Regeling vervallen per 01-01-2021

Nadere Regels voor de verstrekking van welzijnssubsidies Dongeradeel 2013

Geldend van 29-09-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Nadere Regels voor de verstrekking van welzijnssubsidies Dongeradeel 2013

Burgemeester en Wethouders van Dongeradeel;

gelet op artikel 156, eerste lid van de Gemeentewet, op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene Subsidieverordening Dongeradeel 2013;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende Nadere Regels voor de verstrekking van welzijnssubsidies Dongeradeel 2013:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder

  • a.

    Algemene subsidieverordening:

    de Algemene Subsidieverordening Dongeradeel 2013

  • b.

    nadere regels:

    de Nadere Regels voor de verstrekking van welzijnssubsidies Dongeradeel 2013

Artikel 1.2. Werkingssfeer

  • 1. Op deze nadere regels is de Algemene subsidieverordening, met uitzondering van artikel 16b van toepassing.

  • 2. Artikel 16b van de Algemene Subsidieverordening is van toepassing op de ontvangers van een subsidie volgens de paragrafen 2.1, 2.6, 2.7, 2.12 en 2.15 van deze nadere regels.

  • 3. Voor dezelfde activiteit wordt uitsluitend op basis van één paragraaf uit Hoofdstuk 2 van deze nadere regels subsidie verstrekt.

Artikel 1.3. Niet doelgerichte verplichting

Het college is bevoegd om bij de subsidieverlening de verplichting op te leggen dat de subsidieontvanger op een door het college te bepalen wijze te kennen geeft, dat de activiteit (mede) tot stand gekomen is met subsidie van de gemeente Dongeradeel.

Artikel 1.4. Aanvraagformulier

  • 1. Het college stelt het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 6, lid 2 van de Algemene subsidieverordening vast volgens bijlage I bij deze nadere regels.

  • 2. Het college stelt voor het aanvragen van een subsidie, bedoeld in paragraaf 2.1 van deze nadere regels het aanvraagformulier vast volgens bijlage II bij deze nadere regels.

  • 3. In afwijking van het eerste lid van dit artikel volstaat voor het aanvragen van een subsidie volgens paragraaf 2.8. een verzoek dat voldoet aan het gestelde in artikel 2.8.6. van deze nadere regels.

  • 4. In afwijking van het eerste lid van dit artikel is het aanvragen van een subsidie volgens de paragrafen 2.2, 2.10 en 2.14 van deze nadere regels vormvrij.

  • 5. Het aanvragen van een eenmalig subsidie is vormvrij.

Hoofdstuk 2 Subsidieverstrekking per werksoort

Paragraaf 2.1. Verstrekking van subsidies voor amateuristische kunstbeoefening

Artikel 2.1.1. Begripsbepaling doelgroep

  • 1. In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening wordt subsidie op grond van deze paragraaf uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

  • 2. De rechtspersonen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, beoefenen amateurkunst op het terrein van muziek, zang en toneel.

Artikel 2.1.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college de mogelijkheden tot deelname aan vormen van amateurskunst in georganiseerd verband bevorderen.

Artikel 2.1.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond wordt het subsidieplafond naar rato verdeeld.

  • 2. De naar rato verdeling vindt plaats door het subsidieplafond uit te drukken in een percentage van het totaalbedrag van de volgens artikel 2.1.7. berekende subsidiebedragen.

  • 3. In afwijking van artikel 2.1.7. wordt het subsidie berekend met toepassing van het percentage, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 2.1.4. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking die zijn gericht op het oefenen en beoefenen van amateurkunst en het geven van openbare uitvoeringen.

Artikel 2.1.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie wordt verleend in de kosten van gediplomeerde leiding, de aanschaf van lesmaterialen en in de huisvestingskosten, die verbonden zijn aan het gebruik van de accommodatie door de vereniging.

  • 2. Kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren, komen niet voor subsidiering in aanmerking

Artikel 2.1.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate te voldoen aan alle volgende criteria:

  • a.

    uit de aanvraag moet blijken, dat minstens 15 leden van de vereniging aan de activiteiten deelnemen;

  • b.

    de activiteiten hebben een regelmatig karakter;

  • c.

    er vindt minstens één openbare uitvoering per jaar plaats, waarbij in de communicatie met het publiek de Friese taal zowel mondeling als schriftelijk wordt gebruikt;

  • d.

    de vereniging is aangesloten bij een provinciale of een landelijke overkoepelende organisatie;

  • e.

    de activiteiten vinden plaats onder gediplomeerde leiding;

  • f.

    de vereniging bezit minstens 2 jaar onafgebroken rechtspersoonlijkheid

Artikel 2.1.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het maximale subsidie volgens artikel 2.1.5 van deze paragraaf wordt als volgt berekend:

  • a.

    voor zangverenigingen:

    - een basisbedrag per vereniging van € 153,16

    - vermeerderd met een bedrag per lid van:

    € 14,34 tot 20 leden;

    € 10,76 van 21 tot 40 leden

    € 7,17 van 41 tot 80 leden

    € 3,59 vanaf 80 leden

  • b.

    voor muziekkorpsen:

    - een basisbedrag per vereniging van:

    € 459,46 indien de vereniging 30 leden of minder telt

    € 613,62 indien de vereniging meer dan 30 leden telt

    - vermeerderd met een bedrag per lid van:

    € 46,86 tot 18 jaar

    € 19,79 vanaf 18 jaar

  • c.

    voor drumbands:

    - een basisbedrag per vereniging van € 153,16

    - vermeerderd met een bedrag van:

    € 20,22 per juniorlid

    € 9,50 per seniorlid

  • d.

    voor toneelverenigingen:

    - een basisbedrag per vereniging van € 225,00

Artikel 2.1.8. Procedurebepaling

Op subsidieaanvragen is artikel 6, lid 3 van de Algemene subsidieverordening niet van toepassing.

