Regeling vervallen per 31-10-2014

Nadere regels op grond van artikel 2 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Dordrecht 2010 voor sportsubsidies

Geldend van 01-07-2010 t/m 30-10-2014

Intitulé

Nadere regels op grond van artikel 2 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Dordrecht 2010 voor sportsubsidies

Het COLLEGE van SURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente

DORDRECHT;

gelet op de Algemene Subsidieverordening Dordrecht 2010;

besluit:

vast te stellen de volgende

Nadere regels op grond van artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Dordrecht 2010 voor sportsubsidies

Afdeling 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Doelstelling

Het doel van subsidieverlening op basis van deze regels is het stimuleren van activiteiten en talenten en het ondersteunen van instellingen op het gebied van sport.

De Sportraad verstrekt, daartoe aangewezen door het college en op basis van deze nadere regels, subsidies ten behoeve van de sport in Dordrecht.

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • 1.

    ASV: Algemene subsidieverordening Dordrecht 2010.

  • 2.

    Instelling: een vereniging of stichting die statutair gevestigd is in Dordrecht en die krachtens haar doelstellingen werkzaam is in het belang van de sportbeoefening van inwoners van Dordrecht. De instelling is aangesloten bij een bij NOC*NSF aangesloten sportbond.

  • 3.

    Sport: het geheel van activiteiten dat is gericht op het leveren van lichamelijke of geestelijke krachtmetingen waarvoor nodig zijn uithoudingsvermogen, inzicht, vaardigheid, kracht of snelheid.

  • 4.

    Sportraad: de commissie die op grond van de artikelen 83 en 84 van de Gemeentewet door het college is ingesteld om onder andere sportsubsidies te verstrekken.

Artikel 3 Subsidiesoorten

De Sportraad verstrekt op aanvraag in het kader van deze nadere regels subsidie voor:

  • a.

    jeugdsport;

  • b.

    Dordtse sporttalenten;

  • c.

    zwembadhuur;

  • d.

    sportstimuleringsprojecten;

  • e.

    kleedruimten.

Artikel 4 Aanvraag sportsubsidie

In afwijking van artikel 6 lid 1 ASV worden subsidieaanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 3 van deze regeling ingediend bij de Sportraad.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het college stelt voor 15 juli van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar een subsidieplafond vast voor sportsubsidies en verdeelt dat in deelsubsidieplafonds voor de in artikel 3 genoemde subsidies.

Afdeling 2 Specifieke Subsidiebepalingen

Artikel 6 Subsidie voor jeugdsport

  • 1.

    De subsidie voor de jeugdsport per instelling wordt berekend op basis van het aantal jeugdleden van de instelling.

  • 2.

    Onder jeugdleden worden verstaan leden van de instelling die op 1 oktober voorafgaand van het subsidiejaar ten minste 4 en ten hoogste 17 jaar oud zijn.

  • 3.

    De subsidie per jeugdlid is gelijk aan het deelsubsidieplafond gedeeld door het totaal aantal leden van de ontvangen aanvragen.

  • 4.

    Indien de Sportraad daarom verzoekt, is de aanvrager van subsidie voor jeugdsport verplicht om een ledenlijst te overleggen waarin het aantal leden en geboortedata worden vermeld.

Artikel 7 Subsidie voor Dordtse sporttalenten

  • 1.

    Onder talentvolle Dordtse sporters worden verstaan inwoners van Dordrecht:

    • a.

      met een door het NOC*NSF vastgestelde en door de desbetreffende sportbonden toegekende talentstatus in de categorieen High Potential, Internationaal Talent, Nationaal Talent of Belofte; of

    • b.

      die op de eerste dag van het subsidiejaar nog geen 18 jaar oud zijn en die individueel of in teamverband deel uitmaken van een nationale Nederlandse selectie van een door het NOC*NSF erkende nationale sportbond.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal € 200 per jaar per sporter.

  • 3.

    Met inachtneming van het bepaalde in lid 2, is de subsidie per Dordts sporttalent gelijk aan het deelsubsidieplafond gedeeld door het op 1 oktober totaal aantal volledige aanvragen.

Artikel 8 Subsidie voor zwembadhuur

  • 1.

    Instellingen die krachtens hun doelstellingen de zwemsport beoefenen kunnen in aanmerking komen voor een jaarlijkse subsidie voor hun activiteiten in het zwembad in de Sportboulevard.

  • 2.

    De subsidie wordt berekend op basis van het aantal uren dat jaarlijks volgens het activiteitenplan van het zwembad gebruik wordt gemaakt en bedraagt maximaal 37 procent van het uurtarief inclusief BTW dat door de exploitant van het zwembad in rekening wordt gebracht.

  • 3.

