Beleidsregel en nadere regels voor de organisatie en uitvoering van evenementen

Geldend van 17-01-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Beleidsregel en nadere regels voor de organisatie en uitvoering van evenementen

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT en de BURGEMEESTER van de gemeente DORDRECHT, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

overwegende,

dat het gewenst is om beleidsregels en nadere regels vast te stellen omtrent de afweging van de volgende belangen en de vaststelling van de volgende feiten omtrent de organisatie en uitvoering van evenementen;

dat het van belang is een goede balans te vinden tussen de organisatie van evenementen en de leefbaarheid in de (historische) binnenstad;

gelet op:

  • .

    artikel 4:81, lid 1, artikel 4:83 en artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • .

    hoofdstuk 2, afdeling 7 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht;

  • ·

    artikel 2:26A en artikel 1:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht;

  • ·

    de nota "Festival- en evenementenbeleid in Dordrecht 2e fase;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende

Beleidsregel en nadere regels voor de organisatie en uitvoering van evenementen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    evenement: evenement als bedoeld in afdeling 7 van hoofdstuk 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht;

  • b.

    braderie: een evenement, zijnde een feestelijke markt, waarbij alle deelnemende winkeliers hun waren op de weg uitstallen en/of te koop aanbieden, vaak gepaard gaande met (live)muziek of een ander element van vermaak;

  • c.

    circus: een evenement waarbij een reizend gezelschap, met of zonder (wilde) dieren, optreedt in een grote tent, waarbij de voorstelling bestaat uit verschillende optredens van acrobaten, jongleurs, clowns, dierentemmers en/of goochelaars. Er zijn ook circussen die niet (meer) rondreizen en op een vaste plaats blijven.

  • d.

    kermis: een evenement waarbij door middel van een samenstel van bewegende en stilstaande vermaakattracties, daarbij passende mobiele verkoopzaken en gelegenheden tot het deelnemen aan spelen of tot het bezichtigen van het zogenoemde kijkwerk, de bezoekers van het evenement met een zo groot mogelijke mate van afwisseling geamuseerd worden;

  • e.

    evenementenkalender: de door het college jaarlijks vast te stellen kalender waarop een groot aantal evenementen die in het komende kalenderjaar plaatshebben in de gemeente zijn weergegeven;

  • f.

    evenemententerrein: het door het college beschikbaar gestelde terrein waarop een evenement plaatsvindt;

  • g.

    langtijdgemiddeld beoordelingsniveau: het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. In afwijking van de Handleiding wordt geen onderscheid gemaakt tussen de dag-, avond-, en nachtperiode en worden geen (straf)correcties toegepast.

  • h.

    locatie: het terrein waar alles staat opgesteld dat direct te maken heeft met het evenement, van tent, podia aggregaten tot publiek;

  • i.

    binnenstad: het gebied dat wordt begrensd door de Oude Maas, de Kalkhaven, de Spuihaven, de Riedijkshaven en de Beneden-Merwede, bruggen en wegen boven de genoemde wateren, alsmede de wateren zelf behoren niet tot het gebied.

  • j.

    weg: weg of openbare plaats als bedoeld in de begripsomschrijving ten aanzien van "weg" en "openbare plaats" in hoofdstuk 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht;

  • k.

    marktdagen: de dagen waarop de door het college ingestelde warenmarkt plaatsheeft;

  • l.

    vergunning: vergunning als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht.

Onderdeel A. Nadere regels

Hoofdstuk 2 Nadere regels omtrent evenementen

Artikel 2 Evenementenkalender

Het college van burgemeester en wethouders stelt ieder jaar vóór 31 december de evenementenkalender voor het daarop volgende jaar vast.

Artikel 3 Categorieën

Het college van burgemeester en wethouders verdeelt evenementen in vier categorieën:

  • a.

    een evenement met lage geluidbelasting (categorie 1). Van categorie 1 evenementen wordt gesproken indien geen geluidsoverlast is te verwachten. Hierbij kan worden gedacht aan onversterkte muziek, lopende fanfare orkesten en dergelijke;

  • b.

    een evenement, met een middelgrote geluidbelasting (categorie 2). Van categorie 2 evenementen wordt gesproken indien er sprake is van versterkt geluid. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) bedraagt dan 71 tot en met 80 dB(A) op de dichtstbijzijnde gevel.;

  • c.

    een evenement met een grote geluidbelasting (categorie 3). Van categorie 3 evenementen wordt gesproken indien het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) op de dichtstbijzijnde gevel 81 tot en met 85 dB(A) bedraagt . Het gaat hierbij om bijvoorbeeld een muziekfestival of popconcerten;

  • d.

    een evenement met een zeer grote geluidbelasting (categorie 4). Van categorie 4 evenementen wordt gesproken indien het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) op de dichtstbijzijnde gevel meer dan 85 dB(A) bedraagt. Het gaat hier bijvoorbeeld om grote popconcerten of dance-events.