Paragraaf 2.2. Verstrekking van subsidies voor antidiscriminatieactiviteiten

Artikel 2.2.1. Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen, die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien in de zin van de Verordening inrichting Antidiscriminatievoorzieningen gemeente Dongeradeel (hierna te noemen de verordening).

Artikel 2.2.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college conform de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en de verordening aan inwoners van Dongeradeel toegang verlenen tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 2.2.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum, waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel worden aanvragen van rechtspersonen, aan wie voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak de dezelfde voortdurende activiteiten, met voorrang in behandeling genomen.

Artikel 2.2.4. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen in het algemeen activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan het beleidsdoel.

Artikel 2.2.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie wordt verleend in de kosten van:

    • a.

      de behandeling en registratie van klachten op het gebied van discriminatie

    • b.

      het monitoren van discriminatiemeldingen

  • 2. Kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren, komen niet voor subsidiering in aanmerking

Artikel 2.2.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate te voldoen aan alle volgende criteria:

  • a.

    de rechtspersoon dient door het college te zijn aangewezen als een organisatie, die met uitvoering van de verordening is belast;

  • b.

    de rechtspersoon dient zijn werkzaamheden in te richten conform het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

  • c.

    het productplan van de rechtspersoon dient inzicht te geven in de werkwijze, de aanpak en de resultaten van de subsidiabele activiteiten

Artikel 2.2.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting.

Paragraaf 2.3. Verstrekking van subsidies voor beeldende kunst

Artikel 2.3.1. Begripsbepaling doelgroep

In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening wordt subsidie op grond van deze paragraaf uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die blijkens hun statuten werkzaam zijn op het terrein van de beeldende kunst en aan op dit terrein professioneel werkzame kunstenaars.

Artikel 2.3.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college het publieksbereik en de toegankelijkheid van beeldende kunst vergroten.

Artikel 2.3.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond wordt het subsidieplafond naar rato verdeeld.

  • 2. De naar rato verdeling vindt plaats door het subsidieplafond uit te drukken in een percentage van het totaalbedrag van de volgens artikel 2.3.5. berekende subsidiebedragen.

  • 3. In afwijking van artikel 2.3.5. wordt het subsidie berekend met toepassing van het percentage, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 2.3.4. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking die bijdragen aan het bereiken van het beleidsdoel.

Artikel 2.3.5. Subsidiabele kosten

Het maximale subsidie dekt het tekort op de activiteitenbegroting tot een maximaal bedrag van € 2.500.

Artikel 2.3.6 Toetsingscriterium

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dienen aan de activiteiten lokale kunstenaars deel te nemen.

Paragraaf 2.4. Verstrekking van subsidies voor culturele- en sportevenementen

Artikel 2.4.1. Begripsbepaling doelgroep

  • 1. In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening wordt subsidie op grond van deze paragraaf uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

  • 2. De rechtspersonen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel ontplooien blijkens hun statuten activiteiten en initiatieven die bijdragen aan de verwezenlijking van het hierna omschreven beleidsdoel.

Artikel 2.4.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college initiatieven stimuleren tot het organiseren van evenementen met een bovenlokaal karakter op het gebied van kunst, cultuur, sport, recreatie en toerisme.

Artikel 2.4.3. Verdeling subsidieplafond

Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 2.4.4. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking die zoveel mogelijk:

  • a.

    bijdragen aan het bereiken van het beleidsdoel;

  • b.

    gericht zijn op een breed publiek;

  • c.

    ongeacht het vragen van een toegangsprijs openbaar toegankelijk;

  • d.

    een aantoonbaar positief effect hebben op het toeristisch-economisch klimaat van Dongeradeel;

  • e.

    een aantoonbaar promotionele waarde bezitten voor Dongeradeel;

  • f.

    een bovenregionale c.q. regionale uitstraling bezitten.

Artikel 2.4.5. Subsidiabele kosten

Het subsidie dekt het tekort op de activiteitenbegroting tot een maximaal bedrag van € 5.000,00.

Artikel 2.4.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate te voldoen aan alle volgende criteria:

  • a.

    de eisen die volgens artikel 2.4.4. aan de subsidiabele activiteiten worden gesteld.

  • b.

    de eis, dat in de communicatie met het publiek de Friese taal zowel mondeling als schriftelijk wordt gebruikt

Artikel 2.4.7. Verantwoording

  • 1. In afwijking van artikel 17 van de Algemene subsidieverordening dient de subsidie-ontvanger uiterlijk dertien weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk en financieel verslag, ingericht conform de begroting, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor het subsidie is verleend, zijn verricht.

Paragraaf 2.5. Útdiele fan subsydzjes foar (Fryske) taal- en letterkundigens

Artikel 2.5.1. Begrypsbepaling doelgroep

Subsydzje op grûn fan dizze paragraaf wurdt allinne jûn oan rjochtspersoanen dy ’t blikens har statuten útfiering jouwe oan it hjir nei omskreaune beliedsdoel.

Artikel 2.5.2. Beliedsdoel

Troch it útdielen fan in subsydzje wol it kolleezje bydrage oan it stimulearjen fan it brûken fan de Fryske taal troch de ynwenners fan de gemeente Dongeradeel.

Artikel 2.5.3. Ferdieling fan it subsydzjeplafond

  • 1. Oanfragen wurde behannele op folchoarder fan binnenkomst. Wannear de oanfreger op grûn fan artikel 4:5 fan de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid hân hat de oanfraach oan te foljen, jildt as datum fan ûntfangst fan de oanfraach de datum, wêrop de oanfraach oanfolle is.

  • 2. Yn ôfwiking fan it earste lid fan dit artikel wurde oanfragen fan rjochtspersoanen, oan wa foar trije of mear jierren efterinoar subsydzje útjûn is foar deselde of yn haadsaak deselde oanhâldende aktiviteiten, mei foarrang ferwurke.

