Regeling vervallen per 26-09-2014

Verordening winkeltijden Dordrecht

Geldend van 05-12-2013 t/m 25-09-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2013

Intitulé

Verordening winkeltijden Dordrecht

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 november 2010, Nr. SO/2010/479010;

 

gelet op de Gemeentewet, de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

 

b e s l u i t :

 

 vast te stellen de navolgende Verordening winkeltijden Dordrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing zoals bedoeld in deze verordening binnen acht weken.

  • 2.

    Het college kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 3 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffingintrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    in verband met de bescherming van het belang of de belangen waarvoor de ontheffing is vereist, veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 4 Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1.

    De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen van 12.00 tot 17.00 uur of feestdagen van 06.00 tot 24.00 uur per kalenderjaar, een en ander ten behoeve van collectieve ondernemersactiviteiten, voor de volgende delen van de gemeente:

    • a.

      de binnenstad, zijnde het gebied begrensd door Oude Maas, Korte Parallelweg, Havenstraat, Burgemeester de Raadtsingel, Spuiweg, Albert Cuypsingel, Stationsweg, Burgemeester de Raadtsingel, Toulonselaan, Oranjelaan en Wantij,

    • b.

      de Woonboulevard gelegen aan de Mijlweg  tussen de Wilhelminahaven en de Mijlweg.

  • 2.

    De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste vier, door het college aan te wijzen, zondagen van 12.00 tot 17.00 uur en ten hoogste drie, door het college aan te wijzen, feestdagen van 06.00 tot 24.00 uur per kalenderjaar, een en ander ten behoeve van collectieve ondernemersactiviteiten, voor de overige delen van de gemeente niet behorende tot die genoemd in lid 1 van dit artikel.

Artikel 5 Ontheffing voor afzonderlijke activiteiten

  • 1.

    Het college kan voor wat betreft werkdagen, zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van manifestaties, feestelijkheden, bijeenkomsten, tentoonstellingen, veilingen, beurzen, kunstateliers en galeries en bijzonder incidentele verkoopacties.

  • 2.

    De ontheffing kan worden verleend voor:

    a.   bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    b.   het uitstallen van goederen;

    c.    tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

Artikel 6 Toerisme

Kunstrondje Dordt

  • 1.

    De verboden, bedoeld in artikel 2 van de wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van dit gebied niet voor de historische binnenstad, zijnde het gebied begrensd door Oude Maas, Korte Parallelweg, Havenstraat, Burgemeester de Raadtsingel, Spuiweg, Albert Cuypsingel, Stationsweg, Burgemeester de Raadtsingel, Toulonselaan, Oranjelaan en Wantij, op de eerste zondag van de maand tussen 12.00 en 17.00 uur, uitsluitend voor de verkoop van kunst, antiek, curiosa door diegenen die als ondernemers in kunst en/of antiek/curiosa zijn ingeschreven bij de Kamervan Koophandel.

Bezienswaardigheden

  • 2.

    De verboden, bedoeld in artikel 2 van de wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze locaties en bezienswaardigheden niet op zon- en feestdagen voor:

  • -

    Grote Kerk en Grote Kerkstoren, Lange Geldersekade 2;

  • -

    de Augustijnenkerk, Voorstraat 216;

  • -

    het Hofcomplex gelegen de aan het Hof;

  • -

    het kantoor van de VVV – Intree, Spuiboulevard 99;

  • -

    Villa Augustus, Oranjelaan 7;

  • -

    Het Weizigt Natuur- en Milieucentrum, Van Baerleplantsoen 30a;

  • -

    de Watertoren Dubbeldam, gelegen aan de Provincialeweg;

  • -

    de Sterrenwacht Mercurius, Baanhoekweg 75;

  • -

    het Bezoekerscentrum Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch, Baanhoekweg 53.

Kampeerterreinen

  • 3.

    De verboden, bedoeld in artikel 2 van de wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze locaties niet op zon- en feestdagen voor op kampeerterreinen gelegen winkels.

Evenementen

  • 4.

