Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening inzake behandeling van bezwaarschriften

Geldend van 13-05-2010 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Dongeradeel, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

overwegende, dat het gewenst is de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften herzien vast te stellen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 maart 2010, no. 38/'10;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en in de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

VERORDENING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

Titel I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan waardoor of namens hetwelk de beschikking, waartegen bezwaar wordt gemaakt is genomen;

  • b.

    commissie: de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, bedoeld in artikel 2;

  • c.

    de wet: Algemene wet bestuursrecht.

Titel II De behandeling van de bezwaarschriften

Afdeling 1 De commissie voor de bezwaarschriften

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van te nemen beslissingen op bezwaarschriften tegen besluiten van een bestuursorgaan. Zij hoort en adviseert over bezwaarschriften, die bij een bestuursorgaan zijn ingediend.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die bij een bestuursorgaan zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      wettelijke voorschriften inzake gemeentelijke belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de wettelijke voorschriften waarvan de uitvoering als taak zijn genoemd in de gemeenschappelijke regeling Sociale Zaken gemeente Dantumadeel en Dongeradeel;

    • c.

      rechtspositie- en andere regelingen, het eigen personeel van de gemeente betreffende;

    • d.

      het bepaalde in titel 4.4. van de wet over bijkomende beschikkingen, voor zover deze beschikkingen niet van bezwaar zijn uitgesloten en betrekking hebben op besluiten als bedoeld onder a. tot en met c.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden. De leden van de commissie dienen geacht te worden de deskundigheid te bezitten in de taken waarvoor de commissie is ingesteld. De leden en voorzitter van de commissie worden alle benoemd door het college van burgemeester en wethouders. Op dezelfde wijze wordt een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden benoemd. Ten aanzien van hen zijn voor de leden gegeven bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Tot voorzitter, respectievelijk lid van de commissie, zijn niet benoembaar:

    • a.

      ambtenaren, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, alsmede zij die in dienst der gemeente op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn;

    • b.

      de leden van de raad, de wethouders en de burgemeester.

  • 3. De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan, die bij afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter diens taak waarneemt.

Artikel 4 Het secretariaat

Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door de gemeentesecretaris of een door hem in overleg met burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De leden van de commissie treden af op de dag waarop de leden van de gemeenteraad aftreden. Zij kunnen terstond worden herbenoemd.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt bij het verkrijgen van de hoedanigheid als omschreven in het tweede lid van artikel 3.

  • 3. De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit schriftelijk in bij de voorzitter van de commissie, die daarvan terstond kennis geeft aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. Aftredende of ontslagnemende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 5. In vacatures wordt binnen drie maanden voorzien.

Afdeling II De procedure

Artikel 6 Het indienen van het bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. De voorzitter van het bestuursorgaan of –zo dit orgaan enkelvoudig is- het bestuursorgaan zelf stelt het bezwaarschrift zo spoedig mogelijk na ontvangst ter voorbereiding in handen van de commissie.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, wordt vermeld dat een commissie over een bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen winnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid;

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid, en

  • -

    7:6, vierde lid

van de wet, worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan.

Artikel 10 Oproeping belanghebbenden

  • 1. De voorzitter deelt belanghebbenden alsmede het bestuursorgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mede, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens deze zitting.

  • 2. Indien een belanghebbende of het bestuursorgaan wijziging wenst van het tijdstip van de zitting, dient zulks binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling onder opgaaf van redenen te worden verzocht aan de voorzitter.

  • 3. De beslissing van de voorzitter, op verzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokkene bekendgemaakt.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen, als genoemd in de voorgaande leden.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting bedoeld in artikel 9 is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling van het bezwaarschrift

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Artikel 13 Openbaarheid van zitting

  • 1. De zitting is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een der aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn dit zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van al hetgeen over en weer is gezegd en van al hetgeen voor het overige ter zitting is voorgevallen. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding. Het verwijst naar de ter zitting overgelegde bescheiden, welke aan het verslag worden gehecht.

  • 2. Het verslag wordt getekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting als bedoeld in artikel 9 doch voordat het advies wordt opgesteld, een nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden. Verkregen informatie of adviezen worden in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 2. De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week, na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 3. Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het tweede lid, zijn de bepalingen in deze verordening, welke betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar aan het administratief orgaan uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid zulks verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel aan het administratief orgaan voor de te nemen beslissing.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen van het advies

  • 1. Het schriftelijke advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwerend orgaan, een afschrift.

Artikel 18 Intrekking oude regeling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften zoals vastgesteld op 15 februari 1994 en nadien gewijzigd, wordt ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Dongeradeel van 29 april 2010.
De griffier, De voorzitter,
A.J. Folbert M.C.M. Waanders
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongeradeel van 16 maart 2010
De secretaris, De burgemeester,
F.van Dijk M.C.M. Waanders
Aldus vastgesteld door de burgemeester in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongeradeel van 16 maart 2010
De burgemeester,
M.C.M. Waanders