Artikel 2.5.4. Subsidiabele aktiviteiten

Subsydzje op grûn fan dizze paragraaf kin útjûn wurde foar aktiviteiten dy ‘t bydrage oan it berikken fan it beliedsdoel.

Artikel 2.5.5. Subsidiabele kosten

It maksimale subsydzje giet allinne de kosten oan dy ’t oer bliuwe nei it ôfheljen fan bydragen fan tredden en fan de kosten, dy ‘t nei it oardiel fan it kolleezje yn ridlikens net needsaaklik binne om de subsidiabele aktiviteiten te realisearjen.

Artikel 2.5.6. Toetsingskritearia

Om foar subsydzje yn oanmerking te kommen, wurdt in oanfraach yntsjinne dy ‘t nei it oardiel fan it kolleezje genôch tafoeget yn it berikken fan it beliedsdoel.

Artikel 2.5.7. Berekkening fan it subsydzjebedrach

It maksimale subsydzje wurdt berekkene neffens in opjefte fan de subsidiabele kosten en kin net heger wêze as it tekoart op de aktiviteitenbegrutting.

Paragraaf 2.6. Verstrekking van subsidies voor niet professioneel jeugd- en jongerenwerk

Artikel 2.6.1. Begripsbepaling doelgroep

Subsidieverstekking ten behoeve van legale jeugdhonken vindt uitsluitend plaats aan rechtspersonen, die direct of indirect in voorzieningen voor jeugdigen openbaar toegankelijke activiteiten organiseren voor jongeren in Dongeradeel in de leeftijd tot 23 jaar.

Artikel 2.6.2. Begripsbepaling huisvestingskosten

Onder huisvestingskosten worden in deze paragraaf verstaan de kosten voor onderhoud, energie en waterverbruik en publiekrechtelijke heffingen, zoals die zijn opgenomen in de groepsafhankelijke programma’s van eisen, die jaarlijks worden bekend gemaakt via het Bekostigingsstelsel voor het Primair Onderwijs.

Artikel 2.6.3. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college bijdragen aan het gemeentelijke WMO-beleid in het algemeen, de ontwikkeling, ontplooiing en ontspanning voor de doelgroep en aan de uitvoering van preventief jeugdbeleid.

Artikel 2.6.4. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond wordt het subsidieplafond naar rato verdeeld.

  • 2. De naar rato verdeling vindt plaats door het subsidieplafond uit te drukken in een percentage van het totaalbedrag van de volgens artikel 2.6.8. berekende subsidiebedragen.

  • 3. In afwijking van 2.6.8. wordt het subsidie berekend met toepassing van het percentage, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 2.6.5. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking die bijdragen aan het bereiken van het beleidsdoel of die bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit van het vrijwillig kader van het jeugd- en jongerenwerk.

Artikel 2.6.6. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie bestaat uit een vast bedrag voor activiteitenkosten van € 1.360.

  • 2. Indien aan het uitvoeren van de activiteiten huisvestingskosten ten laste van de subsidieaanvrager zijn verbonden, wordt naast het bedrag voor activiteitenkosten subsidie verstrekt voor huisvestingskosten.

  • 3. Het subsidie volgens lid 2 van dit artikel kan niet hoger zijn dan het bedrag, dat de subsidieaanvrager voor huisvestingskosten opgenomen heeft in de subsidieaanvraag.

Artikel 2.6.7. Toetsingscriteria

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen minstens 10 personen uit de doelgroep aan de activiteiten deel te nemen.

  • 2. Activiteiten in jeugdhonken komen alleen voor subsidie in aanmerking indien zij plaatsvinden in een legaal jeugdhonk in de zin van de gemeentelijke notitie Huttenbeleid.

  • 3. Indien meerdere aanvragen worden ingediend ten behoeve van dezelfde doelgroep in dezelfde kern of wijk, komen alleen de activiteiten voor subsidie in aanmerking die het grootste aantal deelnemers uit de doelgroep bereiken.

Artikel 2.6.8. Berekening van het subsidiebedrag

  • 1. Het subsidie volgens lid 2 van artikel 2.6.6 wordt berekend op basis van het variabele bekostigingsbedrag voor de groepsafhankelijke programma’s van eisen, dat is opgenomen in Bekostigingsstelsel voor het Primair Onderwijs. Dit variabele bekostigingsbedrag wordt vermenigvuldigd met de gebruiksoppervlakte van het legale jeugdhonk in de zin van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Het te subsidiëren bedrag is gebonden aan een maximum van € 7.000.

  • 2. De peildatum ter bepaling van de hoogte van het bedrag volgens lid 1 van dit artikel is1 augustus van het jaar, waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend.

  • 3. In afwijking van lid 1 van dit artikel wordt het subsidie in de huisvestingskosten voor legale jeugdhonken die onderdeel zijn van een gebouw met een multifunctioneel gebruik, berekend op basis van de kostenverdeling, die de subsidieaanvrager opgenomen heeft in de subsidieaanvraag. Het te subsidiëren bedrag is gebonden aan een maximum van € 5.000.

