Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

Geldend van 22-10-2009 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland

Gelet op artikel 52 van de Gemeentewet

Besluit:

vast te stellen het Reglement van orde voor de vergadeirngen en andere werkzaamheden van het college

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

  • 1. Het college regelt de verdeling van zijn werkzaamheden.

  • 2. Het college regelt de onderlinge vervanging in geval van verhindering of ontstentenis van één van de wethouders.

  • 3. Het college regelt de vervanging van de burgemeester in geval van diens verhindering of ontstentenis.

  • 4. Een lid van het college dat is verhinderd zijn activiteiten uit te oefenen, geeft daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de secretaris.

Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen

  • 1. Het college vergadert in de regel één keer per week en wel op dinsdag op een in onderling overleg vast te stellen tijdstip en verder zo dikwijls de voorzitter of een wethouder het nodig vindt.

  • 2. Als een wethouder een extra vergadering nodig vindt, verzoekt hij onder opgave van redenen aan de voorzitter deze bijeen te roepen. De secretaris zorgt, na overleg met de voorzitter, voor een oproep voor een extra vergadering onder vermelding van de te bespreken onderwerpen, die zo mogelijk uiterlijk 24 uur van te voeren op een in de gemeente gebruikelijke wijze aan de leden van het college wordt toegestuurd.

  • 3. Het uitgangspunt is dat de vergaderingen in het gemeentehuis worden gehouden. Het college kan besluiten op een andere locatie te vergaderen.

Artikel 3 Verhindering

  • 1. Als een collegelid is verhinderd een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de secretaris.

  • 2. Als de secretaris is verhinderd een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de voorzitter, alsmede aan degene die de secretaris vervangt.

Artikel 4 Agenda

  • 1. Voor elke vergadering wordt, als regel vier maal 24 uur van tevoren, door de secretaris aan de leden van het college een agenda met bespreekstukken toegezonden. De volledige verzameling vergaderstukken ligt voor de leden bij bestuursondersteuning ter inzage.

  • 2. Onderwerpen ten aanzien waarvan tijdige agendering als bedoeld in het eerste lid niet mogelijk is, doch waarvan ten gevolge van de spoedeisendheid geen uitstel mogelijk is, kunnen onder opgave van reden(en) van urgentie uiterlijk acht uur voor de vergadering worden aangemeld bij de secretaris.

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning

De secretaris draagt zorg voor al hetgeen binnen de hem opgedragen taak nodig is in het belang van een vlot verloop van de vergadering van het college.

Artikel 6 Deelneming van derden aan de vergadering

Het college kan besluiten een ambtelijk medewerker of derden voor een vergadering uit te nodigen om zijn mening ten aanzien van een onderwerp te geven dan wel een (nadere) toelichting te verschaffen op een agendapunt.

Artikel 7 Stemmingen

  • 1. Als geen van de leden van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 2. Als een lid van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt mondeling gestemd, tenzij het derde lid wordt toegepast.

  • 3. a. Indien een lid van het college dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende briefjes.

    b. Als daarbij de stemming beperkt is tot een persoon en de stemmen staken, beslist het lot.

    c. Indien in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een tweede stemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij die eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

Artikel 8 Besluiten

  • 1. Een besluit komt, met inachtneming van artikel 7, tot stand in een collegevergadering, waarvoor worden geagendeerd de ambtelijke adviezen die door één of meer collegeleden buiten de vergadering voor bespreken zijn geparafeerd of waarvoor de secretaris bespreking adviseert.

  • 2. De secretaris draagt zorg voor het besprokene tijdens de rondvraag en de formulering van de door het college genomen besluiten.

  • 3. Er is een openbare en een niet-openbare besluitenlijst.

  • 4. De besluitenlijst bevat ten minste:

    a. de namen van de aan- en afwezige leden;

    b. de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

    c. een formulering van de door het college genomen besluiten.

  • 5. Stemverhoudingen en minderheidsstandpunten worden alleen vermeld als een lid van het college daarom vraagt.

  • 6. De besluitenlijsten worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

  • 7. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de vastgestelde openbare besluitenlijst zo spoedig mogelijk openbaar gemaakt en toegezonden aan de leden van de raad.

