Regeling vervallen per 10-07-2012

Subsidieverordening funderingsherstel

Geldend van 03-02-2011 t/m 09-07-2012

Intitulé

Subsidieverordening funderingsherstel

De Raad van de gemeente Dordrecht;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 juli 2001, nr. 2001/2138/SO/PM;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Algemene subsidieverordening 1998 van de gemeente Dordrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

Subsidieverordening funderingsherstel 2001

Afdeling I Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.

aandachtsgebied:

de wijken Oud en Nieuw Krispijn, Het Reeland en de 19de eeuwse schil, gemarkeerd op de bij deze verordening behorende kaart;

2.

aanvaardbare kosten:

kosten die de eigenaar aan derden is verschuldigd wegens doelmatig funderingsherstel, cascoherstel, funderingsonderzoek en procesbegeleiding;

3.

bouwkundige eenheid:

een groep woningen - al dan niet in combinatie met bedrijfsruimten - met een of meer gezamenlijke bouwmuren, gebouwd vóór 1945;

4.

cascoherstel:

herstel van cascoschade aan een woning volgens een door burgemeester en wethouders vastgesteld programma van eisen en programma van aanbevelingen;

5.

cascoschade:

schade aan het casco van een woning volgens een door burgemeester en wethouders vastgesteld programma van eisen;

6.

droogstand:

een lage grondwaterstand beneden het niveau van het bovenste funderingshout;

7.

eigenaar:

de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van een woning, al dan niet met gebonden bedrijfsruimte. Onder eigenaar wordt mede verstaan de houder van een recht van opstal, de erfpachter en de houder van een appartementsrecht;

8.

fundering:

het constructief element dat de neerwaartse druk van een gebouw overbrengt op de ondergrond;

9.

funderingsherstel:

het herstellen van funderingsschade volgens een door burgemeester en wethouders vastgesteld programma van eisen en programma van aanbevelingen;

10.

funderingsonderzoek:

een volgens het door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgesteld protocol (VNG protocol) uitgevoerd onderzoek;

11.

funderingsschade:

aanzienlijk verminderde draagkracht van houten paalfunderingen volgens door burgemeester en wethouders vastgestelde normen;

12.

gebonden bedrijfsruimte:

een onzelfstandig deel van een gebouw dat als bedrijfsruimte wordt gebruikt voor zover dat gebouw voor het overige voor permanente bewoning wordt gebruikt of is bestemd;

13.

gebouw:

een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

14.

lening:

leningen door de gemeente te verstrekken in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met SVN;

15.

niet gebonden bedrijfsruimte:

een gebouw of zelfstandig deel van een gebouw dat deel uitmaakt van een bouwkundige eenheid en dat als bedrijfsruimte wordt gebruikt;

16.

procesbegeleiding:

begeleiding van eigenaren bij de aanpak van funderingsherstel door een door burgemeester en wethouders erkend bureau of instantie;

17.

SVN:

de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland;

18.

verbeterplan:

een schriftelijk stuk opgesteld volgens een door burgemeester en wethouders vast te stellen model waarin de eigenaar omschrijft op welke wijze funderingsherstel conform de richtlijn als bedoeld in artikel 4.2. zal worden uitgevoerd;

19.

woning:

een gebouw of een zelfstandig gedeelte van dat gebouw, welk gebouw of gedeelte voor permanente bewoning wordt gebruikt of blijkens indeling en voorzieningen voor permanente bewoning bestemd is, met uitzondering van ambtswoningen, bejaardenoorden, woningen in eigendom van de Dienst der Domeinen, woningen in eigendom van de gemeente, woonwagens, woonschepen, caravans en stacaravans.

Artikel 2 Doelstelling en reikwijdte

  • 1. Deze verordening heeft tot doel het financieel ondersteunen middels het verstrekken van subsidie van particuliere eigenaren van woningen in het aandachtsgebied bij procesbegeleiding, het vaststellen en herstellen van funderingsschade en cascoschade al dan niet in de vorm van nieuwbouw en het ondersteunen van eigenaren van woningen in de gemeente Dordrecht, gelegen buiten het aandachtsgebied, bij het vaststellen van funderingsschade.

  • 2. Bij samenloop van een recht op subsidie uit hoofde van deze verordening met een recht op subsidie uit andere hoofde wordt het recht op laatstgenoemde subsidie of bijdrage in mindering gebracht op een recht uit hoofde van deze verordening.