Artikel 2.6.9. Procedurebepalingen

  • 1. Subsidies worden direct vastgesteld, zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 2. Op de verantwoording van subsidies vanaf € 5.001 tot en met € 8.360 is artikel 17, lid 3 van de Algemene subsidieverordening van toepassing

Paragraaf 2.7. Verstrekking van subsidies voor professioneel jeugd- en jongerenwerk

Artikel 2.7.1. Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen, die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien, die bijdragen aan de verwezenlijking van de hierna omschreven beleidsdoelen

Artikel 2.7.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college professioneel jeugdwerk ondersteunen, dat bijdraagt aan:

  • a.

    het bieden van een laagdrempelige en algemeen toegankelijke voorziening voor het uitvoeren van sociaal cultureel werk, dat zich richt op een zo breed mogelijke doelgroep

  • b.

    het aanjagen van initiatieven voor en door de jeugd en het initiëren van projecten, waarbij het een meerwaarde heeft, indien de activiteiten gericht zijn op ontplooiing, ontwikkeling en ontmoeting van jongeren in de gehele gemeente;

  • c.

    het bevorderen van de zelfregie;

  • d.

    het uitbouwen en het betrekken van het jeugdparlement bij het gemeentelijk beleid;

  • e.

    het bevorderen van de zelfredzaamheid door het geven van informatie en advies aan jongeren over leefstijl en vrije tijdsbesteding;

  • f.

    het opzetten, onderhouden en uitbouwen van een netwerk van organisaties in de gemeente, die activiteiten op het gebied van jeugd- en jongerenwerk uitvoeren. Onder organisaties worden ook verstaan de legale jeugdhonken.

Artikel 2.7.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond rangschikt het college de aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 2. De volgorde op deze prioriteitenlijst wordt in aflopend gewicht bepaald door de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de in artikel 2.7.2 genoemde beleidsdoelen

  • 3. De aanvragen worden door het college gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 2.7.4. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan het bereiken van de beleidsdoelen.

Artikel 2.7.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het maximale subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en na aftrek van de kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren.

  • 2. Kosten, die naar het oordeel van het college onderdeel zijn van de reguliere bedrijfsvoering van de rechtspersoon komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2.7.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen aan het:

  • a.

    bereiken van de beleidsdoelen;

  • b.

    bereiken van de leden van de doelgroep;

  • c.

    samenwerken met andere rechtspersonen;

  • d.

    het uitvoeren van activiteiten, die een aantoonbare vernieuwende meerwaarde bezitten.

Artikel 2.7.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting

Paragraaf 2.8. Verstrekking van subsidies voor jubilea

Artikel 2.8.1. Begripsbepaling doelgroep

  • 1. In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening wordt subsidie op grond van deze paragraaf uitsluitend verstrekt aan jubilerende rechtspersonen.

  • 2. De rechtspersonen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel zijn gevestigd zijn in de gemeente Dongeradeel en voeren blijkens hun statutaire doelstelling activiteiten uit op het brede terrein van het maatschappelijk welzijn in de gemeente.

Artikel 2.8.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college bij bijzondere gelegenheden zijn waardering tot uitdrukking brengen voor de inzet, die de rechtspersoon toont voor het maatschappelijk welzijn in de gemeente.

Artikel 2.8.3. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen alle activiteiten in aanmerking, die de rechtspersoon in het kader van zijn jubileumviering uitvoert.

Artikel 2.8.4. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de subsidieaanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate te voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    de jubilerende rechtspersoon vervult een aantoonbare actieve en overtuigende maatschappelijke functie in de gemeente Dongeradeel;

  • b.

    de jubileumactiviteiten zijn, ongeacht het vragen toegangsprijs, openbaar toegankelijk;

  • c.

    als jubileumjaar wordt aangemerkt het 25ste, 50ste , 75ste en het 100ste jaar na de oprichtingsvergadering en voorts om de 25 jaar;

Artikel 2.8.5. Berekening van het subsidiebedrag

Het subsidie wordt berekend op € 2,00 per jubileumjaar, met een maximum van € 400,00.

Artikel 2.8.6. Procedurebepalingen

  • 1. De subsidieaanvraag bestaat uit een schriftelijk verzoek, dat tenminste aangeeft:

    • a.

      welk jubileum gevierd wordt;

    • b.

      wanneer de viering plaatsvindt;

    • c.

      welke jubileumactiviteiten worden uitgevoerd

  • 2. Artikel 6, lid 3 van de Algemene Subsidieverordening is niet van toepassing.

Paragraaf 2.9. Verstrekken van subsidies voor maatschappelijke ondersteuning

Artikel 2.9.1 Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien, die bijdragen aan de verwezenlijking van de hierna omschreven beleidsdoelen.

Artikel 2.9.2. Beleidsdoelen

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college:

  • a.

    het inschakelen van informele netwerken bij het ondersteunen van kwetsbare groepen bevorderen;

  • b.

    de zelfregie en zelfredzaamheid van leden uit van doelgroep bevorderen

  • c.

    de eigen mogelijkheden van burgers om hun problemen op te lossen en te participeren, versterken

Artikel 2.9.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond rangschikt het college de aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 2. De volgorde op deze prioriteitenlijst wordt in aflopend gewicht bepaald door de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de in artikel 2.9.2 genoemde beleidsdoelen

  • 3. De aanvragen worden door het college gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 2.9.4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen in het algemeen activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan de beleidsdoelen.

  • 2. In het bijzonder komen activiteiten in aanmerking voor subsidie, die zijn gericht op:

    ● informatie

    ● advies en begeleiding

    ● praktische hulp

Artikel 2.9.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en na aftrek van de kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren.

  • 2. Kosten, die naar het oordeel van het college onderdeel zijn van de reguliere bedrijfsvoering van de rechtspersoon komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2.9.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen aan het:

  • a.

    bereiken van het beleidsdoel;

  • b.

    bereiken van nieuwe en/of specifieke doelgroepen;

  • c.

    samenwerken met andere rechtspersonen;

  • d.

    het uitvoeren van activiteiten, die een aantoonbare vernieuwende meerwaarde bezitten

Artikel 2.9.7. Berekening van het subsidiebedrag

  • 1. Het maximale subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting

  • 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel bedraagt het subsidie aan de ouderenbonden ANBO, KBO en PCOB een vast bedrag van € 182.

Paragraaf 2.10. Verstrekking van subsidies voor maatschappelijk werk

Artikel 2.10.1. Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien, die bijdragen aan de verwezenlijking van de hierna omschreven beleidsdoelen.

