Regeling vervallen per 01-02-2017

Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht

Geldend van 27-03-2008 t/m 31-01-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 5 februari 2008, nr. ST/2008/346;

gelet op artikel 44, tweede lid, en artikel 147 van de Gemeentewet;

gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders, de Regeling rechtspositie wethouders, het Reisbesluit binnenland, de Reisregeling binnenland en het Verplaatsingskostenbesluit;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

VERORDENING rechtspositie wethouders Dordrecht

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

wethouder:

de wethouder, als bedoeld in artikel 35 van de Gemeentewet;

b.

gemeentesecretaris:

de secretaris, als bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;

c.

zakelijke reiskosten:

reiskosten exclusief reiskosten woon-/werkverkeer.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor wethouders

Artikel 2 Onkostenvergoeding

Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor de aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten, die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, welk bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

Artikel 3 Zakelijke reis- en verblijfkosten binnen Nederland

  • 1. Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor zakelijke reiskosten die in Nederland ten behoeve van de gemeente worden gemaakt.

    De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten.

  • 2. De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente gehuurde auto.

  • 3. De dienstauto kan door de wethouder ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling indien dit een logische route is voor, tijdens of na een zakelijke reis, alsmede voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder uit hoofde van zijn ambt vervult.

  • 4. Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van nevenfuncties, zoals bedoeld in lid 3, gebruik maakt van de dienstauto en daarvoor van een derde een vergoeding van de reiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 4 Abonnement parkeergarage

  • 1. Bij regelmatig gebruik van een eigen personenauto voor woon-/werkverkeer wordt aan de wethouder een abonnement op de parkeergarage bij het Stadskantoor verstrekt.

  • 2. Bij incidenteel gebruik van de eigen personenauto voor woon-/werkverkeer danwel dienstreizen wordt aan de wethouder voor het gebruik van de parkeergarage bij het Stadskantoor per keer een uitrijkaart verstrekt.

Artikel 5 Zakelijke reis- en verblijfkosten buiten Nederland

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed overeenkomstig de Reisregeling buitenland.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. Het college kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia door een wethouder, die in het gemeentelijk belang, door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De kosten van deelname aan een cursus, congres, seminar of symposium door een wethouder, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, komen ook voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 7 Computer en internetverbinding

  • 1. Voor de uitoefening van het ambt wordt de wethouder, ten laste van de gemeente, een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente, per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3. Indien de wethouder niet voor de in lid 1 bedoelde apparatuur in aanmerking wil komen, verleent het college betrokkene, op aanvraag, voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar, een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4. Voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur worden de wethouder de noodzakelijke aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding vergoed.

  • 5. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 8 Mobiele communicatiemiddelen

  • 1. De wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt, een mobiel communicatiemiddel in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente, waarin hij aangeeft het mobiele communicatiemiddel wel of niet voor 10% of meer privé te gaan gebruiken.

  • 3. Voor zover het in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele communicatiemiddel voor 10% of meer voor privé-doeleinden wordt gebruikt, vindt fiscale bijtelling bij de wedde van de wethouder plaats.

Artikel 9 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10 Fietsregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 11 Reis-/pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt, heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • 1.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • 2.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Hoofdstuk III De procedure van declaratie

Artikel 12 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats:

  • a.

    door betaling uit eigen middelen, waarna bij de gemeente gedeclareerd kan worden; of

  • b.

    door rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente waarna deze de factuur zal voldoen.

Artikel 13 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 3, 4, 5 en 11 van deze verordening wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. De wethouder dient het declaratieformulier uiterlijk 3 maanden nadat de kosten zijn gemaakt bij de gemeentesecretaris of een door deze aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. In afwijking hiervan dienen de in december gemaakte kosten in januari van het daarop volgende jaar te worden gedeclareerd. Na afloop van de hiervoor bedoelde termijnen kan geen aanspraak meer worden gemaakt op vergoeding van de gemaakte kosten.

Artikel 14 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 3, 4, 5, en 11 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. De wethouder dient de factuur binnen 3 maanden in bij de gemeentesecretaris of een door deze aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk IV Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 15 Intrekking oude regeling

De bij besluit van 8 mei 2001 vastgestelde "Verordening tegemoetkoming in onkosten wethouders 2001" wordt met ingang van 1 januari 2008 ingetrokken.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2008 en kan worden aangehaald als: "Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 maart 2008.

De griffier
De voorzitter