  • 8. De secretaris zorgt dat een niet-openbaar besluit voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, na een verzoek van de griffier om inzage door een van de leden van de raad, bij de griffier ter inzage ligt.

Artikel 9 Parafenlijst

  • 1. Een parafenbesluit is een besluit dat buiten de collegevergadering tot stand komt door middel van een collegevoorstel waarop door geen van de collegeleden binnen één week is aangegeven dat bespreking in een vergadering is gewenst en aan het qourum is voldaan.

  • 2. Als de laatste paraaf is gezet, wordt het parafenbesluit geacht te zijn genomen. De datum van het besluit is de datum van de eerstvolgende vergadering van het college.

  • 3. Er is een openbare en een niet-openbare besluitenlijst.

  • 4. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de vastgestelde lijst met openbare parafenbesluiten zo spoedig mogelijk openbaar gemaakt en toegezonden aan de leden van de raad.

  • 5. De secretaris zorgt dat een niet-openbaar parafenbesluit voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, na een verzoek van de griffier om inzage door een van de leden van de raad, bij de griffier ter inzage ligt.

Artikel 10 Openbare vergadering

  • 1. Het college kan besluiten een openbare vergadering te houden.

  • 2. De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op een openbare vergadering

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 6 oktober 2009
Burgemeester en wethouders van Drechterland,
de secretaris,
E.L.C.M. Mol
de burgemeester,
R.J.H. van der Riet

Toelichting op het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

Algemeen

Ingevolge artikel 52 Gemeentewet stelt het college een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Onder werkzaamheden wordt blijkens de memorie van toelichting bij de nieuwe Gemeentewet (1994) onder meer verstaan de bekendmaking van besluiten. Ook bijvoorbeeld de onderlinge vervanging tussen de wethouders behoort daartoe. De Wet dualisering gemeentebestuur (2002) geeft weinig wijzigingen die van invloed zijn op het reglement van orde en andere werkzaamheden van het college. Waar nodig wordt hier in de toelichting aandacht aan besteed.

 

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

In het eerste lid van dit artikel wordt een onderwerp geregeld zoals dat aan de orde zal zijn in het zogenaamde constituerend beraad, de eerst vergadering van het college direct na de raadsvergadering waarin de wethouders zijn benoemd. Wellicht ten overvloede wordt er op gewezen dat het college als geheel de verantwoordelijkheid draagt voor de uitgeoefende taken, dit ondanks de portefeuilleverdeling en het eventueel gebruikmaken van de mogelijkheid die in artikel 168 Gemeentewet geboden wordt (mandaat aan individuele leden van het college).

 

Naast de verdeling van de werkzaamheden kan de onderlinge vervanging worden geregeld. Door de Wet dualisering gemeentebestuur is het niet meer mogelijk een raadslid aan te wijzen als vervanger van een wethouder. De vervanging zal onderling geregeld moeten worden of, indien mogelijk gezien het aantal wethouders (artikel 36 Gemeentewet), door het (tijdelijk) aanstellen van een extra wethouder. Met het derde lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 77 Gemeentewet. Ter wille van de nodige flexibiliteit is gekozen voor een algemene formulering. Het vierde lid is een voorwaarde om de vervangingsprocedure in werking te kunnen zetten.

 

Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen

Met het eerste en derde lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 53, eerst lid Gemeentewet. Ook hier is weer gekozen voor een algemeen flexibele formulering, waardoor de mogelijkheid bestaat in bijzondere gevallen af te wijken. Uit het tweede deel van het eerste lid en het tweede lid volgt dat ook de burgemeester, als voorzitter van het college (zie artikel 34 Gemeentewet), maar ook een lid van het college ervoor kan zorgen dat een extra vergadering wordt gehouden. De formulering van het bepaalde in het tweede lid houdt overigens niet in dat de burgemeester de bevoegdheid zou toekomen een extra vergadering tegen te houden. De imperatieve formulering van het eerst lid staat daaraan in de weg.

Het tweede lid geeft verder de procedure voor een extra vergadering weer. Hier zou ook bepaald kunnen worden dat voor de extra vergadering de stukken per e-mail worden verzonden.

