Regeling vervallen per 01-01-2015

Klachtenregeling seksuele intimidatie, agressie en geweld voor medewerkers van de gemeente Drechterland

Geldend van 07-10-2010 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 04-01-2006

Intitulé

Klachtenregeling seksuele intimidatie, agressie en geweld voor medewerkers van de gemeente Drechterland

Het college van burgemeester en wethouders van Drechterland,

 

overwegende de wenselijkheid van invoering van de klachtenregeling voor ongewenste intimiteiten voor medewerkers van de gemeente Drechterland;

 

gelet voorts op artikel 4, lid 2, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet);

 

overwegende dat het verplicht is werknemers zoveel mogelijk te beschermen tegen seksuele intimidatie, agressie en geweld en de nadelige gevolgen daarvan;

 

gehoord de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg op 4 februari 2004, resp. 29 november 2004, waarbij instemming is verleend op de voorstellen tot harmonisatie van de geldende rechtspositieregelingen en (secundaire) arbeidsvoorwaarden van de gemeenten Drechterland en Venhuizen;

 

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

  

b e s l u i t :

  

vast te stellen de volgende verordening:

 

KLACHTENREGELING SEKSUELE INTIMIDATIE, AGRESSIE EN GEWELD VOOR MEDEWERKERS VAN DE GEMEENTE DRECHTERLAND.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders;

b. klacht: een klacht over seksuele intimidatie, agressie en geweld;

c. seksuele intimidatie:

ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard, waarbij tevens sprake is van een van de volgende punten:

  • - onderwerping aan dergelijk gedrag wordt hetzij expliciet hetzij impliciet, gehanteerd als voorwaarde voor de tewerkstelling van persoon;

  • - onderwerping aan of afwijzing van dergelijk gedrag door een persoon, wordt gebruikt of mede gebruikt als basis voor beslissingen die het werk van deze persoon raken;

  • - dergelijk gedrag heeft het doel de werkprestaties van een persoon aan te tasten en / of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving te creëren, dan wel heeft tot gevolg dat de werkprestaties van een persoon worden aangetast en / of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving wordt gecreëerd;

d. agressie en geweld:

voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, geïntimideerd, vernederd, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de arbeid;

e. klager: een natuurlijk persoon behorende tot één van de onderstaande categorieën die een klacht heeft ingediend:

  • - personeel werkzaam in gemeentelijke dienst (exclusief onderwijzend personeel);

  • - leden van het college van burgemeester en wethouders;

  • uitzendkrachten, banenpoolers, JWG-ers, stagiaires e.d.;

  • - personen die een opdracht vervullen binnen de gemeente;

  • - vrijwillig brandweerpersoneel;

  • - derden die regelmatig uit hoofde van hun functie of anderszins binnen de gemeentelijke instelling komen.

f. aangeklaagde: de natuurlijk persoon behorende tot de onder e. genoemde categorieën tegen wie een klacht is ingediend;

g. vertrouwenspersoon:

de natuurlijk persoon die als aanspreekpunt fungeert bij klachten over seksuele intimidatie, agressie en geweld en de klager verder begeleidt in de afhandeling van de klacht en in het zo nodig op gang brengen van hulpverlening en nazorg;

h. klachtencommissie:

de commissie die door het bestuursorgaan is belast met onderzoek van klachten met betrekking tot seksuele intimidatie, agressie en geweld en hieromtrent rapporteert en adviseert aan het bestuursorgaan.

Artikel 2 Algemene bepaling

  • 1. Het bestuursorgaan verplicht zich ertoe te bevorderen dat:

    a. zodanige voorwaarden worden geschapen dat een klacht te allen tijde daadwerkelijk kan worden ingediend en kan worden behandeld conform de bepalingen van deze regeling;

    b. de vertrouwenspersoon en de klachtencommissie in de gelegenheid worden gesteld hun taken uit te voeren conform de bepalingen van deze regeling.

  • 2. Een ieder die met seksuele intimidatie, agressie en geweld wordt geconfronteerd, kan zich wenden tot de vertrouwenspersoon, dan wel een klacht indienen bij de klachtencommissie of het bestuursorgaan.

Artikel 3 Vertrouwenspersoon

Het bestuursorgaan wijst met instemming van de ondernemingsraad tenminste één vertrouwenspersoon aan. Deze is uitsluitend verantwoording schuldig aan het bestuursorgaan. De vertrouwenspersoon is niet bij het bestuursorgaan werkzaam en is bij voorkeur een vrouw.

