Regeling vervallen per 08-04-2014

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Drechterland

Geldend van 21-02-2008 t/m 07-04-2014

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Drechterland

De raad van de gemeente Drechterland

Gezien het voorstel van het college van 30 oktober 2007;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988;

besluit:

vast te stellen de volgende: SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN GEMEENTE DRECHTERLAND

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a) subsidie:

een geldelijke bijdrage van de gemeente in de kosten van herstel en instandhouding van een gemeentelijk monument, het normale onderhoud te boven gaand;

b) kosten van voorzieningen:

de geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten die noodzakelijk zijn voor het herstel en de instandhouding van een monument het normale onderhoud te bovengaand, waartoe behoren:

1. de aanneemsom

2. de risicoverzekering van loon- en materiaalprijsstijgingen

3. het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht en de bestedingskosten

4. de leges voor de bouwvergunning en voor enige andere vergunning die nodig is voor het treffen van de voorzieningen

5. de kosten van opstelling van een vereist bouwkundig inspectierapport

6. de verschuldigde omzetbelasting;

c) gemeentelijk monument:

monument dat overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening Drechterland op de gemeentelijke monumentenlijst is geplaatst;

d) gemeentelijke monumentenlijst :

de door burgemeester en wethouders vastgestelde lijst waarop zijn vermeld de overeenkomstig de Monumentenverordening Drechterland beschermde monumenten;

e) eigenaar:

degene, die in de kadastrale registers als eigenaar, dan wel als erfpachter of opstalhouder van een gemeentelijk monument is ingeschreven;

f) onderhoud:

periodieke werkzaamheden aan een (beschermd) monument, welke dienen om de goede bouwkundige staat van het (beschermde) monument te handhaven;

g) verlenen / verstrekken van subsidie:

het besluit van burgemeester en wethouders dat de aanvrager een voorwaardelijke aanspraak verschaft op een subsidie in de kosten van voorzieningen;

h) vaststellen van subsidie:

het besluit van burgemeester en wethouders, nadat de voorzieningen zijn getroffen, waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 2 Grondslag en werkingssfeer

  • 1. Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan een bijdrage ineens worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten die noodzakelijk zijn voor het herstel en de instandhouding van het monument het normale onderhoud te boven gaand.

  • 2. De subsidie wordt berekend over de kosten van voorzieningen, met uitzondering van:

    a. kosten waarvoor op grond van enige andere regeling in het kader van de monumentenzorg subsidie in de kosten van voorzieningen wordt verleend;

    b. kosten die op grond van een verzekering worden gedekt.

  • 3. Indien de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van de voorzieningen, geheel of gedeeltelijk worden verricht door de eigenaar, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf, komen de kosten van zelfwerkzaamheid van de eigenaar niet in

    aanmerking voor subsidie.

  • 4. Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan een subsidie worden verleend, voor zover het in de gemeentebegroting opgenomen budget voor dat jaar dat toelaat.

  • 5. De bepalingen in deze verordening gelden zowel voor de eigenaar aan wie subsidie wordt verleend, als voor iedere opvolgende eigenaar van het betreffende gemeentelijk monument.

Artikel 3 Vaststellen gemeentelijk budget

De gemeenteraad neemt jaarlijks, bij het vaststellen van de gemeentebegroting, een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor dat begrotingsjaar beschikbaar is voor gemeentelijke monumenten. Het budget is bedoeld voor het verlenen van eenmalige bijdragen voor herstelwerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten.

Hoofdstuk 2 Hoogte van de subsidie

Artikel 4 Maximumbedragen

De bijdrage bedraagt nimmer meer dan 50 % van de kosten van voorzieningen en debijdrage kent een maximum van € 12.690,--, waarbij eerder verleende subsidie in de 5 voorafgaande jaren worden meegeteld. Voorts gelden de maximumbedragen per voorziening als hieronder aangegeven:,--, waarbij eerder verleende subsidie in de 5 voorafgaande jaren worden meegeteld. Voorts gelden de maximumbedragen per voorziening als hieronder aangegeven:

A fundering

1 verbeteren c.q. vernieuwen fundering op staal

€ 113,45 per meter

2 verbeteren c.q. vernieuwen fundering op palen

€ 249,58 per meter

B gevels (exclusief ramen en kozijnen)

