Regeling vervallen per 10-10-2017

Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2016

Geldend van 03-03-2017 t/m 09-10-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2016

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht;

gelet op het raadsbesluit d.d. 24 april 2012 betreffende harmonisering en integratie van peuterwerk en kinderopvang in Dordrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende

Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2016

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    doelgroepkind: een kind in de leeftijd vanaf 2 tot 4 jaar met a) één of meer ouders met een anderstalige achtergrond, b) met ouders met een laag opleidingsniveau die volgens de 'gewichtenregeling primair onderwijs' als doelgroepkind worden aangemerkt, c) met een taalachterstand en/of d) begeleiding van het Sociaal Team;

  • b.

    ISK (Internationale Schakelklas): vangt kinderen van 6 tot 13 jaar op die nog maar kort in Nederland zijn. De ISK is gesitueerd op obs Mondriaan, expertisecentrum NT2 (Nederlands als tweede taal). Een ISK groep heeft minimaal 8 kinderen.Doel van de ISK is om kinderen na een jaar intensief Nederlands als tweede taal door te laten stromen naar het reguliere basis- of voortgezet onderwijs;

  • c.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang;

  • d.

    peuteropvang: een door het college zodanig erkende voorziening, gehuisvest in of nabij een basisschool, met een vaste samenwerkingsrelatie met de basisschool in het kader van de doorgaande lijn, waar kinderen van 2 tot 4 jaar worden opgevangen, anders dan gastouderopvang of kinderopvang in een kindercentrum;

  • e.

    schakelklassen: speciaal ingerichte groepen waarin activiteiten ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal worden uitgevoerd die zijn gericht op betere doorstroming in het onderwijs in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden;

  • f.

    schakelklas a: groep van minimaal 8 kinderen die op grond van hun taalniveau en leerpotentie een jaar lang in dezelfde groep les krijgen met extra nadruk op de verwerving van het Nederlands;

  • g.

    schakelklas b: groep van minimaal 8 kinderen die op grond van hun taalniveau en leerpotentie buitenschools extra begeleid worden bij de verwerving van het Nederlands;

  • h.

    VVE-peuteropvang: peuteropvang, die gebruik maakt van VVE-programma's;

  • i.

    VVE-programma: voor de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • j.

    Wet kinderopvang: Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Subsidievormen

Het college kan subsidie verlenen aan:

  • a.

    een kindercentrum of een voorziening voor VVE-peuteropvang voor het werken met VVE-programma's;

  • b.

    een voorziening voor VVE-peuteropvang voor een bijdrage in de kosten van VVE-peuteropvang per uur;

  • c.

    een voorziening voor peuteropvang voor een bijdrage in de kosten van peuteropvang per uur;

  • d.

    een kindercentrum of een voorziening voor VVE-peuteropvang voor de inzet van Hbo'ers in de VVE;

  • e.

    een kindercentrum of een voorziening voor VVE-peuteropvang voor de inzet van VVE-thuis voor peuters;

  • f.

    een basisschool voor de inzet van VVE-thuis voor kleuters;

  • g.

    Obs Mondriaan voor het realiseren van Internationale Schakelklas(sen);

  • h.

    basisscholen die één of meer Schakelklas(en) uitvoeren met als doel om kinderen minimaal de landelijk gemiddelde groei door te laten maken op taaltoetsen.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 augustus subsidieplafonds vast voor het volgende subsidiejaar, onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de raad.

  • 2.

    Het college stelt subsidieplafonds vast voor de onderdelen:

    • a.

      reguliere peuteropvang;

    • b.

      VVE-peuteropvang.

Artikel 4 Aanvrager

In aanvulling op het bepaalde in artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht kan een natuurlijk persoon ook een subsidie vanaf € 20.000,- aanvragen.

Artikel 5 Aanvraag van de subsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor een schooljaarsubsidie dient uiterlijk op 1 juni in het jaar voorafgaande aan het schooljaar, waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, te zijn ingediend.

  • 2.

    De aanvraag dient tevens te voldoen aan het bepaalde in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht.

Artikel 6 Verantwoording van de subsidie

In aanvulling op de Algemene subsidieverordening Dordrecht registreert de subsidieaanvrager en legt hij verantwoording af over:

  • a.

    de in de respectievelijke artikelen 8, 12 en 17 opgenomen aanvraaggegevens;

  • b.

    de wijze waarop invulling is gegeven aan de respectievelijke voorwaarden in de artikelen 9, 14 en 19.