Artikel 4

De vertrouwenspersoon heeft in ieder geval tot taak:

a. als spreekpunt te fungeren voor personen die geconfronteerd worden met seksuele intimidatie, agressie of geweld;

b. de klager direct bij te staan, van advies te dienen en, indien dit als gewenst wordt beschouwd, te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties;

c. het onderzoeken van de klacht;

d. het op verzoek van klager ondernemen van stappen (bemiddelen) gericht op het zoeken naar een oplossing;

e. het verwijzen van de klager naar de klachtencommissie of een andere instantie indien de klacht niet door zijn bemiddeling kan worden afgehandeld;

f. de klager op diens verzoek te ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie en / of indien het een strafbaar feit betreft (aanranding, verkrachting, mishandeling) tevens bij het doen van aangifte bij de politie;

g. het onderhouden van contact met de klager om te bezien of en zo ja in hoeverre, het indienen van de klacht leidt tot repercussies voor de klager en om te bezien of, nadat de klacht is afgehandeld, de aanleiding van de klacht daadwerkelijk is weggenomen;

h. het registreren van aard en omvang van de ingediende klachten en het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van advies aan het bestuursorgaan over het beleid aangaande seksuele intimidatie, agressie en geweld.

Artikel 5

  • 1.

    De vertrouwenspersoon is bevoegd de aangeklaagde, getuigen en / of andere betrokkenen binnen de gemeentelijke organisatie te horen en informatie in te winnen, na toestemming van de klager en voor zover dit voor de uitoefening van de taken noodzakelijk is.

  • 2.

    Allen die door de vertrouwenspersoon uit hoofde van het vorige lid zijn benaderd, zijn verplicht de gevraagde informatie te verstrekken en daaromtrent geheimhouding in acht te nemen.

  • 3.

    De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hij in de hoedanigheid van vertrouwenspersoon verneemt behalve indien en voor zover de klager, aangeklaagde of een derde aan de vertrouwenspersoon uitdrukkelijk toestemming verleend tot informatieverstrekking aan een bepaalde derde of aan de klachtencommissie.

  • 4.

    De vertrouwenspersoon meldt de klacht onverwijld aan bij het bestuursorgaan als de inhoud van de klacht daartoe naar zijn mening aanleiding geeft.

  • 5.

    De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy van de direct betrokkenen.

Artikel 6 Klachtencommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt een klachtencommissie in, bestaande uit tenminste 3 leden. In de commissie hebben zowel mannen als vrouwen zitting. De klachtencommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    Een vertrouwenspersoon en personen die onder deze regeling vallen kunnen geen lid zijn van de klachtencommissie.

  • 3.

    De leden van de klachtencommissie worden door het bestuursorgaan benoemd en ontslagen.

  • 4.

    Klager en aangeklaagde kunnen bezwaar maken tegen deelneming van een lid van de klachtencommissie. Dit bezwaar moet worden gemotiveerd. De commissie beoordeelt het bezwaar. Indien het bezwaar gegrond wordt geacht neemt een plaatsvervangend lid de behandeling van de klacht over.

  • 5.

    Een lid van de klachtencommissie kan zich terugtrekken indien zijn onpartijdigheid niet is gewaarborgd. Een plaatsvervanger neemt de behandeling van de klacht over.

Artikel 7

De klachtencommissie is belast met het onderzoek van een bij haar ingediende klacht en het daaromtrent uitbrengen van advies aan het bestuursorgaan over te nemen maatregelen.

Artikel 8

  • 1.

    De klachtencommissie is bevoegd de aangeklaagde, getuigen en / of andere betrokkenen binnen de gemeentelijke organisatie te horen en informatie in te winnen, na toestemming van de klager en voor zover dit voor de uitoefening van de taken noodzakelijk is.

  • 2.

    Allen die door de klachtencommissie uit hoofde van het vorige lid zijn benaderd, zijn verplicht de gevraagde informatie te verstrekken en daaromtrent geheimhouding in acht te nemen.

  • 3.

    De klachtencommissie is verplicht tot geheimhouding van hetgeen zij in haar hoedanigheid verneemt. De plicht tot geheimhouding vervalt niet na beëindiging van de functie van lid van de klachtencommissie.

  • 4.

    De klachtencommissie neemt bij haar werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy van de direct betrokkenen.

Artikel 9

  • 1.

    Klachten dienen schriftelijk te worden ingediend. Wanneer een klacht rechtstreeks bij het bestuursorgaan wordt gemeld, stuurt deze de klacht door aan de commissie. Klachten over feiten die langer dan twee jaar geleden plaatsvonden en anonieme klachten worden door de klachtencommissie niet in behandeling genomen.

