Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester gemeente Dordrecht

Geldend van 24-10-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester gemeente Dordrecht

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT en de BURGEMEESTER van de gemeente DORDRECHT, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

gezien het voorstel inzake Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester;

gelet op artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat:

  • het om redenen van doelmatigheid wenselijk is enkele bevoegdheden aan de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., te mandateren;

  • dat op grond van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegdheden kunnen worden gemandateerd aan personen die niet werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van de mandans, mits de mandataris met het mandaat instemt;

B E S L U I T :

vast te stellen het navolgende Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester gemeente Dordrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    havenmeester: de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V.;

  • b.

    beheersgebied: het gebied gelegen in de gemeente Dordrecht als bedoeld in de tekening Havenverordening Dordrecht, tekeningnummer 2021/18-02-2021, (d.d. 18 februari 2021) en de tekening Dordrecht, regionaal nautisch beheer no 1 (oktober 2009) welke tekeningen als bijlagen bij dit besluit zijn gevoegd.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit besluit is van toepassing in het beheersgebied.

Artikel 3 Bevoegdheden Havenmeester

  • 1.

    Aan de havenmeester en bij diens afwezigheid aan zijn plaatsvervanger wordt door het college mandaat verleend tot:

    • a.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, 3.1, 3.2, 3.3, 3.5, 3.7, 3.10, 3.11, 3.12, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.13, 8.1, 8.2, 8.3, 8.4, 8.5, 8.6, 8.7, 8.8 en 8.9 van de Havenverordening Dordrecht voor de wateren zoals bedoeld in art. 14.3, lid 1 onder b van die verordening;

    • b.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, 6, eerste lid, 7, eerste lid, en 8, van de Scheepvaartverkeerswet;

    • c.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Wrakkenwet;

    • d.

      het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Waterstaatswet 1900.

  • 2.

    Aan de havenmeester in zijn hoedanigheid als Havenveiligheidsfunctionaris (Port Security Officer), en bij diens afwezigheid aan zijn plaatsvervanger, wordt door de burgemeester mandaat verleend tot:

    • a.

      het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 4 van de Havenbeveiligingswet;

    • b.

      de coördinatie van havenveiligheidsmaatregelen en maatregelen, bedoeld in artikel 4d van de Havenbeveiligingswet;

    • c.

      het verschaffen van inlichtingen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Havenbeveiligingswet;

    • d.

      het verlenen van een instemming, bedoeld in artikel 6 van de Havenbeveiligingswet;

    • e.

      het afgeven van een havenbeveiligingscertificaat, bedoeld in artikel 7, eerste en tweede lid, van de Havenbeveiligingswet;

    • f.

      het doen van een schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Havenbeveiligingswet;

    • g.

      het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 8 van de Havenbeveiligingswet;

    • h.

      het intrekken van de instemming en het havenbeveiligingscertificaat, bedoeld in artikel 9 van de Havenbeveiligingswet;

    • i.

      het verlenen van een ontheffing of een instemming met een gelijkwaardige beveiligingsregeling, bedoeld in artikel 10 van de Havenbeveiligingswet;

    • j.

      het uitvoeren van de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 11a van de Havenbeveiligingswet;

    • k.

      het uitvoeren van de taken en bevoegdheden, bedoeld in artikel 11b van de Havenbeveiligingswet.

  • 3.

    Bij de besluitvorming op grond van het tweede lid, onderdelen a tot en met k, worden de algemene en bijzondere aanwijzingen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Havenbeveiligingswet, in acht genomen.

Artikel 4 Mandaten gerelateerd aan de uitoefening van de bevoegdheden havenmeester

Aan de havenmeester, en bij diens afwezigheid aan zijn plaatsvervanger, wordt mandaat verleend tot het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voor zover deze verband houden met de in artikel 3 gemandateerde bevoegdheden:

  • a.

    het vaststellen van beleidsregels omtrent de aan hem gemandateerde bevoegdheden, welke bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd;

  • b.

    het schriftelijk ondermandateren, ondervolmachtigen en ondermachtigen van de aan hem gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde bevoegdheden aan ondergeschikten of aan medewerkers van zijn organisatie, tenzij anders aangegeven;

  • c.

    het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze, welke bevoegdheid niet kan worden ondergemandateerd;

  • d.

    het behandelen van klachten, bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op het uitoefenen van de aan hem gemandateerde bevoegdheden met uitzondering van de klachten tegen de havenmeester zelf;

  • e.

    de actieve en passieve openbaarmaking van documenten, bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot zijn werkterrein;

  • f.

    het uitoefenen van de bevoegdheden en verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waaronder die in hoofdstuk III Rechten van betrokkenen;

  • g.

    het uitoefenen van de bevoegdheden inzake het opleggen van een last onder bestuursdwang, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet of het opleggen van een last onder dwangsom, bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de handhaving van de hem in artikel 3 gemandateerde bevoegdheden en ingeval van het overtreden van artikel 11 van de Havenbeveiligingswet, welke bevoegdheid niet kan worden gemandateerd.

Artikel 5 Overgangs- en slotbepalingen

  • a.

    Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester vastgesteld op 31 mei 2011 en daaropvolgende besluiten worden ingetrokken.

  • b.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

  • c.

    Dit Mandaatbesluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging havenmeester gemeente Dordrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van dinsdag 23 maart 2021.

Het college van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post, A.W. Kolff

secretaris, burgemeester

Dordrecht, dinsdag 23 maart 2021.

A.W. Kolff

burgemeester