Regeling vervallen per 01-01-2021

Handhavingverordening gemeente Dongeradeel

Geldend van 22-04-2010 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Handhavingverordening gemeente Dongeradeel

De raad van de gemeente Dongeradeel;

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ), artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers (Ioaw), artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte en gewezen zelfstandigen (Ioaz), de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2004, no. 122/’04;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

HANDHAVINGVERORDENING GEMEENTE DONGERADEEL

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte en gewezen zelfstandigen (Ioaz);

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongeradeel;

    • c.

      directoraat: de gemeentesecretarissen van de gemeenten Dantumadeel en Dongeradeel;

    • d.

      handhavingbeleidsplan: het door de gemeenteraad vastgesteld plan waarin de visie en de kaders zijn vastgelegd voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

    • e.

      bedrijfsplan: jaarlijks door het college vast te stellen plan waarin de te verrichten werkzaamheden, de daartoe in te zetten middelen voor het opvolgende jaar en de verrekeningsgrondslag voor de gemaakte kosten tussen de gemeenten Dantumadeel en Dongeradeel zijn uitgewerkt.

Artikel 2 Bedrijfsplan

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks een bedrijfsplan vast waarin onder andere aandacht wordt besteed aan de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2.

    Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het gevoerde handhavingsbeleid. Dit verslag sluit aan bij het verslag als bedoeld in artikel 77 van de wet.

Artikel 3 Onderwerpen bedrijfsplan

Het bedrijfsplan als genoemd in artikel 2, lid 1, besteedt in ieder geval aandacht aan:

  • a.

    De uit het handhavingsbeleidplan voortvloeiende activiteiten voor het opvolgende jaar.

  • b.

    Het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • c.

    Het opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 5 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

“Handhavingverordening gemeente Dongeradeel”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Dongeradeel van 23 december 2004.
De griffier, De voorzitter,
A.J. Folbert mr. R.S. Cazemier

Toelichting

Algemeen

 

In het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Wet werk en bijstand (WWB) was geen bepaling opgenomen over de plicht tot het vaststellen van een verordening gericht op fraudebestrijding.

 

Via een amendement is hierover een bepaling opgenomen in artikel 8a WWB. Dit artikel luidt als volgt:

 

              De gemeenteraad stelt in het kader van het financiële beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

 

Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a WWB, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld. In de Algemene bijstandswet (Abw) was bepaald dat er in het verplicht gestelde, jaarlijkse, beleidsplan aandacht besteed moest worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De WWB kent geen verplichting meer om jaarlijks een beleidsplan vast te stellen.

In de samenwerking Dantumadeel en Dongeradeel is ervoor gekozen om de cyclus van een beleidsplan en beleids­verslag te vervangen door een bedrijfsplan. Jaarlijks stelt het directoraat een bedrijfsplan op dat door beide college wordt vastgesteld. In het plan worden de werkzaamheden, de daartoe in te zetten middelen voor het opvolgende jaar en de verrekeningsgrondslag voor de gemaakte kosten tussen de gemeenten Dantumadeel en Dongeradeel nader uitgewerkt. Het college van Dantumadeel informeert jaarlijks in april het college van Dongeradeel over de uitvoering van het bedrijfsplan in het voorafgaande jaar. In het verlengde hiervan is er in deze verordening dan ook voor gekozen om in het bedrijfsplan jaarlijks aandacht te geven aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

 

Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude, maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude, maar gaat meer uit van de spontane naleving van de wet- en regelgeving.

Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getrdeen. In artikel 12 van die wet ligt een opdracht aan de gemeenteraad om vijf verordeningen vast te stellen. Artikel 12 lid 1 onder c WIJ betreft een verordening met regels voor het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

In het wetsvoorstel 'Bundeling van uitkeringen inkomensvoorzieningen gemeenten' (TK 2008-2009, 31 927, nr. 2) wordt een wijziging van artikel 35 Ioaw en artikel 35 Ioaz voorgesteld waarin de gemeenteraad opdracht krijgt bij verordening regels te stellen met betrekking tot 'de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet in het kader van het financiële beheer'. Inwerkingtreding van dit wetsvoorstel is voorzien op 1 januari 2010.

Op grond van artikel 8a WWB heeft de gemeenteraad de verordening 'Handhavingverordening' vastgesteld. De opdracht die dit artikel aan de gemeenteraad geeft is gelijk aan de opdrachten die in artikel 12 WIJ en in de voorgestelde artikelen 35 Ioaw en 35 Ioaz gegeven wordt. De WIJ, de Ioaw en Ioaz kunnen dan ook via de wijzigingsverordening aan die verordening worden toegevoegd. 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1      Begripsomschrijving

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van de betreffende definities in de WWB of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2      Bedrijfsplan

In dit artikel wordt bepaald dat de wijze waarop het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet wordt bestreden jaarlijks aandacht krijgt in een bedrijfsplan.

 

Het tweede lid is de basis voor verantwoording van het gevoerde beleid. De WWB geeft aan dat het college elk jaar een voorlopig en een definitief verslag over de uitvoering naar het Rijk zendt. Het definitieve verslag dient gepaard te gaan met een verklaring van de gemeenteraad. Daarom is er voor gekozen expliciet op te nemen dat er een beleidsverslag aan de raad moet worden gezonden. Bij de vormgeving van dit verslag zal worden aangesloten bij de inhoud van het verslag over de uitvoering aan het Rijk.

Artikel 3      Onderwerpen bedrijfsplan

Dit artikel bepaalt de onderdelen die in ieder geval aan de orde moeten komen in het bedrijfsplan. De in het handhavingbeleidsplan genoemde gemeentelijke visie op handhaving vormt de basis voor de verdere uitwerking van het handhavingbeleid.

Onder “b” en “c” is opgenomen dat zowel de preventieve kant als de repressieve kant van het handhavingbeleid aan de orde moeten komen in het beleidsplan. De preventieve kant van het handhavingbeleid is gericht op het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. De repressieve kant richt zich op de opsporing van het niet naleven van de wet- en regelgeving. Hierbij zal ook aandacht besteed moeten worden aan de maatregelen die genomen worden als misbruik of oneigenlijk gebruik wordt vastgesteld.

Artikel 4      Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 5      Uitvoering

Evenals de uitvoering van de WWB, ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.

Artikel 6      De inwerkingtreding

De datum van inwerkingtreding van de Handhavingverordening is 1 januari 2005.

Artikel 7      Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.