    De verboden, bedoeld in artikel 2 van de wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze evenementen niet voor de historische binnenstad, zijnde het gebied begrensd door Oude Maas, Korte Parallelweg, Havenstraat, Burgemeester de Raadtsingel, Spuiweg, Albert Cuypsingel, Stationsweg, Burgemeester de Raadtsingel, Toulonselaan, Oranjelaan en Wantij, op zondag van 12.00 tot 17.00 uur tijdens de manifestaties "Dordt In Stoom" en de "Open Monumentendagen”" Het college kan in geval van andere grote publieksmanifestaties op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden verlenen, voor wat betreft zondagen van 12.00 tot 17.00 uur. Het college kan in bijzondere gevallen afwijking van de in dit lid genoemde tijdstippen toestaan.

Zomertoerisme

  • 5.

    De verboden, bedoeld in artikel 2 van de wet gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van dit gebied niet voor de historische binnenstad, zijnde het gebied begrensd door Oude Maas, Korte Parallelweg, Havenstraat, Burgemeester de Raadtsingel, Spuiweg, Albert Cuypsingel, Stationsweg, Burgemeester de Raadtsingel, Toulonselaan, Oranjelaan en Wantij, op maximaal drie door het college aan te wijzen zondagen van 12.00 tot 17.00 uur gedurende de maanden juni, juli en augustus.

Artikel 7 Vrijstellingen

  • 1.

    Bepaalde winkels De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      musea;

    • b.

      winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

    • c.

      winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

  • 2.

    Openstelling anders dan voor verkoop

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

      • 1.

        winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

      • 2.

        winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

    • b.

      De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

  • 3.

    Straatverkoop van bepaalde goederen De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

  • 4.

    Begraafplaatsen

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 5.

    Culturele evenementen

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 6.

    Sportcomplexen

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 7.

    Bejaardenoorden

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

  • 8.

    Ramadan

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

  • 9.

    Carnaval

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

  • 10.

    Kermis

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

  • 11.

    E.H. Communie

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto­artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

    • b.

      De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

  • 12.

    Allerheiligen en Allerzielen

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 8 Intrekking voorgaande regeling

De Verordening Winkeltijden Dordrecht 1996 wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 10 februari 2011 en werkt terug tot 1 januari 2011.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening winkeltijden Dordrecht".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2011.
 
De waarnemend griffier,                                              De voorzitter,
 
 
 
 M.J.W.T. Hendrickx                                                    A.A.M. Brok

Nota-toelichting

Artikelgewijze toelichting VERORDENING WINKELTIJDENWET DORDRECHT

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

Voor de definitie van winkel wordt aangesloten bij artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

 

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdag.

 

Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de verordening.

 

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen” en behoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 2. Beslistermijn

 

Dit artikel is nagenoeg gelijk aan dat uit de verordening 1996. In de praktijk blijken zich ten aanzien van de behandeling en afdoening van ontheffingsaanvragen nauwelijks problemen voor te doen.

Artikel 3. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

 

Dit artikel is als vanzelfsprekend aan te merken, er van uitgaande dat indien voorwaarden of beperkingen worden gesteld, deze ook nagekomen moeten worden, waarbij bestuursrechtelijke sancties kunnen worden getroffen als wijziging of intrekking van de ontheffing.

Artikel 4. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

 

Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, Winkeltijdenwet, waarbij de raad de bevoegdheid tot aanwijzing van koopzondagen, delegeert aan het college. Dit is wel een beperkte delegatie: de raad zelf verstrekt door middel van opneming van deze bepaling in de verordening de vrijstelling, maar het college bepaalt wanneer die vrijstellingen zullen gelden door het aanwijzen van maximaal 12 zon- en feestdagen per jaar.

 

De eerste twee leden van artikel 3 van de Winkeltijdenwet luiden:

 

1.  De gemeenteraad kan voor ten hoogste twaalf door hem aan te wijzen dagen per kalenderjaar vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag. De beperking tot twaalf dagen per kalenderjaar geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

2.  De gemeenteraad kan, al dan niet onder het stellen van regels, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders.

 

Dit artikel vervangt het in de verordening van 1996 opgenomen regeling. De daarin opgenomen vaste aanwijzing van een vijftal dagen, in combinatie met een gedetailleerde omschrijving van de van toepassing zijnde wijkindeling, is niet praktisch gebleken. Op sommige punten werkte deze zelfs belemmerend. Een voorbeeld daarvan is dat de vast in de verordening aangewezen drie feestdagen, eveneens van toepassing waren voor de binnenstad, terwijl de ondernemers in het centrum juist op die dagen geen enkele behoefte hebben om geopend te zijn.