Artikel 3 Uitvoering

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2. Bij de uitwerking van deze verordening baseren burgemeester en wethouders zich op het door de gemeenteraad op 3 april 2001 vastgestelde "Plan van aanpak funderingsproblematiek".

  • 3. Ter uitvoering van deze verordening stellen burgemeester en wethouders een programma van eisen, een programma van aanbevelingen en normen vast zoals genoemd in artikel 1, onder d, e, i en k, alsmede richtlijnen zoals genoemd in artikel 6, lid 5 en lid 7.

Artikel 4 Richtlijnen

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient voor de vaststelling van funderingsschade te worden gewerkt volgens de richtlijnen van het VNG protocol.

  • 2. Bij het vaststellen van cascoschade en de uitvoering van funderingsherstel en cascoherstel dient te worden gewerkt volgens de richtlijnen van het programma van eisen en het programma van aanbevelingen zoals genoemd in artikel 3, lid 3.

Afdeling II Kaders subsidieverlening

Artikel 5 Subsidieplafond en verdeling

  • 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks voor 1 oktober het subsidieplafond vast voor het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 2. De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het subsidieplafond vermeldt de hoogte van het subsidieplafond en het tijdvak waarvoor het beschikbaar is.

  • 3. De per kalenderjaar beschikbare subsidie wordt verdeeld in volgorde van binnenkomst van de aanvraag. De in behandeling genomen aanvraag wordt daartoe gedateerd en voorzien van een volgnummer. Op de in behandeling genomen aanvragen wordt in volgorde van die volgnummering de beslissing tot het al dan niet het verlenen van subsidie genomen. Voor zover een in behandeling genomen aanvraag zal leiden tot overschrijding van het subsidieplafond wordt de aanvraag geweigerd voor het betreffende kalenderjaar en vervolgens met behoud van volgnummer verplaatst naar het daaropvolgende kalenderjaar. De laatstbedoelde aanvragen worden beoordeeld op basis van het voor dat jaar vastgestelde subsidieplafond en de subsidievoorwaarden.

Artikel 6 Subsidies en leningen

Burgemeester en wethouders kunnen de volgende subsidies en leningen toekennen:

  • 1.

    een geldelijke bijdrage ter voldoening van aanvaardbare werkelijke kosten voor naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk funderingsherstel als gevolg van funderingsschade aan een woning binnen het aandachtsgebied, ter grootte van maximaal i 6810,--, inclusief BTW, per woning;

  • 2.

    een geldlening van maximaal € 70.000,-- per woning tegen een rente van 2% per jaar en met een looptijd van 25 jaar ter voldoening van aanvaardbare werkelijke kosten voor funderingsherstel, als aanvulling op de in lid 1 genoemde bijdrage.

  • 3.

    een geldlening van maximaal i 5.000,-- per woning tegen een rente van 2% per jaar en met een looptijd van 15 jaar ter voldoening van aanvaardbare werkelijke kosten voor cascoherstel, als aanvulling op de in lid 1 genoemde bijdrage;

  • 4.

    een geldlening van maximaal i 5.000,-- per gebonden bedrijfsruimte tegen een rente van 2% per jaar en met een looptijd van 15 jaar ter voldoening van aanvaardbare werkelijke kosten voor cascoherstel, als aanvulling op de bijdrage en leningen genoemd in lid 1, 2 en 3;

  • 5.

    een lening volgens de vangnetregeling van de SVN, indien de eigenaar niet in aanmerking komt voor de onder lid 2 bedoelde lening en op grond van door burgemeester en wethouders vastgestelde richtlijnen kan aantonen dat hij gezien zijn inkomen en vermogen niet in staat is om het funderingsherstel uit te laten voeren. De vangnetlening bedraagt maximaal € 70.000,-- per woning.

  • 6.

    een geldelijke bijdrage van maximaal i 1.815,-- per woning of ongebonden bedrijfsruimte in het aandachtsgebied voor aanvaardbare werkelijke kosten voor de tweede fase van procesbegeleiding;

  • 7.

    een geldelijke bijdrage van maximaal i 1362,-- per woning voor aanvaardbare werkelijke kosten voor de eerste fase van procesbegeleiding, volgens door burgemeester en wethouders vastgestelde richtlijnen.