1 herstel eenvoudig gemetselde gevels

a halfsteensmetselwerk voor gebouwen zonder woonfunctie

b halfsteensmetselwerk met binnenwand en isolatie

c 2 x halfsteensmetselwerk

d steensmetselwerk

€ 22,69 per m2

€ 34,03 per m2

€ 34,03 per m2

€ 34,03 per m2

2 herstel houten gevels

a voor gebouwen zonder woonfunctie

b met binnenwerk en isolatie

€ 15,88 per m2

€ 31,76 per m2

3 herstel gevels met arbeidsintensief metselwerk

(o.a. siermetselwerk)

a halfsteensmetselwerk met binnenwand en isolatie

b 2 x halfsteensmetselwerk

c steensmetselwerk

€ 45,38 per m2

€ 45,38 per m2

€ 45,38 per m2

C kozijnen

1 herstellen c.q. vernieuwen van houten kozijnen

€ 34,03 per m2

D kapconstructies

1 rieten dak

a herstellen c.q. vernieuwen dakbedekking

b herstellen rieten kapconstructie met bedekking, te

weten balklaag, rietlatten en dakbedekking

€ 11,34 per m2

€ 34,03 per m2

2 pannendak

a herstellen c.q. vernieuwen van een pannendak-

bedekking, te weten dakbedekking en panlatten

b herstellen kapconstructie met bedekking, te weten

balken, dakbeschot, panlatten en dakbedekking

€ 11,34 per m2

€ 34,03 per m2

E goten

1 herstellen c.q. vernieuwen van baddinggoten

€ 11,34 per meter

2 herstellen c.q. vernieuwen van bakgoten met

gootklossen en betimmering

€ 22,69 per meter

F voegwerk

1 herstellen c.q. vernieuwen eenvoudig voegwerk

indien dit geen deel uitmaakt van een gesubsidieerd

herstel van de gevels

€ 11,34 per m2

2 herstellen c.q. verneiuwen van snij- of geknipt

voegwerk indien dit op historische gronden van het

betreffend gebouw deel uitmaakt

€ 18,15 per m2

G hoofddraagconstructie

In de kosten van het herstel van de hoofddraagconstructie is een tegemoetkoming mogelijk indien het herstel van essentieel belang is voor het behoud van het pand.

25% van de kosten met een maximum van € 4.537,80

H monumentale elementen

Voor het herstellen c.q. vernieuwen van monumentale elementen (zoals hekwerken, schoorstenen etc.) welke zijn opgenomen in de beschrijving van het monument in de gemeentelijke monumentenlijst, is een tegemoetkoming in de kosten mogelijk

25% van de kosten met een maximum van € 2.268,90

I bouwtechnisch rapport

Voor het laten opstellen van een vereist bouwtechnisch rapport is een tegemoetkoming in de kosten mogelijk

50% van de kosten met een maximum van € 113,45

Hoofdstuk 3 Het aanvragen van subsidie

Artikel 5

  • 1. De aanvraag om toekenning van een bijdrage ineens wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2. Naast het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te bevatten:

    a. een gespecificeerde begroting van de kosten;

    b. een werkomschrijving;

    c. tekeningen (schaal 1 : 100), aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand;

    d. de naam en het adres van de aannemer(s), tenzij de voorzieningen in zelfwerkzaamheid worden getroffen;

    e. een bewijs van eigendom;

    f. een verklaring waaruit blijkt dat het pand verzekerd is voor (al dan niet gedeeltelijke) herbouw in het geval van calamiteiten;

    g. alle overige bescheiden en gegevens die naar het oordeel van burgemeester en wethouders nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verplichten nadere detailtekeningen in te dienen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verplichten een bouwkundig inspectie-rapport te laten opstellen indien de subsidie -naar alle waarschijnlijkheid- € 6.353,- of hoger zal bedragen. Het rapport dient te worden opgesteld door een naar het oordeel van burgemeester en wethouders deskundige en onafhankelijke partij.

Hoofdstuk 4 Het verlenen van subsidie

Artikel 6 Procedure planbeoordeling

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie.

  • 2. Bij hun besluit omtrent subsidie bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie.

  • 3. Zij kunnen hun beslissing één maal voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 4. Aanvragen worden afgehandeld naar volgorde van indiening.

  • 5. Een aanvraag wordt geacht te zijn ingediend op het moment dat de aanvrager heeft voldaan aan het gestelde in artikel 5.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag aanhouden tot het volgend jaar indien de door de raad voor enig jaar beschikbare gestelde budgetten niet toereikend zijn om de aanvraag te honoreren. De aanvrager ontvangt onverwijld mededeling van de aanhouding.

  • 7. Aanvragen welke overeenkomstig het gestelde in het zesde lid zijn aangehouden tot het volgend jaar worden voor wat betreft de werking van dit artikel geacht te zijn ontvangen op 1 januari van dit volgende jaar.

Artikel 7 Afwijzingsgronden

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

a. de vergunning, bedoeld in artikel 13, lid 2, van de Monumentenverordening Drechterland is vereist, maar niet is verleend;

b. de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

c. met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de gemeente op een aanvraag om subsidie heeft beschikt;

d. de kosten van de voorzieningen minder bedragen dan € 680,-;

e. het monument waarop de aanvraag betrekking heeft, niet is verzekerd onder een zogenaamde uitgebreide opstalverzekering, gebaseerd op de waarde van het monument;

f. in geval een inspectierapport is vereist, uit deze rapportage blijkt dat de door de aanvrager te treffen maatregelen onvoldoende waarborgen bieden het monument duurzaam in stand te houden.