 

Artikel 3 Verhindering

Dit artikel is naast een vastlegging van de procedure ook van belang om wellicht al voorafgaand aan de vergadering te kunnen constateren dat het benodigde quorum voor besluitvorming niet gehaald wordt (artikel 56 Gemeentewet). De voorzitter kan dan een nieuwe vergadering beleggen.

 

Artikel 4 Agenda

De rol van de gemeentesecretaris bij de collegevergaderingen wordt in de artikelen 103 tot en met 105 van de Gemeentewet aangegeven. Nadere uitwerking van de taken van de secretaris vindt enerzijds plaats in dit reglement, anderzijds in de voorbeeld organisatiebesluiten waarin de instructie voor de gemeentesecretaris geïntegreerd is opgenomen.

In dit artikel wordt aangegeven dat de secretaris verantwoordelijk is voor het doen toekomen van de agenda aan de collegeleden.

 

Uiteraard kan ten aanzien van de hier geregelde onderwerpen voor een volstrekt andere uitwerking worden gekozen. Die is sterk afhankelijk van de lokale structuur en gebruiken. Te denken valt aan het opnemen van bepalingen over de wijze van vaststellen van de agenda, het toezenden of ter inzage leggen van een en ander aan/voor de leden van de raad etc.

 

Tevens is kort aangegeven hoe zaken van spoedeisend belang worden geagendeerd. De secretaris zal al naar gelang de omstandigheden dienen af te wegen of ten aanzien van de spoedeisende onderwerpen van tevoren gecommuniceerd wordt met de collegeleden of dat dit in de vergadering gebeurt.

 

Artikelen 5 en 6 Ambtelijke ondersteuning en deelname van derden aan vergadering

Artikel 57 en 55 eerste lid Gemeentewet geven indirect aan dat het mogelijk is dat naast de collegeleden en de secretaris anderen bij de vergadering aanwezig kunnen zijn. Deze Gemeentewetartikelen geven aan dat de onschendbaarheid en de eventueel opgelegde geheimhouding voor allen aanwezig bij de vergadering geldt. Artikel 5 geeft allereerst de rol van de gemeentesecretaris weer.

 

In veel gemeenten is het gebruik om de voorlichter bij de vergadering aanwezig te laten zijn in het belang van een goede communicatie met de burger. Het is mogelijk dit te regelen is het reglement. In dat geval kan volgend artikel worden opgenomen als tweede lid van artikel 5: bij de collegevergaderingen is een ambtenaar van voorlichting aanwezig die met inachtneming van de aanwijzingen van het college de publiciteit van door het college genomen besluiten verzorgt, voor zover deze besluiten niet als geheim zijn aangemerkt.

 

Artikel 7 Stemmingen

In de eerste plaats moet hier worden gewezen op artikel 56 Gemeentewet, dat een regeling bevat met betrekking tot zowel het vergader- als het besluitquorum ten aanzien van de vergaderingen van het college. Hoewel het ingevolge de Memorie van Toelichting bij dit artikel aan het college vrijstaat in het reglement van orde een zwaarder quorumvereiste te stellen, is hiervoor niet gekozen; het in de wet terzake opgenomen stelsel is daarmee onverkort van toepassing.

 

Ten aanzien van het stemmen wordt opgemerkt, dat in de praktijk slechts zelden wordt gestemd. Het is mogelijk om hier aansluiting te zoeken bij de bepalingen over stemmingen die in het reglement van orde voor de raad zijn opgenomen (in het model artikelen 28, 30, 31 en 32). Het is praktisch om regelingen zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. Wel is de regeling voor de raad erg uitgebreid. Hier is gekozen om alleen het meest noodzakelijke te regelen.

 

Artikel 59 van de Gemeentewet regelt de stemming, anders dan over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen. Hierover is het reglement van orde dan ook geen bepaling opgenomen.

 

Opvallend is dat in artikel 59 Gemeentewet artikel 31 niet van overeenkomstige toepassing is verklaard. Dat artikel bepaalt dat de stemming over het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen bij gesloten en ongetekende stembriefjes geschiedt. Verder is bepaald dat indien de stemmen over personen tot wie de keuze door een voordracht of herstemming is beperkt, staken, er in dezelfde vergadering een herstemming wordt gehouden. Staken de stemmen opnieuw, dan beslist het lot. Van de hierdoor geboden ruimte is in het reglement gebruikgemaakt. De opgenomen regeling komt erop neer dat in principe slechts wordt gestemd indien één van de leden dat wenst. In dat geval wordt mondeling gestemd (ook over personen), tenzij ten aanzien van personen om een schriftelijke stemming wordt verzocht. Over zaken wordt dus of niet of mondeling gestemd.