[“i” moet zijn “€”]

Artikel 7 Toepassingsbepaling

  • 1. Voor zover een gebouw bestaat uit meerdere zelfstandige delen die voor permanente bewoning worden gebruikt of zijn bestemd, wordt de subsidie voor funderingsherstel en procesbegeleiding per woning toegepast, met een maximum van het aantal op enige verdieping horizontaal naast elkaar gelegen woningen, of gedeelten van woningen. De subsidie voor cascoherstel wordt toegepast per woning.

  • 2. Voor zover in een bouwkundige eenheid woningen zijn gefundeerd op zowel houten paalfundering als op staal komen de eigenaren van woningen op staal op gelijke wijze in aanmerking voor subsidie en leningen genoemd in artikel 6 als de eigenaren van woningen gefundeerd op hout, indien en voor zover funderingsinvesteringen noodzakelijk zijn.

Overgangsbepaling

De leningsmogelijkheid als bedoeld onder artikel 6, lid 9 is ook van toepassing op aanvragers die al een aanvraag op basis van artikel 6, lid 2 of 8 hebben ingediend, doch waarop nog geen besluit is genomen.

Artikel 8 Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor toekenning en vaststelling van een subsidie en lening(en) als genoemd in artikel 6 moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • a.

    de aanvrager moet eigenaar van de woning of bedrijfsruimte zijn ten tijde van aanvraag, verlening, vaststelling en betaling van de subsidie. Bij overgang van de woning of bedrijfsruimte onder algemene of bijzondere titel kan het recht op een subsidie of laagrentende lening(en) als genoemd in artikel 6 overgaan op de nieuwe eigenaar, ingeval van een lening voor zover het de resterende looptijd betreft. De voorwaarden genoemd in dit artikel onder j, l en m zijn hierbij in ieder geval van toepassing;

  • b.

    een onderzoek naar funderingsschade moet worden uitgevoerd volgens de richtlijnen bedoeld in artikel 4, lid 1. De onderzoeksgegevens worden aan burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld;

  • c.

    de aanvrager dient een verbeterplan in dat moet voldoen aan de richtlijnen als bedoeld in artikel 4, lid 2;

  • d.

    het funderingsherstel moet worden uitgevoerd volgens het verbeterplan. Voor de vaststelling van de subsidie dient de aanvrager bewijsstukken van de gemaakte kosten aan de gemeente te overleggen;

  • e.

    de eigenaar moet de door of namens burgemeester en wethouders aangewezen personen toegang verlenen tot de woning voor onderzoek ten behoeve van de uitvoering van deze verordening;

  • f.

    de eigenaar moet op eerste verzoek van de door of namens burgemeester en wethouders aangewezen personen inzage verschaffen in alle bescheiden en tekeningen die naar het oordeel van deze personen van belang kunnen zijn bij de uitvoering van deze verordening;

  • g.

    maakt de woning deel uit van een bouwkundige eenheid dan dienen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie en leningen op grond van deze verordening alle eigenaren van die eenheid deel te nemen aan funderingsherstel;

  • h.

    de geraamde kosten voor funderingsherstel en cascoherstel moeten in redelijke verhouding staan tot de waarde van de bouwkundige eenheid. Hierbij worden mede afgewogen de staat van de betreffende woningen en de nog verwachte levensduur van die woningen, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

  • i.

    de toekenning van subsidie vindt steeds plaats onder de ontbindende voorwaarde dat een bouwvergunning wordt verleend;

  • j.

    de toekenning van een lening vindt steeds plaats onder de ontbindende voorwaarde dat tussen de eigenaar en het SVN een overeenkomst van geldlening tot stand komt;

  • k.

    het funderingsherstel en het cascoherstel dienen doelmatig te worden uitgevoerd;

Artikel 9

  • a.

    verhuurders van méér dan twee woningen hebben voor funderingsherstel van een of meer van die woningen geen recht op subsidie of leningen op grond van deze verordening;

  • b.

    eigenaren van ongebonden bedrijfsruimten komen niet in aanmerking voor subsidie of leningen op grond van deze verordening.