Afdeling 1. SUBSIDIE VVE PROGRAMMA'S VOOR KINDERCENTRA

Artikel 7 Verdeelsleutel voor kindercentra

  • 1.

    Indien het subsidieplafond, als bedoeld in artikel 3 eerste lid, onvoldoende is om alle aanvragen te honoreren, stelt het college een rangorde vast. Om in de rangorde te worden opgenomen, voldoet een aanvraag aan het bepaalde in artikel 8.

  • 2.

    Bij rangschikking van de aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub a, hebben aanvragers gevestigd in de wijken Oud Krispijn, Nieuw Krispijn, Wielwijk, Crabbehof, Staart, Reeland, Noordflank, Stadspolders en Sterrenburg 1, voorrang op de overige aanvragen.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie voor kindercentra

De hoogte van de te verlenen subsidie voor VVE programma's is genormeerd en bedraagt maximaal:

  • a.

    VVE-materiaal: € 1.900,- per groepsruimte.De subsidie voor materiaal is eenmalig bij de start van een nieuwe groep;

  • b.

    VVE-scholing: € 4.000,- per groep, per jaar;

  • c.

    vervangingsuren leidsters: € 3.000,- per groep, per jaar;

  • d.

    coördinatie, evaluatie en administratie VVE programma's en uitwerking van de doorgaande lijn: € 2.000,- per groep, per jaar.

Artikel 9 Aanvraag van de subsidie

Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub a bevat naast de in artikel 7 Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval:

  • a.

    de keuze voor het VVE-programma;

  • b.

    de wijze waarop aan ouderbetrokkenheid gewerkt wordt;

  • c.

    een opgave van het aantal VVE-groepen en het aantal (doelgroep) kinderen per VVE-groep;

  • d.

    een pedagogisch plan;

  • e.

    een opleidingsplan;

  • f.

    een tijdsplanning en begroting.

Artikel 10 Subsidieverplichtingen

Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13-14 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht voldoet de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub a, aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van kinderopvang en de basis-voorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie zoals opgenomen in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • b.

    te zijn geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP);

  • c.

    de voorwaarde dat een groep kinderen waaraan voorschoolse educatie wordt aangeboden, bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen;

  • d.

    per kind zorg te dragen voor de digitale informatieoverdracht naar de basisschool met behulp van het overdrachtformulier peuter-kleuter Dordrecht;

  • e.

    een gericht ouderbeleid te voeren;

  • f.

    te werken met een kind-volgsysteem;

  • g.

    aantoonbaar samen te werken met Sociale Teams en/of Jeugdteams;

  • h.

    een actieve bijdrage te leveren aan de VVE-monitor van de gemeente Dordrecht en de VVE-inspectie door de Inspectie van het Onderwijs;

  • i.

    per kwartaal digitale gegevens aan het college aan te leveren over het aantal kinderen dat bereikt wordt met voor- en vroegschoolse educatie met behulp van een format.

Afdeling 2. SUBSIDIE VVE-PEUTEROPVANG

Artikel 11 Hoogte van de subsidie voor VVE-peuteropvang

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks een genormeerd uurtarief voor VVE-peuteropvang vast.

  • 2.

    Het college compenseert het verschil tussen het genormeerd uurtarief van de VVE-peuteropvang voor 2- en 3-jarigen en het maximum uurtarief volgens de Wet kinderopvang.

  • 3.

    Het college compenseert voor ouders die niet onder de toeslagregeling van de Wet kinderopvang vallen het verschil tussen het maximum uurtarief volgens de Wet kinderopvang en de voor hen geldende ouderbijdrage volgens de vastgestelde ouderbijdragentabel.

  • 4.

    Voor de subsidie van VVE-peuteropvang geldt dat:

    • a.

      de maximale hoogte van het aantal te subsidiëren uren per week 10 uur bedraagt;

    • b.

      het maximale aantal te subsidiëren openingsweken per jaar 40 weken bedraagt.

  • 5.

    In de subsidieverlening wordt het maximum aantal uren vermeld waarvoor in dat jaar een subsidie kan worden verkregen.