Artikel 2.10.2. Beleidsdoelen

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college:

  • a.

    dat mensen met problemen door middel van professionele psychosociale hulp op het gebied van het persoonlijk en/of maatschappelijk functioneren kunnen blijven meedoen aan het maatschappelijk leven;

  • b.

    de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van leden uit de doelgroep bevorderen;

  • c.

    de eigen mogelijkheden van burgers om hun problemen op te lossen vergroten;

  • d.

    (vroeg)signalering en toeleiding naar zorg en opvang optimaliseren.

Artikel 2.10.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond rangschikt het college de aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 2. De volgorde op deze prioriteitenlijst wordt in aflopend gewicht bepaald door de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de in artikel 2.10.2 genoemde beleidsdoelen

  • 3. De aanvragen worden door het college gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 2.9.10. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan de beleidsdoelen.

Artikel 2.10.5. Subsidiabele kosten

Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en na aftrek van de kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren.

Artikel 2.10.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen aan:

  • a.

    het bereiken van het beleidsdoel;

  • b.

    het bereiken van nieuwe en/of specifieke doelgroepen;

  • c.

    het samenwerken met andere rechtspersonen;

  • d.

    het uitvoeren van activiteiten, die een aantoonbare vernieuwende meerwaarde bezitten.

Artikel 2.10.7. Berekening van het subsidiebedrag

  • 1. Voor rechtspersonen, die werkzaam zijn op het gebied van het algemeen maatschappelijk werk wordt het maximale subsidie berekend op basis van een in de beschikking tot subsidieverlening te bepalen aantal uren en het daaraan verbonden uurtarief.

  • 2. Voor Fier Fryslân wordt het maximale subsidie berekend op basis van een in de beschikking tot subsidieverlening te bepalen bedrag per inwoner, welk bedrag moet worden ingezet voor activiteiten, gericht op het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld;

  • 3. Voor rechtspersonen, die werkzaam zijn op het gebied van slachtofferhulp wordt het subsidie berekend op basis van een in de beschikking te bepalen bedrag per inwoner.

Paragraaf 2.11. Verstrekking van subsidies voor museaal werk

Artikel 2.11.1. Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan museum “Het Admiraliteitshuis” te Dokkum en aan museum ’t Fiskershúske te Moddergat.

Artikel 2.11.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college bijdragen aan het behoud en overdracht van cultureel erfgoed, het bevorderen van educatie en het vergroten van het publieksbereik.

Artikel 2.11.3. Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond wordt het subsidieplafond naar rato verdeeld.

  • 2. De naar rato verdeling vindt plaats door het subsidieplafond uit te drukken in een percentage van het totaalbedrag van de volgens de artikelen 2.11.5. en 2.11.7. berekende subsidiebedragen.

  • 3. In afwijking van de artikelen 2.11.5. en 2.11.7. wordt het subsidie berekend met toepassing van het percentage, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 2.11.4. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen in het algemeen activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan het beleidsdoel en meer in het bijzonder activiteiten, die gericht zijn op uitvoering van de museale:

● bedrijfstaak

● behoudstaak

● wetenschappelijke taak

● publiekstaak.

De verschillende activiteiten zijn als productgroepen opgenomen in het jaarplan van "Het Admiraliteitshuis” te Dokkum van museum ’t Fiskershúske te Moddergat.

Artikel 2.11.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie voor Het Admiraliteitshuis te Dokkum bedraagt:

    ● maximaal 50% in de kosten van de bedrijfstaak;

    ● maximaal 15% in de kosten van de behoudstaak;

    ● maximaal 5% in de kosten van de wetenschappelijke taak

    ● maximaal 30% in de kosten van de publiekstaak;

  • 2. Het subsidie voor ’t Fiskershúske te Moddergat bedraagt:

    ● maximaal 30% in de kosten van de bedrijfstaak

    ● maximaal 10% in de kosten van de behoudstaak

    ● maximaal 5% in de kosten van de wetenschappelijke taak

    ● maximaal 55% in de kosten van de publiekstaak.

  • 3. Kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren, komen niet voor subsidiering in aanmerking

Artikel 2.11.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient en aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    de in het jaarplan en de in de productbegroting opgenomen activiteiten voldoen aan artikel 2.11.4.;

  • b.

    het aantal bezoekers van Het Admiraliteitshuis te Dokkum bedraagt minstens 5.000 per jaar, c.q. het aantal bezoekers van ’t Fiskershúske te Moddergat bedraagt minstens 10.000 per jaar;

  • c.

    de beide musea hanteren tarieven op marktconform niveau;

  • d.

    de beide musea zijn aangesloten bij Markant Friesland;

  • e.

    in de communicatie met het publiek wordt de Friese taal zowel mondeling als schriftelijk gebruikt;

Artikel 2.11.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting

Paragraaf 2.12. Verstrekking van subsidies voor onderwijsachterstandenbeleid

Artikel 2.12.1 Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen, die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien, die bijdragen aan de verwezenlijking van de hierna omschreven beleidsdoelen.

Artikel 2.12.2. Beleidsdoel

  • 1. Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college bijdragen aan het gemeentelijk WMO-beleid en VVE-beleid in het algemeen. Daarnaast wil het college op preventiegerichte ondersteuning bieden aan doelgroepkinderen.

  • 2. Onder doelgroepkinderen in het eerste lid van dit artikel worden kinderen verstaan in de leeftijd tot 6 jaar met een kans op achterstand in het onderwijs. Uitgangspunt is het wettelijk kader, zoals omschreven in de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE).

Artikel 2.12.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond wordt het subsidieplafond naar rato verdeeld.

  • 2. De naar rato verdeling vindt plaats door het subsidieplafond uit te drukken in een percentage van het totaalbedrag van de volgens artikel 2.11.7. berekende subsidiebedragen.

  • 3. In afwijking van artikel 2.11.7. wordt het subsidie berekend met toepassing van het percentage, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 2.12.4 Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan het bereiken van de beleidsdoelen.