Artikel 10 Funderingsonderzoek in opdracht eigenaar

  • 1. Burgemeester en wethouders kennen de eigenaar die een funderingsonderzoek heeft laten uitvoeren dat voldoet aan de richtlijnen genoemd in artikel 4, lid 1 een bijdrage toe van i 230,-- als tegemoetkoming in de voor dat onderzoek gemaakte kosten.

  • 2. Een bijdrage als genoemd in lid 1 is van toepassing op woningen binnen het aandachtsgebied voor zover onderzoek niet reeds in opdracht van burgemeester en wethouders is of wordt uitgevoerd en op woningen binnen de gemeente buiten het aandachtsgebied.

  • 3. Burgemeester en wethouders kennen de eigenaar die bloksgewijs funderingsonderzoek heeft laten uitvoeren dat voldoet aan de richtlijnen genoemd in artikel 4, lid 1 een bijdrage toe ter hoogte van de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van i 1.362,-- per woning. Deze regeling geldt uitsluitend voor woningen binnen het aandachtsgebied.

    [“i” moet zijn “€”]

Afdeling III Procedure verlening subsidie

Artikel 11 De aanvraag

  • 1. De aanvraag voor subsidie wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier ingediend. De aanvraag dient door de aanvrager te worden ondertekend en te zijn voorzien van de op het formulier gevraagde bijlagen.

  • 2. Bij een aanvraag tot het toekennen van een subsidie en lening(en) als bedoeld in artikel 6, leden 1, 2 en 3 dienen in ieder geval te worden overgelegd:

    • a.

      een bewijs van eigendom van de woning;

    • b.

      een rapport van funderingsonderzoek uitgevoerd volgens het VNG protocol;

    • c.

      een plan van aanpak.

Artikel 12 In behandelingname

De aanvrager wordt schriftelijk in kennis gesteld van het in behandeling nemen van de aanvraag.

Artikel 13 Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken op de aanvraag. Deze termijn kan met maximaal zes weken worden verlengd.

Artikel 14 Voorschot

Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten verlenen op de in artikel 6 genoemde bijdragen.

Artikel 15 Gereedmelding en verantwoording

  • 1. De eigenaar meldt het gereedkomen van de werkzaamheden op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier.

  • 2. Binnen drie maanden na de gereedmelding dient de eigenaar een gespecificeerd overzicht in van de werkelijk gemaakte kosten, vergezeld van de hierop betrekking hebbende facturen en betalingsbewijzen.

  • 3. De verantwoording bevat een opgaaf van alle eventuele wijzigingen die zich hebben voorgedaan in de gegevens vermeld op de aanvraag als bedoeld in artikel 10.

  • 4. De verantwoording bevat een verklaring dat de werkzaamheden zijn verricht overeenkomstig het bij de aanvraag ingediende of met goedkeuring van burgemeester en wethouders gewijzigde verbeterplan.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de in lid 2 genoemde termijn.

Artikel 16 Vaststelling en betaalbaarstelling

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de bijdrage vast op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

  • 2. Een verantwoording die voldoet aan de in artikel 15 genoemde voorwaarden wordt aangemerkt als een verzoek om betaalbaarstelling van de bijdrage.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen binnen drie maanden na ontvangst op een verzoek om betaalbaarstelling.

  • 4. Bij onvolledigheid van de in artikel 15 genoemde gegevens schorten burgemeester en wethouders de betaalbaarstelling op, totdat de eigenaar de daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijke aanvullende gegevens heeft verstrekt.

  • 5. De toegekende bijdrage wordt, na aftrek van een eventueel verstrekt voorschot, binnen zes weken na de betaalbaarstelling aan de eigenaar overgemaakt.

Afdeling IV Slotbepalingen

Artikel 17 Toepassing algemene subsidieverordening

Op deze verordening zijn van toepassing de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Dordrecht voor zover in deze verordening in de grondslagen voor de verstrekking en berekening van de subsidie voor funderingsherstel niet is voorzien.

Artikel 18 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet of onvoldoende voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot onbillijke uitkomsten leidt ten gunste van de aanvrager afwijken van deze verordening.

Artikel 20

Citeertitel, inwerkingtreding en tijdvak werking verordening

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening funderingsherstel.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 10 juli 2001 en werkt terug tot 1 oktober 2000.

  • 3.

    Deze verordening blijft van kracht tot 10 juli 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 juli 2001.

de secretaris
de voorzitter