeling vast te stellen percentage van het begrotingstotaal.

    • b.

      Deze norm beperkt het renterisico op de lange schuld en stimuleert spreiding van leningen.

Hoofdstuk 2: Richtlijnen treasurydoelstellingen

Artikel 4: Renterisico

  • 1.

    Bij het aangaan van nieuwe leningen wordt het renterisico op de vaste schuld beperkt tot de in de Wet fido geformuleerde renterisiconorm

  • 2.

    Het renterisico op de netto vlottende schuld beperkt zich tot de in de Wet fido geformuleerde kasgeldlimiet

Artikel 5: Verstandig en terughoudend handelen

  • 1.

    Het gebruik van rentederivaten is uitsluitend toegestaan ter afdekking van financiële risico's en conform de richtlijnen van de ministeriële regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden

  • 2.

    Het uitzetten van tijdelijke overschotten is toegestaan onder de voorwaarde dat de hoofdsom van de uitzetting wordt gegarandeerd.

  • 3.

    Uitzettingen in de vorm van aandelen zijn niet toegestaan, tenzij het aandelen betreft uit hoofde van de publieke taak.

Artikel 6: Toegestane partijen

  • 1.

    De toegestane partijen, dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandse Bank en de Verzekeringskamer. Tussenpersonen dienen geregistreerd te zijn bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

  • 2.

    Uitzettingen zijn mogelijk bij financiële ondernemingen, die hun hoofdvestiging hebben in landen met minimaal een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus en voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een AA-rating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus.

  • 3.

    Bij uitzettingen van langer dan drie maanden dient de financiële instelling over minimaal een AA minus rating te beschikken, dit naar het oordeel van minstens twee ratingbureaus.

  • 4.

    Wanneer de rating van een instelling wijzigt gedurende de looptijd van het uitgezette geld, zal bij de eerstkomende mogelijkheid van boetevrije omzetting gestuurd worden op het weer binnen de genoemde marges brengen van de uitgezette gelden.

  • 5.

    Leningen, uitzettingen en garanties dienen te luiden in euro's

  • 6.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens financieringsmiddelen worden aangetrokken of uitgezet. Deze offertes worden door de gemeente zelf schriftelijk vastgelegd.

Artikel 7: Publieke taak

  • 1.

    Activiteiten met als enig doel het genereren van inkomsten is verboden.

  • 2.

    Het verstrekken van hypothecaire leningen aan eigen personeel en politieke ambtsdragers is verboden.

  • 3.

    Het verstrekken van garanties wordt uitsluitend gedaan door de gemeenteraad goedgekeurde instellingen werkzaam op het gebied van maatschappelijk werk, sport of cultuur.

  • 4.

    Leningen uit hoofde van de publieke taak mogen uitsluitend worden verstrekt op voorwaarde dat:

    • a.

      Vóóraf de zienswijze van de gemeenteraad wordt gevraagd als het belang uitgaat boven € 250.000

    • b.

      Financiering op normale condities via de reguliere markt zonder gemeentegarantie niet mogelijk is

    • c.

      Betaling van rente- en aflossing redelijkerwijs is verzekerd

    • d.

      Zoveel mogelijk zekerheden worden gesteld

    • e.

      De lening dient tot een doel dat ondersteuning door de gemeente rechtvaardigt.

Artikel 8: Toegestane instrumenten

  • 1.

    Het financieringstekort in rekening-courant wordt tegen zo laag mogelijke kosten naar nul gestuurd. De toegestane geldmarktinstrumenten zijn de rekening-courant faciliteit, daggeld- en kasgeld.

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne liquiditeiten te gebruiken teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren.

  • 3.

    De toegestane kapitaalmarktinstrumenten zijn onderhandse leningen.

Artikel 9: Liquiditeitsplanning

  • 1.

    Jaarlijks dient, mede op basis van liquiditeitsplannen van de teams, een korte en lange termijn liquiditeitsplanning opgesteld te worden om zodoende het financieringstekort of -overschot in beeld te brengen.

  • 2.

    De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitenplanning.

  • 3.

    Nieuwe leningen/ uitzettingen worden gebaseerd op de bestaande financiële positie en een liquiditeitsplanning.

  • 4.

    Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

Hoofdstuk 3: Organisatie van de treasury

Artikel 10: Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

  • 1.

    De treasuryfunctie is geconcentreerd binnen het team financiën.

  • 2.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      Bij iedere transactie zijn minimaal twee functionarissen betrokken

    • b.

      De uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen

    • c.

      De uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen

  • 4.

    Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van het afsluiten van leningen en uitzettingen te versturen naar de financiële administratie zonder de tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 5.

    De transactie wordt onmiddellijk door de medewerker financiële administratie geregistreerd en ter informatie en verwerking doorgegeven aan de medewerker die bevoegd was tot het sluiten van de transactie.

  • 6.

    Na ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie gecontroleerd door een medewerker binnen team financiën.

Artikel 11: Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

  • 1.

    De gemeenteraad is verantwoordelijk voor het vaststellen van het treasurybeleid zoals opgenomen in de paragraaf financiering in de programmabegroting.

  • 2.

    Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van de treasuryactiviteiten.

  • 3.

    Bevoegdheden kunnen verder gemandateerd worden. Dit mandaat wordt nader schriftelijk vastgelegd.

Artikel 12: Informatievoorziening

Om de treasuryactiviteiten controleerbaar en beheersbaar te maken is een goed functionerende interne en externe informatievoorziening noodzakelijk. Drie typen informatie kunnen hierbij worden onderscheiden:

  • a.

    Beleidsmatige informatie

    In de treasuryparagraaf van de programmabegroting wordt een prognose opgenomen van zowel de kasgeldlimiet als de renterisiconorm voor de komende vier jaren. Tevens wordt een renteverwachting voor het begrotingsjaar uitgesproken.

  • b.

    Operationele informatie

    Om posities in te kunnen nemen beschikt team financiën over elektronische dagafschriften, liquiditeitsprognoses voor de lange en korte termijn, inzicht in de bancaire afspraken en de bestaande leningen en uitzettingenportefeuille.

  • c.

    Verantwoordingsinformatie

    Via de planning- en controlcyclus vinden de diverse rapportages plaats. In de treasuryparagraaf van de programmarekening doet ons college verslag van de realisatie van de kasgeldlimiet, de renterisiconorm en het uitzettingen c.q. opnamebeleid van het rekeningjaar.

Hoofdstuk 4: Inwerkingtreding

Artikel 13: Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit treasurystatuut, onder de citeertitel Treasurystatuut 2020, treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 2.

    Het treasurystatuut 2018 wordt per deze datum ingetrokken.

  • 3.

    Daar waar in specifieke omstandigheden deze beleidsregels niet voorzien, wordt verwezen naar de ter zake doende wet- en regelgeving. Indien ook dit geen oplossing biedt zal het college een besluit nemen.

Ondertekening