Artikel 12 Ouderbijdrage voor VVE-peuteropvang

Een voorziening voor VVE-peuteropvang vraagt aan de ouders van doelgroep-kinderen niet meer dan de ouderbijdrage volgens de kinderopvangtoeslagtabel, die in het Besluit kinderopvangtoeslag landelijk wordt vastgesteld.

Artikel 13 Aanvraag van de subsidie voor VVE-peuteropvang

Een aanvraag voor een subsidie voor VVE-peuteropvang als bedoeld in artikel 2, sub b bevat naast de in artikel 7 Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval:

  • a.

    een inschatting van het aantal uren dat kinderen gebruik maken van de VVE-peuteropvang, onderverdeeld naar:

    • uren geleverd aan VVE-doelgroepkinderen onder de toeslagregeling Wet kinderopvang;

    • uren geleverd aan VVE-doelgroepkinderen niet onder de toeslagregeling Wet kinderopvang;

    • uren geleverd aan niet VVE-doelgroepkinderen onder de toeslagregeling Wet kinderopvang;

    • uren geleverd aan niet VVE-doelgroepkinderen niet onder de toeslagregeling Wet kinderopvang;

  • b.

    een opgave van het uurtarief, tot een maximum als vermeld in artikel 10, lid 1, waartegen het VVE-aanbod geleverd wordt;

  • c.

    het bedrag aan te innen ouderbijdrage conform de onderverdeling in artikel 12 sub a;

  • d.

    een opgave van het aantal VVE-groepen en het aantal (doelgroep) kinderen per VVE-groep;

  • e.

    de keuze voor het VVE-programma;

  • f.

    de wijze waarop aan ouderbetrokkenheid gewerkt wordt;

  • g.

    een pedagogisch plan;

  • h.

    een opleidingsplan;

  • i.

    een tijdplanning en begroting.

Artikel 14 Weigeringsgrond

Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht wordt de aanvraag geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de voorziening voor VVE peuteropvang de kosten als bedoeld in artikel 10 sub c bij de ouders van de kinderen in rekening kan brengen op basis van de Wet kinderopvang.

Artikel 15 Subsidieverplichtingen

Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13-14 van de Algemene subsidie-verordening Dordrecht voldoet de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub b, aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van kinderopvang en de basis-voorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie zoals opgenomen in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • b.

    te zijn geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP);

  • c.

    de voorwaarde, in afwijking van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie (artikel 3, lid 2), dat een groep kinderen waaraan voorschoolse educatie wordt aangeboden, bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen;

  • d.

    per kind zorg te dragen voor de digitale informatieoverdracht naar de basisschool met behulp van het overdrachtformulier peuter-kleuter Dordrecht;

  • e.

    een ouderbijdrage te heffen voor de VVE-peuteropvang;

  • f.

    met de samenwerkende basisschool of basisscholen een gezamenlijk VVE-opleidingsplan op te stellen voor het personeel;

  • g.

    een gericht ouderbeleid te voeren;

  • h.

    te werken met een kind-volgsysteem;

  • i.

    aantoonbaar samen te werken met de Sociale Teams en/of Jeugdteams;

  • j.

    een actieve bijdrage te leveren aan de VVE-monitor van de gemeente Dordrecht en de VVE-inspectie door de Inspectie van het Onderwijs;

  • k.

    per kwartaal digitale gegevens aan het college aan te leveren over het aantal kinderen dat bereikt wordt met voor- en vroegschoolse educatie met behulp van een format.

AFDELING 3. SUBSIDIE PEUTEROPVANG

Artikel 16 Hoogte van de subsidie voor peuteropvang

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks een genormeerd uurtarief voor peuteropvang vast.

  • 2.

    Het college compenseert het verschil tussen het genormeerd uurtarief van peuteropvang voor 2- en 3-jarigen en het maximum uurtarief volgens de Wet kinderopvang.

  • 3.

    Het college compenseert voor ouders die niet onder de toeslagregeling van de Wet kinderopvang vallen het verschil tussen het maximum uurtarief volgens de Wet kinderopvang en de voor hen geldende ouderbijdrage volgens de vastgestelde ouderbijdragentabel.

  • 4.

    Voor de subsidie van peuteropvang geldt dat:

    • a.

      de maximale hoogte van het aantal te subsidiëren uren per week 5 uur bedraagt;

    • b.

      het maximale aantal te subsidiëren openingsweken per jaar 40 weken bedraagt.