 

De verordening bevat nu een gebiedsindeling bestaande uit centrumgebied, de Woonboulevard en de overige delen van de gemeente als geheel. De aanwijzing van vaste dagen in de verordening zelf is vervallen. Bij de aanwijzing van de dagen kan het college rekening houden met de specifieke belangen van de ondernemers in de onderscheiden gebieden. De dagen zullen in de gebieden dan ook onderling verschillen.

Artikel 5. Ontheffing voor afzonderlijke activiteiten

 

Dit artikel vindt steun in artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet:

 

2.  Zij kunnen in door de gemeenteraad bij verordening aangewezen gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en ten behoeve van het uitstallen van goederen.

3.  De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

Op grond van het tweede lid van artikel 4 van de Winkeltijdenwet worden de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard. Een niet limitatieve aanduiding daarvan is opgenomen is in dit artikel van verordening. In de praktijk worden ontheffingen verleend voor auto-occasionshows, de jaarlijkse boekenmarkt, beurzen voor computers, erotiek, paranormale zaken, pasar malam, muzikale festivals ed.

 

Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.

 

In artikel 5 worden tentoonstellingen in kunstateliers en galeries genoemd. De reden daarvan is dat kunstateliers en galeries op zichzelf winkels zijn, maar niettemin in de Winkeltijdenwet een speciale status kennen, die voortkomt uit de oude Winkelsluitingswet en het daarop berustende Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet.

 

Ontheffing kan verleend worden voor tentoonstellingen in kunstateliers en galeries. De achtergrond van de bijzondere status voor kunstateliers en galeries is dat de mogelijkheden voor kunstenaars aan hun werk bekendheid te geven door middel van (verkoop)tentoonstellingen niet te zeer aan banden gelegd mag worden. Bovendien spelen concurrentieoverwegingen hier nauwelijks een rol, gezien het individuele karakter van de betrokken voorwerpen. 

Artikel 6. Toerisme

 

De grondslag van de toerismeregeling is gelegen in artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet, waarin is bepaald:

 

De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:

op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt.

 

De toerismeregeling vindt toepassing ten aanzien van het Kunstrondje Dordt, diverse bezienswaardigheden, kampeerterreinen, evenementen en zomertoerisme.

 

De leden 1 tot en met 4 zijn nagenoeg gelijk aan de verordening 1996, zij het dat nu het Kunstrondje Dordt wordt beperkt tot 12 zondagen per kalenderjaar en dat daartoe in de verordening de eerste zondag van de maand wordt vastgelegd. Feitelijk wijzigt daarmee niet veel: de regeling sluit nu aan op de praktijk, omdat de desbetreffende ondernemers openstelling beperken tot 1 maal per maand, hoewel formeel verkoop op alle zondagen van het jaar mogelijk is. “Eerste zondag van de maand = Kunstrondje Dordt” is inmiddels - ook landelijk - een begrip.

 

De grondslag voor toepassing van de toerismeregeling in Dordrecht is vooral gelegen in de toeristische aantrekkingkracht van de historische binnenstad. Vanuit overheid en door derde (markt)partijen is vanaf medio de jaren zeventig fors ingezet op verbetering en behoudt van de bijna 1.000 monumenten die de binnenstad telt. De specifieke programmasturing voor de binnenstad heeft ertoe bijgedragen dat daarnaast vele initiatieven tot stand zijn gekomen, dan wel vanuit de gemeente konden worden gefaciliteerd, die hebben geleid tot een aanzienlijke verbetering van de economische en toeristische positie van Dordrecht in het algemeen en de historische binnenstad in het bijzonder.

 

Hoewel de algemene economische ontwikkelingen vanzelfsprekend invloed hebben op het aantal bezoekende toeristen, is evident dat de inzet effect heeft gesorteerd. Er is sprake van beduidend meer toerisme in het centrum dan voorheen.

Doelstelling van beleid is de stijgende bezoekersaantallen vast te houden en te blijven streven naar een relatieve verbetering van de positie van Dordrecht in vergelijking tot vergelijkbare steden.