Artikel 4 Het aantal evenementen

  • 1.

    Het aantal evenementen is als volgt gemaximeerd:

    • a.

      evenementen die vallen onder categorie 1 zijn niet aan een locatie gebonden. Er is geen maximum aan het aantal categorie 1-evenementen;

    • b.

      evenementen die vallen onder categorie 2 vinden maximaal 7 keer per jaar per locatie plaats;

    • c.

      evenementen die vallen onder categorie 3 vinden maximaal 3 keer per jaar per locatie plaats;

    • d.

      evenementen die vallen onder categorie 4 vinden maximaal 1 keer per jaar per locatie plaats. Een dergelijk evenement vindt maximaal 2 keer per jaar in Dordrecht plaats;

    • e.

      braderieën vinden maximaal 2 keer per jaar per (winkel)straat of per winkelcentrum plaats;

    • f.

      circussen vinden maximaal 3 keer per jaar in Dordrecht plaats, waarbij gedurende 6 weken na afloop van een circus geen ander circus wordt gehouden;

    • g.

      kermissen vinden maximaal 3 keer per jaar in Dordrecht plaats, te weten een zomerkermis (aan het begin van het zomerseizoen), een koninginnenkermis (op en/of rondom Koninginnedag) en een bevrijdingskermis (op en/of rondom Bevrijdingsdag).

  • 2.

    Bij de toepassing van het eerste lid wordt een meerdaags evenement als één evenement aangemerkt, voor zover deze op niet meer dan drie aaneengesloten dagen plaatsvindt.

Artikel 5 Uitgangspunten specifieke locaties

Aanvullend aan of in afwijking van artikel 3 gelden bij de beoordeling van een aanvraag om een vergunning in ieder geval de volgende uitgangspunten:

  • a.

    in de binnenstad vinden geen categorie 4-evenementen plaats;

  • b.

    in het Hofkwartier vinden maximaal 6 categorie 2-evenementen plaats en verder uitsluitend categorie 1-evenementen, waarbij de organisator van een evenement met het oog op de locatie-specifieke eisen en de historische context in overleg dient te treden met Erfgoedcentrum DiEP en het bestuur van de Augustijnenkerk.

  • c.

    Op het Scheffersplein vindt jaarlijks één categorie 3-evenement plaats en verder uitsluitend categorie 1- of categorie 2-evenementen;

  • d.

    Op het Stadhuisplein vinden uitsluitend categorie 1- of categorie 2-evenementen plaats;

  • e.

    In het Wantijpark vinden uitsluitend categorie 1-evenementen plaats met een maximum van 10 evenementen per jaar;

  • f.

    Op de Aardappelmarkt en het Groothoofd vinden uitsluitend categorie-1 en categorie-2 evenementen plaats;

  • g.

    Op het Statenplein en de Sisarijs- of Sarisgang vinden evenementen uitsluitend plaats buiten de (op- en afbouw)uren van de weekmarkt, zolang deze daar wordt gehouden.

  • h.

    Met het oog op de effecten van evenementen op Natura 2000 gebied dient bij de organisatie evenementen in de Biesbosch afstemming plaats te vinden met het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.

Artikel 6 Duur

  • 1.

    Evenementen die geheel of gedeeltelijk in de buitenlucht plaatshebben, duren niet langer dan tot 23.00 uur op zondag tot en met donderdag en tot 24.00 uur op vrijdag en zaterdag.

  • 2.

    Evenementen die geheel of gedeeltelijk in de buitenlucht plaatshebben, beginnen niet voor 09.00 uur, met dien verstande dat op zondagen de geluidsproductie niet voor 13.00 uur mag aanvangen.

  • 3.