Artikel 2.12.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en na aftrek van de kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren.

  • 2. Kosten, die naar het oordeel van het college onderdeel zijn van de reguliere bedrijfsvoering van de rechtspersoon komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2.12.6. Toetsingscriteria

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen aan het bereiken van het beleidsdoel.

  • 2. Een aanvraag dient specifiek te voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      doelgroepkinderen moeten minimaal 1 jaar deelnemen aan een VVE-peutergroep.

    • b.

      de hoogte van de ouderbijdrage voor doelgroepkinderen die gebruik maken van de VVE-voorziening is maximaal het bedrag van de ouderbijdrage die is vastgesteld door de rijksoverheid, welke bijdrage gelijk is aan de hoogte van de maximale kinder-opvangtoeslag;

    • c.

      alle leidsters van een VVE-peutergroep dienen VVE-gekwalificeerd te zijn.

Artikel 2.12.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het maximale subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting

Artikel 2.12.8. Procedurebepalingen

  • 1. In afwijking van artikel 7, tweede lid van de Algemene subsidieverordening kan een eenmalig subsidie tot drie weken voor de aanvang van de activiteiten worden ingediend

  • 2. In afwijking van artikel 8, eerste lid van de Algemene subsidieverordening beslist het college op een aanvraag om een eenmalig subsidie binnen dertien weken, gerekend vanaf de uiterste indieningstermijn voor het aanvragen van het subsidie.

Paragraaf 2.13. Verstrekking van subsidies voor opbouwwerk

Artikel 2.13.1. Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien, die bijdragen aan de verwezenlijking van de hierna omschreven beleidsdoelen.

Artikel 2.13.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college:

  • a.

    sociale samenhang bevorderen en sociale netwerken versterken

  • b.

    stimuleren dat kwetsbare burgers zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen

  • c.

    stimuleren dat kwetsbare burgers blijven participeren in de samenleving

  • d.

    de inschakeling van informele netwerken bij het ondersteunen van kwetsbare burgers bevorderen;

  • e.

    de zelfregie en zelfredzaamheid van kwetsbare burgers bevorderen

  • f.

    de eigen mogelijkheden van kwetsbare burgers om hun problemen op te lossen en te participeren, bevorderen

Artikel 2.13.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum, waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel worden aanvragen van rechtspersonen, aan wie voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak de dezelfde voortdurende activiteiten, met voorrang in behandeling genomen.

Artikel 2.13.4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen in activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan de beleidsdoelen.

  • 2. In het bijzonder komen activiteiten in aanmerking voor subsidie, die zijn gericht op:

    ● preventie

    ● signalering en doorgeleiding van kwetsbare burgers

    ● participatie

    ● informatie, advies en begeleiding

    ● praktische hulp

Artikel 2.13.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en na aftrek van de kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren.

  • 2. Kosten, die naar het oordeel van het college onderdeel zijn van de reguliere bedrijfsvoering van de rechtspersoon komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2.13.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen aan het:

  • a.

    bereiken van het beleidsdoel;

  • b.

    bereiken van kwetsbare burgers;

  • c.

    samenwerken met andere rechtspersonen;

  • d.

    het uitvoeren van activiteiten, die een aantoonbare vernieuwende meerwaarde bezitten

Artikel 2.13.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het maximale subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting.

Paragraaf 2.14. Verstrekking van subsidies voor openbare geestelijke gezondheidszorg

Artikel 2.14.1. Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien, die bijdragen aan de verwezenlijking van de hierna omschreven beleidsdoelen.

Artikel 2.14.2. Beleidsdoelen

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college:

  • a.

    het inschakelen van informele netwerken bij het ondersteunen van mensen met een psychische kwetsbaarheid bevorderen;

  • b.

    de zelfregie en zelfredzaamheid van mensen met een psychische kwetsbaarheid bevorderen

  • c.

    de eigen mogelijkheden van mensen met een psychische kwetsbaarheid om hun problemen op te lossen en te participeren versterken.

Artikel 2.14.3. Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum, waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel worden aanvragen van rechtspersonen, aan wie voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak de dezelfde voortdurende activiteiten, met voorrang in behandeling genomen.

Artikel 2.14.4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan de beleidsdoelen.

  • 2. In het bijzonder komen activiteiten in aanmerking voor subsidie, die zijn gericht op:

    ● preventie

    ● signalering en doorgeleiding

    ● informatie, advies en begeleiding

    ● emotionele steun

    ● participatie

    ● praktische hulp

Artikel 2.14.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en na aftrek van de kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren.

  • 2. Kosten, die naar het oordeel van het college onderdeel zijn van de reguliere bedrijfsvoering van de rechtspersoon komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2.14.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen aan het:

  • a.

    bereiken van het beleidsdoel;

  • b.

    bereiken van inwoners met een psychische kwetsbaarheid;

  • c.

    samenwerken met andere rechtspersonen;

  • d.

    het uitvoeren van activiteiten, die een aantoonbare vernieuwende meerwaarde bezitten.

Artikel 2.14.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het maximale subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting

Paragraaf 2.15. Verstrekking van subsidies voor peuterspeelzaalwerk

Vervallen

Paragraaf 2.16. Verstrekking van subsidies voor podiumkunsten

Artikel 2.16.1. Begripsbepaling doelgroep

  • 1. In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening wordt subsidie op grond van deze paragraaf uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

  • 2. De rechtspersonen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, ontplooien blijkens hun statuten activiteiten en initiatieven die bijdragen aan de verwezenlijking van het hierna omschreven beleidsdoel.

Artikel 2.16.2. Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van subsidie wil het college initiatieven stimuleren tot deelname aan of bezoek van podiumkunsten en culturele activiteiten op het gebied van muziek, zang, dans, poëzie, film en theater.