  • 5.

    In de subsidieverlening wordt het maximum aantal uren vermeld waarvoor in dat jaar een subsidie kan worden verkregen.

Artikel 17 Ouderbijdrage voor peuteropvang

Een voorziening voor peuteropvang vraagt aan de ouders van kinderen niet meer dan de ouderbijdrage volgens de kinderopvangtoeslagtabel, die in het Besluit kinderopvangtoeslag landelijk wordt vastgesteld.

Artikel 18 Aanvraag van de subsidie voor peuteropvang

Een aanvraag voor een subsidie voor peuteropvang als bedoeld in artikel 2 sub c bevat naast de in artikel 7 Algemene subsidieverordening Dordrecht genoemde gegevens, in ieder geval:

  • a.

    een inschatting van het aantal uren dat kinderen gebruik maken van de peuteropvang, onderverdeeld naar:

    • uren geleverd aan kinderen onder de toeslagregeling Wet kinderopvang;

    • uren geleverd aan kinderen niet onder de toeslagregeling Wet kinderopvang;

  • b.

    een opgave van het uurtarief, tot een maximum als vermeld in artikel 15, lid 1, waartegen het aanbod geleverd wordt;

  • c.

    het bedrag aan te innen ouderbijdrage, conform de onderverdeling onder artikel 17 sub a;

  • d.

    een opgave van het aantal groepen en het aantal kinderen per groep;

  • e.

    de wijze waarop aan ouderbetrokkenheid gewerkt wordt;

  • f.

    een pedagogisch plan;

  • g.

    een opleidingsplan;

  • h.

    een tijdsplanning en begroting.

Artikel 19 Weigeringsgrond

Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht wordt de aanvraag geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de voorziening voor peuteropvang de kosten als bedoeld in artikel 17 sub c bij de ouders van de kinderen in rekening kan brengen op basis van de Wet kinderopvang.

Artikel 20 Subsidieverplichtingen

Onverminderd de verplichtingen uit de artikelen 13-14 van de Algemene subsidieverordening Dordrecht voldoet de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 2 sub c, aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van kinderopvang zoals opgenomen in de Wet kinderopvang, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;

  • b.

    te zijn geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP);

  • c.

    per kind zorg te dragen voor de digitale informatieoverdracht naar de basisschool met behulp van het overdrachtformulier peuter-kleuter Dordrecht;

  • d.

    een ouderbijdrage te heffen voor de peuteropvang;

  • e.

    een gericht ouderbeleid te voeren;

  • f.

    te werken met een kind-volgsysteem;

  • g.

    aantoonbaar samen te werken met de Sociale Teams en/of Jeugdteams.

AFDELING 4. EENMALIGE SUBSIDIES

Artikel 21 Subsidie voor de inzet van Hbo'ers in de VVE

  • 1.

    Het doel van de inzet van de Hbo'ers op kinderdagverblijven en peuteropvang is een verbetering van de pedagogische kwaliteit in de VVE-groepen.

  • 2.

    De Hbo'er dient ingezet te worden op één of meer van de volgende taken:

    • opbrengstgericht werken opzetten;

    • coaching pedagogisch medewerkers op de groep;

    • coördinatie doorgaande lijn;

    • coördinatie ouderbetrokkenheid.

  • 3.

    De hoogte van de te verlenen subsidie voor de inzet van Hbo'ers is genormeerd en bedraagt maximaal € 9.400,- per VVE-groep:

    • hiervan dient minimaal € 6.000,- besteed te worden aan de inzet van een Hbo'er op de groep, dit staat gelijk aan één dagdeel (4 uur per week).

Artikel 22 Subsidie voor de inzet van VVE-thuis voor peuters en kleuters

  • 1.

    Het doel van de inzet van VVE-thuis is het vergroten van de onderwijskansen van kinderen in peuteropvang, kinderdagverblijven en basisscholen door:

    • a.

      het bevorderen van hun ontwikkeling, met het accent op het vergroten van de woordenschat;

    • b.

      het bevorderen van een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat.

  • 2.

    In de subsidieaanvraag kunnen de volgende kosten worden opgenomen:

    • a.

      aanschaf van themaboekjes voor alle deelnemende gezinnen;

    • b.

      aanschaf van werkmaterialen voor nieuwe deelnemende gezinnen;

    • c.

      aanschaf van materiaal voor de locatie;

    • d.