    Op- en afbouwwerkzaamheden vangen niet aan voor 06.00 uur en duren niet langer dan tot 24.00 uur op zondag tot en met donderdag en tot 01.30 uur (de volgende ochtend) op vrijdag en zaterdag, tenzij het evenement plaatsvindt op een gebiedsontsluitingsweg;

  • 4.

    Voor de vertoning van maximaal twee buitenfilms per locatie per jaar in de tuin van het Dordrechts Museum en het Grotekersplein wordt de eindtijd van zondag tot en met donderdag gesteld op 24.00 uur.

  • 5.

    De burgemeester kan bij de vergunningverlening van deze tijden afwijken indien het evenement op een erkende feestdag wordt georganiseerd of bijzondere omstandigheden een afwijking rechtvaardigen.

Artikel 7 Braderieën

  • 1.

    Aan een braderie doen uitsluitend winkeliers mee die zijn gevestigd in de betreffende (winkel)straat of het betreffende winkelcentrum, onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel.

  • 2.

    Braderieën duren per geval niet langer dan twee aaneengesloten dagen, met de eventueel daaraan voorafgaande koopavond.

  • 3.

    De door de winkeliers aangeboden artikelen behoren uitsluitend tot het assortiment dat de betreffende winkelier in zijn winkel pleegt te verkopen.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid kan de organisator non-profit organisaties een informatiestandplaats laten innemen.

  • 5.

    De organisator kan voor iedere deelnemende winkelier één commerciële handelaar van buitenaf een standplaats laten innemen, met op marktdagen een maximum van 20 en op overige dagen een maximum van 40 commerciële handelaren van buitenaf.

  • 6.

    Kermisachtige attracties zijn op een braderie niet toegestaan tijdens of in de vier weken voorafgaand aan een kermis in Dordrecht.

Artikel 8 Hardheidsclausule

De burgemeester kan van het bepaalde in deze nadere regels afwijken, voor zover toepassing van de regels leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, dan wel ter voorkoming van onbedoelde effecten.

Onderdeel B. Beleidsregel

Hoofdstuk 3 Weigering vergunning

Artikel 9 Weigeringsgronden

De vergunning wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    er sprake is van evenementen met gemotoriseerde voertuigen waarbij sprake is van een verhoogd veiligheidsrisico.

    Onder deze categorie evenementen vallen:

    • 1.

      Wedstrijden met gemotoriseerde voertuigen op de weg (bijvoorbeeld autorally's, motorrally's, autoraces, motorraces, trekkertrekwedstrijden, trikeraces enzovoort;

    • 2.

      Wedstrijden met gemotoriseerde voertuigen op terreinen, geen weg zijnde (bijvoorbeeld autocross, motorcross, trekkertrekwedstrijden enzovoort);

    • 3.

      Shows met gemotoriseerde voertuigen (bijvoorbeeld autostuntshows, motorstuntshows enzovoort).

  • b.

    er gegronde vrees bestaat dat de vergunninghouder zich niet aan een evenementenvergunning zal houden;

  • c.

    het maximum aantal evenementen per jaar (per locatie) is bereikt, en er voor een evenement geen alternatieve locatie voorhanden is;

  • d.

    de verlening ervan tot gevolg zou hebben dat de aanvraag voor de vergunning van een evenement dat op de vastgestelde evenementenkalender is geplaatst en waarvoor nog geen vergunning is verleend, op grond van de artikelen 4, 5 en 9 onder c. zou moeten worden geweigerd;

  • e.

    in het geval van een braderie niet wordt voldaan aan de voor braderieën in artikel 7 gestelde nadere regels.

  • f.

    indien er twee of meer aanvragen zijn ingediend voor het houden van een evenement op dezelfde dag(en), waardoor, indien alle evenementen doorgang zouden vinden, er een te groot beslag wordt gelegd op de beschikbare capaciteit van de hulpdiensten.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels en beleidsregel kunnen worden aangehaald als "Beleidsregel en nadere regels voor de organisatie en uitvoering van evenementen".

  • 2.

    Deze nadere regels en beleidsregel treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012.

  • 3.

    De "Beleidsregel en nadere regels voor de organisatie en uitvoering van evenementen", vastgesteld op 15 februari 2011, worden per 1 januari 2012 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 maart 2012.
Het college van Burgemeester en Wethouders
de loco-secretaris de burgemeester
M.S. van der Priem A.A.M. Brok
Dordrecht, 6 maart 2012.
De Burgemeester
A.A.M. Brok