Regeling vervallen per 01-01-2015

Tijdelijk mandaat ter voorbereiding en totstandkoming van de SED-organisatie

Geldend van 18-03-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Tijdelijk mandaat ter voorbereiding en totstandkoming van de SED-organisatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland

Gelet op:

- artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet.

- afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

- artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet.

Overwegende:

- dat de de 3 gemeentebesturen van Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland hebben besloten om een gemeenschappelijke regeling op te richten om op 1 januari 2015 een ambtelijke fusie te bewerkstelligen;

- dat ter voorbereiding daarop het nu reeds gewenst is om investeringen te doen en overeenkomsten aan te gaan maar ook om vanuit organisatorisch oogpunt besluiten te nemen zodat op 1 januari 2015 ook daadwerkelijk van start gegaan kan worden;

- dat het omwille van de snelheid van handelen en efficiëntie gewenst is dat deze investeringen en aankopen centraal aangestuurd worden;

- dat die investeringen niet alleen ten behoeve van de SED organisatie zijn maar ook maar ook voor de drie deelnemende gemeenten afzonderlijk.

- dat de controller van Stede Broec en de projectleider van de SED toezien op de noodzaak en rechtmatigheid van de investeringen en aankopen;

- dat een aangegane overeenkomst alle 3 genoemde gemeentebesturen bindt voor zover overeenkomstig het mandaat gehandeld wordt;

- dat Enkhuizen een vordering heeft op het openbaar lichaam van de SED organisatie ter grootte van de door haar gedane investeringen voor zover deze gedaan zijn binnen de reikwijdte van het mandaat;

- dat het inkoop- en aanbestedingsbeleid en de inkoopvoorwaarden van de SED gemeenten gelden bij het aangaan van een overeenkomst;

- dat het mandaat alleen geldig is voor zover het overeenkomsten en besluitvorming betreft die direct verband houden met de voorbereiding en totstandkoming van de SED organisatie;

- dat het mandaat niet geldt voor leningen;

- dat het mandaat niet geldt voor besluiten die betrekking hebben op personele aangelegenheden nu de bevoegdheid daaromtrent reeds in het Sociaal Statuut is opgenomen;

- dat er één centraal factuuradres wordt aangehouden van de gemeente Enkhuizen;

- dat de gemandateerde op inzichtelijke wijze administreert op welke wijze er van de gemandateerde bevoegdheid gebruik wordt gemaakt en dit iedere 2 maanden terugkoppelt met de verantwoordelijke bestuurders;

- dat de BOR kennis heeft genomen van het voorstel.

Gelezen het collegevoorstel van: 11 maart 2014.

besluit:

  • 1.

    mandaat te verlenen aan de directie in oprichting bestaande uit de leden van de projectgroep of diens vervangers die na 1 januari 2015 deel uit maken van de directie van de SED-organisatie voor besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten en voor besluiten met betrekking tot organisatorische zaken ten behoeve van de SED-organisatie volgens bijgevoegd schema (zie bijlage I) met inachtneming van het concept-directiestatuut.

  • 2.

    mandaat te verlenen aan het dagelijks bestuur in oprichting bestaande uit de leden van de stuurgroep of diens vervangers die na 1 januari 2015 deel uit maken van het dagelijks bestuur van de SED-organisatie voor besluitvorming zoals in bijgevoegd schema (zie bijlage I) is aangegeven met inachtneming van het concept-reglement van orde.

  • 3.

    De algemeen directeur van de directie in oprichting of diens plaatsvervanger te machtigen de stukken te ondertekenen (die uitgaan) van de directie in oprichting / Projectgroep. De machtiging geldt tevens voor het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de afzonderlijke individuele gemeenten.

  • 4.

    De voorzitter van het dagelijks bestuur in oprichting of diens plaatsvervanger te machtigen de stukken te ondertekenen (die uitgaan) van het dagelijks bestuur in oprichting / Stuurgroep.

Burgemeester en wethouders van Drechterland,

de secretaris, de burgemeester,

A. Idema R.J.H. van der Riet

De burgemeester van Drechterland

R.J.H. van der Riet