Artikel 2.16.3. Subsidieplafond

Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 2.16.4. Subsidiabele activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan het bereiken van het beleidsdoel.

Artikel 2.16.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie dekt het tekort op de activiteitenbegroting tot een maximaal bedrag van€ 2.500 indien de activiteit wordt uitgevoerd door professionele kunstenaars en tot een maximaal bedrag van € 1.135 indien de activiteit niet door professionele kunstenaars wordt uitgevoerd.

  • 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel zijn de kosten van het project Uur Cultuur, dat door de Stg. Keunstwurk te Leeuwarden wordt georganiseerd voor de in de gemeente gevestigde basisscholen subsidiabel tot een maximaal bedrag van € 3.000.

Artikel 2.16.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen aan:

  • a.

    het bereiken van het beleidsdoel;

  • b.

    voldoende artistieke kwaliteit van de activiteit

  • c.

    de spreiding van activiteiten over verschillende genres en publieksgroepen

  • d.

    de eis, dat in de communicatie met het publiek de Friese taal zowel mondeling als schriftelijk wordt gebruikt;

Artikel 2.16.7. Verantwoording

  • 1. In afwijking van artikel 17 van de Algemene subsidieverordening dient de subsidie-ontvanger uiterlijk dertien weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk en financieel verslag, ingericht conform de begroting, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor het subsidie is verleend, zijn verricht.

Paragraaf 2.17. Verstrekking van subsidies voor toeristisch-recreatieve activiteiten

Artikel 2.17.1 Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien, die bijdragen aan de verwezenlijking van het hierna omschreven beleidsdoel.

Artikel 2.17.2 Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college het toeristische en/of het recreatieve klimaat in de gemeente versterken. Onder het toeristische en/of recreatieve klimaat vallen ook de beleidsdoelen: natuurontwikkeling, cultuurhistorie en landschapverbetering.

Artikel 2.17.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum, waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel worden aanvragen van rechtspersonen, aan wie voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak de dezelfde voortdurende activiteiten, met voorrang in behandeling genomen.

Artikel 2.17.4. Subsidiabele activiteiten

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het bereiken van het beleidsdoel.

Artikel 2.17.5. Subsidiabele kosten

Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en van de kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren.

Artikel 2.17.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen in het bereiken van het beleidsdoel.

Artikel 2.17.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het maximale subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting.

Paragraaf 2.18. Verstrekking van subsidies voor vrijwilligerswerk, thuis- en mantelzorg

Artikel 2.18.1 Begripsbepaling doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die blijkens hun statuten initiatieven willen ontplooien, die bijdragen aan de verwezenlijking van de hierna omschreven beleidsdoelen.

Artikel 2.18.2. Beleidsdoelen

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college bijdragen aan het:

zolang mogelijk zelfstandig kunnen wonen van inwoners met een beperking;

  • a.

    bevorderen van het inschakelen van informele netwerken;

  • b.

    ondersteunen van vrijwillige inzet en mantelzorg;

  • c.

    bevorderen van de zelfregie en de zelfredzaamheid uit leden van de doelgroep;

  • d.

    benutten van de eigen mogelijkheden van burgers om hun problemen op te lossen;

  • e.

    optimaliseren van de (vroeg)signalering van mantelzorgers

Artikel 2.18.3. Verdeling subsidieplafond

  • 1. Indien het honoreren van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en waar Hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening niet op van toepassing is, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond rangschikt het college de aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 2. De volgorde op deze prioriteitenlijst wordt in aflopend gewicht bepaald door de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de in artikel 2.18.2 genoemde beleidsdoelen

  • 3. De aanvragen worden door het college gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 2.18.4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen in activiteiten in aanmerking, die bijdragen aan de beleidsdoelen.

  • 2. In het bijzonder komen activiteiten voor mantelzorgers in aanmerking voor subsidie, die zijn gericht op:

    ● signalering en doorgeleiding

    ● informatie

    ● advies en begeleiding

    ● emotionele steun

    ● educatie

    ● praktische hulp

    ● respijtzorg

  • 3. In het bijzonder komen activiteiten voor vrijwilligers in aanmerking voor subsidie, die

    zijn gericht op:

    ● informatie

    ● advies en begeleiding

    ● praktische hulp

    ● het bieden van ontwikkelings- en participatiemogelijkheden voor vrijwilligers

    ● verbinden en makelen van vrijwilligers(-organisaties)

    ● emotionele steun

Artikel 2.18.5. Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en na aftrek van de kosten, die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet noodzakelijk zijn om de subsidiabele activiteiten te realiseren.

  • 2. Kosten, die naar het oordeel van het college onderdeel zijn van de reguliere bedrijfsvoering van de rechtspersoon komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2.18.6. Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate bij te dragen aan het:

  • a.

    bereiken van het beleidsdoel;

  • b.

    bereiken van vrijwilligers en mantelzorgers;

  • c.

    samenwerken met andere rechtspersonen;

  • d.

    het uitvoeren van activiteiten, die een aantoonbare vernieuwende meerwaarde bezitten.

Artikel 2.18.7. Berekening van het subsidiebedrag

Het maximale subsidie wordt berekend op basis van een opgave van de subsidiabele kosten en bedraagt niet meer dan het tekort op de activiteitenbegroting

Paragraaf 2.19 Activiteiten en projecten in het kader van Leeuwarden Kulturele Haadsted 2018 (KH2018)

Artikel 2.19.1 Begripsbepaling doelgroep

  • 1. In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening wordt subsidie op grond van deze paragraaf uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

  • 2. De rechtspersonen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel ontplooien blijkens hun statuten activiteiten en initiatieven die bijdragen aan de verwezenlijking van het hierna omschreven beleidsdoel.