 

Elementen als het Wandelrondje Dordt, de fluisterboot, de evenementen en manifestaties, het parkeer- en verkeersbeleid (binnenstad autovrij), de citybus, het terrassenbeleid, uitbreiding horeca-initiatieven en hotelaccommodatie en de herinrichting van de openbare ruimte in een groot deel van het centrum hebben daartoe bijgedragen. Daaraan wordt, in samenhang met de ambiance van het grote aantal vaak in zeer goede staat zijnde monumentale panden, de toeristische aantrekkingskracht van de binnenstad als zodanig, geheel of nagenoeg geheel ontleend aan andere elementen dan de (winkel)verkoopactiviteiten. De regelingen voor het Kunstrondje Dordt (lid 1) en het zomertoerisme (5) vinden hierop dan ook grondslag, regelingen die overigens in hun omvang - vooral het aantal dagen - als beperkt zijn aan te merken. Voor beide zullen tevens vanuit het oogpunt van zondagsrust, tijdsbeperkingen gelden, terwijl voor het Kunstrondje een branchebeperking van toepassing is en blijft. De op grond van het zomertoerisme aan te wijzen dagen kennen beperkingen in tijd en gebied, nl. de binnenstad.

 

Voor wat betreft de regelingen met betrekking tot de bezienswaardigheden (lid2), kampeerterreinen (lid 3) en evenementen (lid 4) is een gelijke conclusie te trekken: de toeristische aantrekkingskracht ligt in al deze gevallen in de toeristische uitstraling van de locaties zelf of de in dat kader plaatsvindende activiteiten. Daarbij gaat het, met uitzondering van de evenementen, niet om algemene winkelopenstelling, maar om beperkte locatiegebonden verkoopactiviteiten zoals brochures en documentatie, souvenirs ed.

Artikel 7. Intrekking voorgaande regeling

 

Behoeft geen nadere toelichting

 

 Artikel 8. Inwerkingtreding

 

Behoeft geen nadere toelichting

 Artikel 9. Citeertitel

 

Behoeft geen nadere toelichting

 

TOELICHTING

Verordening winkeltijden Dordrecht (eerste wijziging)

Het Initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Verhoeven en Van Tongeren tot wijziging van de Winkeltijdenwet[1] treedt in werking per 1 juli 2013. Dit heeft onder andere gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Deze algemene maatregel van bestuur heeft vooralsnog als grondslag de artikelen 5, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (oud). Na inwerkingtreding van de wetswijziging zal dit het breder getrokken artikel 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) zijn. Hoewel artikel 8 dus breder getrokken wordt heeft de wetswijziging tot gevolg dat de artikelen 3, derde en vierde lid, 4, derde en vierde lid, en 10 tot en met 22 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege komen te vervallen. Datzelfde geldt voor bepalingen in gemeentelijke verordeningen die gebaseerd zijn op artikel 12, tweede lid, van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

Deze vervallen vrijstellingen kunnen gemeenten vervolgens wel op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) bij verordening vaststellen. Gemeenten die – al dan niet in afwachting van een algehele herziening van hun beleid aangaande zondags- en avondopenstelling – de huidige situatie (voorlopig) ongewijzigd wensen voort te zetten dienen deze vrijstellingen dus te ‘kopiëren’ naar de eigen verordening. Met deze verordening wordt hieraan uitvoering gegeven.

Het gaat hier om vrijstellingen voor vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel (ook) op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij zijn een duizendtal detailhandelsbedrijven betrokken in de sfeer van onder meer snackbars, ijscomannen, videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen, winkels in musea en in bejaardenoorden en winkels in feestartikelen, alsmede openstellingen ter gelegenheid van sport- en culturele evenementen en openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard, zoals de Ramadan.

In artikel 5 en 6 van de toelichting verordening Winkeltijdenwet Dordrecht wordt nog verwezen naar de oude Winkeltijdenwet. In de gewijzigde verordening Dordrecht is artikel 3, eerste, tweede en derde lid Winkeltijdenwet van toepassing.

[1] Volledig: Voorstel van wet van de leden Verhoeven en Van Tongeren tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen (Kamerstukken I 2012/13, 32 412, A).