Regeling vervallen per 01-10-2011

Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op de openbare basisscholen in de gemeente Dongeradeel

Geldend van 01-08-1985 t/m 30-09-2011

Intitulé

Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op de openbare basisscholen in de gemeente Dongeradeel

De raad der gemeente Dongeradeel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 februari 1986, no. 35/'86;

gelet op het bepaalde in de artikelen 30 en 31 van de Wet op het Basisonderwijs en 168 van de gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

SUBSIDIEVERORDENING GODSDIENSTONDERWIJS EN LEVENSBESCHOUWELIJK VORMINGSONDERWIJS OP DE

OPENBARE BASISSCHOLEN IN DE GEMEENTE DONGERADEEL

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    instelling: een kerkelijke gemeente, plaatselijke kerk of rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die zich blijkens haar statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stelt of een volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisatie op geestelijke grondslag die zich het geven van levensbeschouwelijk vormingsonderwijs ten doel stelt;

  • b.

    onderwijs: godsdienstonderwijs, dan wel levensbeschouwelijk vormingsonderwijs;

  • c.

    leerling: degene, van wie de ouders, voogden of verzorgers schriftelijk om het bij b. bedoelde onderwijs hebben verzocht;

  • d.

    leerkracht: degene, die door een instelling is aangewezen voor het geven van het onder b. bedoelde onderwijs;

  • e.

    lesuur: de lesgebonden en de niet-lesgebonden tijd, die tezamen 75 minuten omvat;

  • f.

    subsidie: een financiële bijdrage van de gemeente in de kosten per lesuur.

Artikel 2

Aan instellingen kan door burgemeester en wethouders desgevraagd, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening, uit de gemeentekas subsidie worden verleend voor het geven van onderwijs aan de leerlingen van de openbare basisscholen in de gemeente Dongeradeel.

Artikel 3

  • 1. Het subsidie bedraagt maximaal 75% van de salarisnorm volgens salarisschaal 7, nummer 9 van de Handleiding Onderwijssalarisstructuur en bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten die de instelling voor het onderwijs heeft gemaakt.

  • 2. Het subsidie wordt verstrekt voorzover de gemeenteraad de nodige gelden toestaat.

Artikel 4

  • 1. Het subsidie wordt verleend in de kosten van het geven van onderwijs aan leerlingen van de daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende leerjaren en groepen.

  • 2. Het subsidie wordt niet verleend in de kosten van het onderwijs, gegeven aan groepen, die -ook na combinatie van leerjaren en/of leerlingen van dezelfde school- uit minder dan 10 leerlingen bestaan.

  • 3. Indien meer dan 30 leerlingen deelnemen aan het onderwijs kan een tweede groep gevormd worden.

Artikel 5

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen zenden de instellingen binnen 1 maand na afloop van het schooljaar bij burgemeester en wethouders voor elke openbare basisschool afzonderlijk een door de directeur van die school voor akkoord verklaarde opgave in, die vermeldt:

    • a.

      wie het onderwijs heeft/hebben verzorgd;

    • b.

      op welke dagen en gedurende welke uren de lessen werden gegeven;

    • c.

      welke leerjaren, dan wel groepen aan de lessen hebben deelgenomen;

    • d.

      de aantallen leerlingen, gespecificeerd per leerjaar, dan wel groep, die de lessen regelmatig hebben bijgewoond;

    • e.

      de vergoedingen, die door de instelling aan de leerkracht zijn uitbetaald.

  • 2. De instellingen dienen burgemeester en wethouders voorts alle inlichtingen te verstrekken, die zij voor een juiste uitvoering van deze verordening gewenst achten.

Artikel 6

Na ontvangst van de in artikel 5 bedoelde opgave, eventueel aangevuld met de door burgemeester en wethouders gevraagde gegevens, stellen burgemeester en wethouders het bedrag van het subsidie vast en geven zij daarvan schriftelijk kennis aan de instelling.

Artikel 7

De instellingen zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs. Zij dragen er zorg voor, dat dit onderwijs op pedagogisch-didactisch verantwoorde wijze wordt gegeven.

Artikel 8

In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 9

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Subsidieverordening godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs openbare basisscholen Dongeradeel".

  • 2.

    Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 augustus 1985.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
raad der gemeente Dongeradeel van 27 februari 1986
secretaris
voorzitter