 

Indien gebruik wordt gemaakt van een zogenoemd parafenbesluit, een conceptbesluit dat door de leden van  het college van parafen wordt voorzien waarna dit door het college als een definitief meerderheidsbesluit wordt beschouwd, is de uitspraak van de Raad van State van 16 juli 2003 van belang (LJN-nr AH9850, zaaknr. 200200757/1). Doordat met een parafenbesluit in materiële zin besluitvorming buiten de collegevergadering plaatsvindt, dient dit bekent gemaakt te zijn hetzij op grond van het reglement van orde hetzij op grond van een bekend gemaakte vaste praktijk. Daarbij moet bepaald zijn dat in een collegevergadering de mogelijkheid bestaat tot beraadslaging en besluitvorming over het te nemen (parafen)besluit en moet tevens duidelijk zijn wanneer het besluit wordt genomen.

 

Artikel 8 Besluitenlijst

Dit artikel regelt de verslagleggende taak van de secretaris en de wijze waarop het verslag wordt vastgesteld. Als op grond van artikel 55 van de Gemeentewet door het college een geheimhoudingsplicht is opgelegd, zal ten aanzien van de beraadslaging en eventuele besluiten over dit onderwerp een afzonderlijk verslag moeten worden gemaakt. Dit zal door de secretaris afzonderlijk moeten worden bewaard totdat de geheimhouding is opgeheven.

 

De Wet dualisering gemeentebestuur introduceert het begrip ‘besluitenlijst’. Hierdoor is de bepaling over de verslaglegging aangepast. Op grond van artikel 60 Gemeentewet kan de raad regelen van welke beslissingen van het college de raad op de hoogte gesteld wil worden. In het vijfde lid is uitgewerkt hoe de besluitenlijst totstandkomt. Gekozen is voor een regeling waarbij de informatie over de besluitenlijst snel beschikbaar is en niet gewacht hoeft te worden totdat het verslag is vastgesteld. De openbaarmaking geschiedt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

 

Artikel 9 Parafenbesluit

Het college kan door middel van parafenbesluiten een besluit buiten de vergadering nemen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft dit in een uitspraak van 16 juli 2003 (LJN nr. AH 9850, zaaknr. 200200757/1) erkend. De Afdeling stelt wel als voorwaarde dat dit transparant gebeurt. Het werken met parafenbesluiten moet dus bekend zijn gemaakt door regeling in het RvO of in een bekendgemaakt beleid. Tevens moet hierbij expliciet zijn aangegeven dat het altijd mogelijk is om behandeling in een collegevergadering te vragen. Tot slot moet altijd duidelijk zijn wanneer het besluit is genomen. Wij leggen dit zo uit dat als iedereen parafeert, het besluit dan is genomen en kan worden bekendgemaakt door bijvoorbeeld toezending aan de aanvrager (art. 3:41 Awb). Parafeert niet iedereen of heeft een collegelid om bespreking gevraagd, dan is het besluit niet genomen en verschijnt het voorstel op de eerstvolgende collegevergadering als agendapunt. Dan komt het op de besluitenlijst en is het pas dan genomen. In alle gevallen is van belang dat duidelijk wordt vastgelegd hoe en wanneer het besluit is genomen en hoe en wanneer het is bekendgemaakt.

Artikel 10 Openbare vergadering

Ingevolge artikel 54 Gemeentewet is hoofdregel dat de vergaderingen met gesloten deuren plaatsvinden. Het college kan daar zelf van afwijken. Via artikel 9 wordt dit ook uitdrukkelijk aan het college overgelaten. Indien een vergadering van het college openbaar is, bepaalt het tweede lid van artikel 53 Gemeentewet dat de burgemeester dag, plaats en tijdstip daarvan bekend moet maken.

 

Artikelen 11 en 12 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen behoeven geen nadere uitleg.