    Indien het totaal van de subsidieaanvragen het deelsubsidieplafond overschrijdt, wordt het bedrag van het deelsubsidieplafond verdeeld over de instellingen naar rato van de hoogte van hun aanvragen.

  • 4.

    De aanvraag bevat een urenoverzicht en een begroting voor het subsidiejaar. Daarin worden tenminste aangegeven de soort sportactiviteiten, de gehanteerde tariefstelling en het aantal uren dat voor die activiteiten is gepland. Daarnaast wordt het roosterschema zwembadhuur dat is vastgesteld in overleg met de exploitant van het zwembad bij de aanvraag gevoegd.

  • 5.

    Het subsidiejaar vangt aan op 1 september en eindigt op 1 september van het daaropvolgende jaar.

  • 6.

    Subsidieaanvragen worden voor 1 juni van het jaar waarin het subsidiejaar aanvangt ingediend. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt voor 1 december van het jaar waarin het subsidiejaar afloopt ingediend.

Artikel 9 Subsidies voor sportstimuleringsprojecten

  • 1.

    Onder sportstimuleringsprojecten worden verstaan:

    • a.

      eenmalige activiteiten, gericht op doelgroepen die in verhouding weinig sporten;

    • b.

      eenmalige activiteiten, gericht op aandachtswijken die worden genoemd in het gemeentelijke sportbeleid;

    • c.

      eenmalige experimentele activiteiten met een innoverend karakter.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal € 1.000 per project. Subsidieaanvragen kunnen gedurende het hele jaar worden ingediend tot 8 weken voor de aanvang van het project.

  • 3.

    Indien de Sportraad daarom binnen 13 weken na afloop van de activiteiten verzoekt, is het bestuur verplicht informatie te verstrekken over de deelname, het verloop en de resultaten van de activiteiten.

  • 4.

    Een instelling mag niet meer dan één aanvraag per jaar indienen.

  • 5.

    De volledige aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

Artikel 10 Subsidie voor kleedruimten

  • 1.

    Instellingen kunnen in aanmerking komen voor een subsidie in de investeringskosten bij nieuwbouw of een ingrijpende verbouwing van de kleedruimten.

  • 2.

    Onder kleedruimten wordt verstaan: ruimte voor het verwisselen van kleding door sporters, scheidrechters, trainers en docenten, inclusief douche-, was- en toiletgelegenheden.

  • 3.

    Onder een ingrijpende verbouwing wordt verstaan: een verbouwing waardoor ten minste de kleedruimten en/of de daarin aanwezige voorzieningen in aantal en/of kwaliteit worden uitgebreid.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie voor investeringskosten voor kleedruimten worden vastgesteld met inachtneming van de volgende bepalingen:

    • a.

      de subsidie bedraagt maximaal 50% van de fictieve bouwkostenprijs per vierkante meter vloeroppervlak, vermenigvuldigd met het totale aantal vierkante meters van de gerealiseerde of verbouwde kleedruimtes. Aan de aanvraag wordt een bouwtekening met vermelding van het aantal vierkante meters vloeroppervlak van de gerealiseerde/verbouwde kleedruimten toegevoegd;

    • b.

      de fictieve bouwkostenprijs bedraagt per 1 januari 2010 € 1.070,55 per vierkante meter vloeroppervlak en wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan de hand van het indexcijfer voor de nieuwbouw van woningen van het Bureau Documentatie Bouwwezen.

  • 5.

    Het beschikbare budget per jaar bedraagt het deelsubsidieplafond verminderd met de lopende verplichtingen

  • 6.

    De betaling van de subsidie vindt plaats in maximaal 30 jaarlijkse termijnen. Ieder subsidiejaar begint in het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de subsidie is aangevraagd. Indien het deelsubsidieplafond verminderd met de lopende verplichtingen het toelaat kan de Sportraad besluiten het aantal jaarlijkse termijnen te verminderen.

  • 7.

    De instelling die subsidie voor kleedruimte krijgt, is verplicht om deze kleedruimten aan onderwijsinstellingen ter beschikking te stellen.

  • 8.

    De betaling van de subsidie wordt tussentijds beëindigd indien:

    • a.

      de kleedruimten niet langer als kleedruimte in gebruik zijn;

    • b.

      de instelling niet langer eigenaar is van de kleedruimten.

  • 9.

    De volledige aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

Afdeling 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Citeertitel, overgangsregeling en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Nadere regels voor sportsubsidies".

  • 2.

    Op aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze Nadere regels voor sportsubsidies blijft de Sportsubsidieverordening van toepassing.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking op de dag nadat de gemeenteraad de Sportsubsidieverordening heeft ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 11 mei 2010.
Het college van Burgemeester en Wethouders
de secretaris de burgemeester
M.R. Schurink A.A.M. Brok