Artikel 8 Voorwaarden

  • 1. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

    a. binnen 13 weken na de toekenning met het treffen van de voorzieningen wordt begonnen;

    b. zonder toestemming van burgemeester en wethouders niet wordt afgeweken van het plan;

    c. de voorzieningen zijn getroffen binnen één jaar na de toekenning;

    d. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

    - toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;

    - inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

    - de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

    - gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

    e. nadere bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening, worden verstrekt;

    f. bij het treffen van de voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bouwnijverheidbedrijven 1958;

    g. het maximum subsidiebedrag van € 12.690,- niet wordt overschreden waarbij de subsidie welke in de vijf kalenderjaren voorafgaand aan de indiening van de aanvraag is verstrekt, voor de berekening wordt meegenomen.

  • 2. De termijn waarbinnen de voorzieningen getroffen dienen te zijn, kan door burgemeester en wethouders verlengd worden tot maximaal twee jaar.

Artikel 9 Mogelijkheid voorschot

In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen kan op verzoek van de aanvrager, indien 50 % of meer van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden zijn verricht en akkoord bevonden, een voorschot op de bijdrage ineens worden verstrekt van maximaal 50 % van de toegekende bijdrage. Uitbetaling van een

voorschot geschiedt binnen vier weken na de verlening.

Artikel 10 Planwijziging

  • 1. Indien tijdens het treffen van voorzieningen zich de noodzaak voordoet om van het plan, op basis waarvan subsidie is verleend, af te wijken, is voor deze afwijking voorafgaande toestemming nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2. Toestemming voor planwijziging wordt slechts verleend indien:

    a. voldoende is aangegeven om welke redenen de wijziging noodzakelijk is;

    b. een gespecificeerde begroting van de kosten die verband houden met de wijziging is ingediend;

    c. door de wijziging geen strijd ontstaat met enige bepaling in deze verordening.

  • 3. De kosten van het meerwerk als gevolg van een planwijziging als bedoeld in het eerste lid kunnen in bepaalde gevallen leiden tot recht op meer geldelijke steun.

Hoofdstuk 5 Het vaststellen van subsidie

Artikel 11 Gereedmelding

  • 1. Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden, doch uiterlijk binnen twee jaar na het verlenen van de subsidie, meldt de subsidie-aanvrager aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn.

  • 2. De gereedmelding gaat vergezeld van een gespecificeerd overzicht van de kosten en een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is of wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de subsidie is verleend.

Artikel 12 Uitbetaling

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na de dag waarop de schriftelijke gereedmelding is ontvangen, over de definitieve bijdrage-ineens. Zij kunnen hun beslissing éénmaal met ten hoogste acht weken verdagen, indien dat voor de controle van de gegevens nodig is.

  • 2. De subsidie wordt uitbetaald binnen vier weken nadat burgemeester en wethouders de subsidie hebben vastgesteld.

  • 3. Uitbetaling van subsidie, verminderd met een eventueel eerder uitgekeerd voorschot, geschiedt uitsluitend op een bij gereedmelding door de eigenaar op te geven bank- of girorekening.

Hoofdstuk 6 Wijzigen of intrekken van de subsidie

Artikel 13 Intrekken of wijzigen van verleende subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de beschikking tot verlening van subsidie intrekken of ten nadele van de aanvrager van de subsidie wijzigen en reeds betaalde voorschotten geheel of gedeeltelijk terugvorderen, indien:

    a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    b. de aanvrager van de subsidie niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden;

    c. de aanvrager van de subsidie onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot verlening van subsidie zou hebben geleid;

    d. de verlening van de subsidie anderszins onjuist was en de aanvrager van de subsidie dit wist of behoorde te weten.

  • 2. Indien de overtreding van de voorwaarden als bedoeld in het eerste lid onder b, de eigenaar niet verwijtbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen.

Artikel 14 Intrekken of wijzigen van vastgestelde subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een vastgestelde subsidie intrekken of ten nadele van de aanvrager van de subsidie wijzigen en reeds betaalde subsidie, waaronder mede begrepen een eventueel voorschot, geheel of gedeeltelijk terugvorderen:

    a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan zij bij de vaststelling van de subsidie redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de beschikking tot verlening van de subsidie zou zijn vastgesteld;

    b. indien de vaststelling van de subsidie onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten;

    c. indien de ontvanger van de subsidie na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden.

  • 2. Indien de overtreding van de voorwaarden als bedoeld in het eerste lid onder c, de eigenaar niet verwijtbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen.

Hoofdstuk 7 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 15 Bijzondere bepaling

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, in het belang van de monumentenzorg, afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 16 Overgangsbepaling

Aanvragen die zijn ingediend voordat deze verordening in werking trad, worden afgehandeld op basis van de regels die golden op het moment van de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 17 Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie van de vaststelling.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Drechterland".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drechterland van 13 december 2007.
De raad voornoemd.
De griffier,
De voorzitter,