      Pr-materiaal.

  • 3.

    In de subsidieaanvraag kan daarnaast voor personeel van de peuteropvang en kinderdagverblijven een post worden opgenomen voor vervanging van personeel tijdens de VVE-thuis bijeenkomsten. Voor deelname aan deskundigheidsbevordering kunnen ook kosten worden begroot, voor maximaal één bijeenkomst per jaar. Deze posten gelden niet voor het personeel van basisscholen.

AFDELING 5. INTERNATIONALE SCHAKELKLAS EN SCHAKELKLASSEN

Artikel 23 Subsidie voor de personele inzet

  • 1.

    Er wordt alleen subsidie verstrekt voor de personele inzet van docenten of tolken.

  • 2.

    De subsidie voor de inzet van 1 FTE leerkracht basisonderwijs voor één groep is gebaseerd op het normbedrag dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hanteert voor 1 FTE leerkracht basisonderwijs.

  • 3.

    De subsidie voor de inzet van tolken ten behoeve van de ISK bedraagt € 3.000,- per schooljaar.

Artikel 24 Subsidieverplichtingen

  • 1.

    In een Schakelklas zitten minimaal 8 en maximaal 15 kinderen.

  • 2.

    De Schakelklas vormt een vervolg op VVE en kan worden ingericht vanaf groep 3.

  • 3.

    Er zijn twee varianten mogelijk van de Schakelklas:

    • a.

      de eerste variant is een Schakelklas waarin kinderen minimaal 15 uur per week in een aparte groep al het onderwijs krijgen;

    • b.

      de tweede variant bestaat uit een groep kinderen die minimaal 2 uur reguliere leertijd krijgen bovenop de reguliere schooltijd.

  • 4.

    De Schakelklas binnen de reguliere schooltijd geeft leerlingen met aantoonbare leerpotentie dat wil zeggen kinderen die op taaltoetsen C, D of E scoren (dan wel IV of V) en een discrepantie laten zien tussen taal- en rekenprestaties en/of van wie de leerkracht vermoedt dat er meer in zit gedurende één schooljaar intensieve taalondersteuning met eventueel de mogelijkheid voor nazorg het jaar na de Schakelklas.

  • 5.

    Aan de Schakelklas als verlengde schooldagvariant kunnen leerlingen maximaal drie jaar achter elkaar deelnemen.

  • 6.

    De scholen kiezen minimaal drie achtereenvolgende schooljaren voor een Schakelklas in een vaste jaargroep, daarbij rekening houdend met andere interventies op de school gericht op het bestrijden van onderwijsachterstanden. Het is niet mogelijk om elk jaar voor de Schakelklas een andere jaargroep te kiezen.

  • 7.

    Scholen met een Schakelklas doen jaarlijks mee aan de monitor van Sardes.

  • 8.

    Scholen met een Schakelklas betrekken ouders actief bij de ontwikkelingen van hun kind en wijzen ouders op hun rol en gezamenlijke verantwoordelijkheid.

  • 9.

    Scholen met een Schakelklas, leerkrachten en interne begeleiders, nemen twee keer per jaar deel aan stedelijke intervisiebijenkomsten en wisselen daarin hun kennis en ervaring uit.

  • 10.

    Obs Mondriaan, uitvoerder van de ISK, fungeert als expertisecentrum NT2. Dit houdt o.a. in dat de overige Schakelklaslocaties er terecht kunnen met vragen op het gebied van NT2.

HOOFDSTUK 2. SLOTBEPALINGEN

Artikel 25 Overgangs- en slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als "Subsidieregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie, ISK en Schakelklassen Dordrecht 2016".

  • 2.

    De "Nadere regels subsidie voor peuterspeelzaalwerk, inclusief VVE voor kindercentra en peuterspeelzaalwerk, Dordrecht 2014" worden ingetrokken.

  • 3.

    De "Nadere regels subsidie voor peuterspeelzaalwerk, inclusief VVE voor kindercentra en peuterspeelzaalwerk, Dordrecht 2014" blijven van kracht voor de subsidies die op basis van deze regeling zijn verstrekt ten behoeve van de jaren 2015 en 2016.

  • 4.

    Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 juli 2016.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de loco-secretaris de burgemeester

H. Kranendonk A.A.M. Brok