Artikel 2.19.2 Beleidsdoel

Door middel van het verstrekken van een subsidie wil het college de samenwerking en participatie bevorderen van inwoners van Dongeradeel op het gebied van kunst, cultuur, sport, recreatie en toerisme. Het wil initiatieven stimuleren tot het organiseren van projecten van met elkaar samenhangende activiteiten in het kader van KH2018 die in een bepaalde periode tot uitvoering worden gebracht en van voor iedereen toegankelijke activiteiten van tijdelijke aard, doelbewust georganiseerd in het kader van KH2018 gericht op een relatief groot publiek met een eenmalig of jaarlijks terugkerend karakter.

Artikel 2.19.3 Verdeling subsidieplafond

Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 2.19.4 Subsidiabele projecten en activiteiten

Voor subsidie op grond van deze paragraaf komen projecten en activiteiten in aanmerking die zoveel mogelijk:

  • a.

    bijdragen aan het bereiken van het beleidsdoel;

  • b.

    gericht zijn op een breed publiek;

  • c.

    ongeacht het vragen van en toegangsprijs openbaar toegankelijk;

  • d.

    bijdragen aan een divers aanbod door een gelijkmatige spreiding naar doelgroep en soort;

  • e.

    qua locatie en tijd goed inpasbaar binnen het bestaande aanbod

  • f.

    een aantoonbaar positief effect hebben op het toeristisch-economisch klimaat van Dongeradeel;

  • g.

    een aantoonbaar promotionele waarde bezitten voor Dongeradeel;

  • h.

    een bovenregionale c.q. regionale uitstraling bezitten.

Artikel 2.19.5 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de aanvraag naar het oordeel van het college in voldoende mate te voldoen aan alle volgende criteria :

  • a.

    de eisen die volgens artikel 2.19.4. aan de subsidiabele activiteiten worden gesteld.

  • b.

    bij de beoordeling van de aanvraag wordt verder bekeken in hoeverre de activiteit of het project aansluit bij de lange termijn doelstellingen van Leeuwarden – Fryslân 2018, die zich laten samenvatten in de termen: Experience, Empowerment, Entrepreneurship, Ecology en Europe

 

Experience (gastvrije omgeving) : in 2018 zullen er 4 miljoen mensen naar onze regio komen. Deze mensen willen we gastvrij ontvangen, ook omdat ze dan later misschien nog een keer komen. Lokaal, regionaal, nationaal en internationaal zorgen voor de meest optimale beleving van de bezoeker. Hoe zorgt het project voor het Iepen Mienskips-gevoel? Bevatten de activiteiten of projecten een sterke combinatie van cultuur, natuur en gastvrijheid.

 

Empowerment:  Wie krijgen de kans om mee te doen? Hoe wordt de samenleving betrokken? Zijn er misschien mogelijkheden om bijvoorbeeld kinderen te betrekken, eventueel uit armoedesituaties, of mensen met een mentale of fysieke handicap?

 

Entrepreneurship (kansen voor ondernemers): hoe wordt het economische klimaat duurzaam versterkt?

 

Ecology (duurzame toekomst) Leeuwarden – Fryslân 2018 wil het bewustzijn creëren dat het mogelijk is om duurzamer om te gaan met ons water, energie, landschap, voedsel, natuurleven. Op welke wijze wordt bij de uitvoering van de activiteit of het project hiermee rekening gehouden?

Europe (verbonden met Europa): heeft het project/de activiteit Europese potenties? Of wordt er Europees samengewerkt? Of is het juist interessant voor de Europese bezoekers?

Artikel 2.19.6 Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie dekt het tekort op de activiteitenbegroting tot een maximaal bedrag van resp. € 1.135,00, € 2.500,00 en € 5.000,00 afhankelijk van de categorie.

  • 2. De projecten of activiteiten worden onderscheiden in 3 categorieën. Het maximaal subsidiebedrag bedraagt voor:

    • -

      een categorie A-evenement: maximaal € 1.135,00,

    • -

      een categorie B-evenement: maximaal € 2.500,00,

    • -

      een categorie C-evenement: maximaal € 5.000,00

    Categorie A: lokale activiteiten/projecten op dorps/wijk en buurtniveau die zich onderscheiden van bestaande activiteiten.

    Deze projecten of activiteiten dragen in belangrijke mate bij aan de binding tussen inwoners in de gemeente. Ze zijn vooral gericht op participatie, ontmoeting tussen burgers en toeristisch – recreatieve promotie van de gemeente.

    Categorie B: lokale en regionale activiteiten/projecten met groeipotentie

    Dit zijn middelgrote projecten of activiteiten die zich kenmerken door een min of meer vaste deelnemers/publieksgroep en die zich door een onderscheidende programmering/activiteiten richten op groei en internationale gasten die in het kader van Culturele Hoofdstad de regio bezoeken. De economische spin-off is er wel, maar kan nog verder in omvang toenemen. Bezoekersaantallen variëren van enkele honderden tot duizenden.

    Categorie C: boegbeeld projecten/activiteiten

    Dit zijn grote projecten of activiteiten met een bovenregionale uitstraling die een belangrijke bijdrage leveren aan de ambitie van Dongeradeel in relatie tot Culturele Hoofdstad. De activiteiten of projecten leveren een economische spin-off voor de gemeente. Projecten en activiteiten kenmerken zich door authenticiteit, uitstraling, goede organisatie en promotie. Actieve samenwerking wordt door organisatoren gezocht met andere partijen (bedrijfsleven, onderwijs, sport, cultuur, recreatie en toerisme) in de gemeente.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1. Overgangsrecht

Deze nadere regels zijn niet van toepassing op aanvragen die zijn ingediend vóór het moment waarop deze nadere regels in werking zijn getreden.

Artikel 3.2. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag, volgend op haar bekendmaking.

Artikel 3.3. Citeertitel

Deze voorschriften worden aangehaald als Nadere regels voor de verstrekking van welzijnssubsidies Dongeradeel 2013

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 19 maart 2013
secretaris,
burgemeester