  • 2.

    De klachtencommissie meldt de klacht onverwijld aan bij het bestuursorgaan als de inhoud van de klacht daartoe naar haar mening aanleiding geeft.

  • 3.

    De klachtencommissie stelt klager en aangeklaagde in de gelegenheid zo spoedig mogelijk te worden gehoord doch uiterlijk binnen één maand nadat de klacht is ingediend. Ook eventuele getuigen en anderen dan klager en aangeklaagde kunnen door de commissie in het belang van het onderzoek worden gehoord.

  • 4.

    De klager en aangeklaagde kunnen zich door een raadsman of raadsvrouw laten bijstaan. De kosten hiervan komen voor rekening van degenen die zich laat bijstaan. De klager, aangeklaagde en hun raadsleden kunnen tijdens de behandeling van de klacht inzage krijgen in de op de klacht betrekking hebbende stukken.

  • 5.

    Van het horen als bedoeld in lid 3 wordt een verslag opgemaakt dat door de gehoorde en de leden van de klachtencommissie wordt ondertekend. Weigert een gehoorde ondertekening, dat wordt daarvan, zo mogelijk onder vermelding van de redenen, op het verslag melding gemaakt. De gehoorde ontvangt zo snel mogelijk doch uiterlijk binnen 14 dagen na het horen een afschrift van het verslag.

  • 6.

    De klager kan tijdens de procedure bij de klachtencommissie op ieder moment de klacht intrekken door dit schriftelijk aan de commissie mee te delen.

  • 7.

    Van haar bevindingen brengt de klachtencommissie schriftelijk rapport uit aan het bestuursorgaan, uiterlijk binnen 3 weken nadat het horen van de klager, de aangeklaagde en eventueel van getuigen en anderen is afgesloten.

  • 8.

    De klachtencommissie geeft in het rapport een gemotiveerd oordeel over de klacht en brengt in het rapport tevens advies uit omtrent de te treffen maatregelen, die in eerste instantie zijn gericht op het beëindigen c.q. het voorkomen van herhaling van de klacht.

  • 9.

    De klachtencommissie stelt de klager en de aangeklaagde op de hoogte van haar conclusies.

  • 10.

    Indien de klachtencommissie na het horen als bedoeld in lid 3 van mening is, dan wel het vermoeden heeft dat er sprake is van een strafbaar feit, doet zij daarvan onverwijld aangifte bij de Officier van Justitie. Het onderzoek en verdere behandeling wordt daarop gestaakt.

Artikel 10 Besluitvorming door het bestuursorgaan

De personen die deel uitmaken van het bestuursorgaan zijn of worden verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen uit hoofde van hun functie ter kennis komt, behoudens voor zover deze regeling anders bepaalt. Deze verplichting eindigt niet bij beëindiging van de functie als bestuurslid.

Artikel 11

  • 1.

    Binnen 6 weken na ontvangst van het rapport van de klachtencommissie neemt het bestuursorgaan een gemotiveerd besluit ter zake. Het bestuursorgaan kan alleen gemotiveerd van het advies van de klachtencommissie afwijken.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde termijn kan één maal met ten hoogste 4 weken worden verlengd. Een besluit tot verlenging wordt schriftelijk meegedeeld aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie.

  • 3.

    Het besluit van het bestuursorgaan wordt met redenen omkleed en wordt terstond schriftelijk meegedeeld aan de klager en de aangeklaagde. De klachtencommissie ontvangt hiervan een afschrift.

Artikel 12

In bijzondere omstandigheden kan het bestuursorgaan, in afwijking van de procedure zoals genoemd in deze regeling, terstond disciplinaire maatregelen nemen.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuursorgaan.

  • 2.

    Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat op iedere sector tenminste één exemplaar van deze regeling voor belanghebbenden ter inzage ligt.

  • 3.

    Op verzoek wordt aan ieder personeelslid een exemplaar van deze regeling uitgereikt.

Artikel 14

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 4 januari 2006.

  • 2.

    Met ingang van de dag van inwerkingtreding van de verordening als bedoeld in het eerste lid, vervallen te verklaren de geldende verordeningen van de gemeenten Drechterland en Venhuizen, inhoudende een klachtenregeling seksuele intimidatie, agressie en geweld voor medewerkers van die gemeenten.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland van 3 januari 2006.
 
de secretaris,                                                                       
de burgemeester,