Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen

Geldend van 06-05-2010 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen

Het college van de gemeente Drechterland

Overwegende dat het voor de uitvoering van de wegsleepregeling noodzakelijk is om regels op te stellen;

Gelet op het Besluit wegslepen van voertuigen en op Wegsleepverordening Drechterland 2010;

besluit:

Vast te stellen de

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen

Wegsleepwaardig

De procedure van de wegsleepregeling start met het aantreffen van een foutief geparkeerd voertuig (bijv. wegens een parkeerverbod of een verbod om stil te staan). Onder “voertuigen” wordt mede verstaan: fietsen, bromfietsen, scooters, invalidenvoertuigen, vrachtauto’s, bussen en aanhangwagens. De wet bepaalt namelijk dat er eerst sprake moet zijn van een overtreding. Nadat die overtreding is geconstateerd moet worden afgewogen of de situatie wegsleepwaardig is.

 

De eerste afweging, die moet worden gemaakt, is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. Daarvoor gelden drie criteria:

  • 1.

    door de wijze van parkeren wordt de veiligheid op de weg in gevaar gebracht en/of

  • 2.

    door de wijze van parkeren wordt de vrijheid van het verkeer belemmerd en/of

  • 3.

    er wordt geparkeerd op één van de wegen of weggedeelten, die zijn aangewezen in het Besluit wegslepen van voertuigen en waarop de gemeentelijke wegsleepverordening van toepassing is.

Uit de woorden “en/of” blijkt dat er tegelijkertijd sprake kan zijn van meerdere criteria, die de situatie wegsleepwaardig maken. Eén van de criteria is echter voldoende om de wegsleepregeling te kunnen toepassen.

 

Op grond van artikel 170 eerste lid sub c. van de Wegenverkeerswet, Jº artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, Jº artikel 2 van de Wegsleepverordening Drechterland 2009, kan in Drechterland van de volgende soorten wegen en weggedeelten worden weggesleept:

a. wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage I bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

b. wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage I bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

c. parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage I bij het RVV 1990, waarbij op een onderbord wordt aangegeven:

  • 1.

    de categorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of

  • 2.

    de wijze waarop het parkeren dient te geschieden

  • 3.

    de dagen of uren waarop het parkeren is verboden;

  • 4.

    de dagen of uren waarop de beperking als bedoeld bij 1 of 2

  • 5.

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage I bij het RVV 1990;

  • 6.

    parkeerplaatsen voor gehandicapten, aangeduid door bord E6 van bijlage I bij het RVV 1990;

  • 7.

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage I bij het RVV 1990;

  • 8.

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage I bij het RVV 1990;

  • 9.

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage I bij het RVV 1990;

  • 10.

    voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord E10 van bijlage I bij het RVV 1990.

 

Om de overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen is eerst een waarnemingstijd nodig:

- Verbod stil te staan: voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

- Parkeerverboden: een waarnemingstijd van tien minuten is reëel voordat er kan worden geconstateerd dat sprake is van parkeren.

- Parkeren op laad- en loshavens: Bij laad- en loshavens wordt een onafgebroken waarnemingstijd van tien minuten aanbevolen, gedurende welke geen laad- en losactiviteiten worden geconstateerd. Pas daarna wordt geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. Het wegslepen van een voertuig dat om 4.00 uur 's nachts in strijd met een van de genoemde criteria is geparkeerd, zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In zo'n geval kan het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar doorgaans volstaan.

 

Bij een aanrijding of diefstal is er sprake van het BERGEN van een voertuig. De verzekeraarhulpdienst verzorgt dit bergen. Het veiligstellen van een voertuig na inbraak (verbrokken ruit e.d.) valt vaak ook onder deze regeling. De wegsleepverordening is in die gevallen niet van toepassing.

 

Wegslepen

Alleen een politieambtenaar met ondermandaat en de daartoe door het college aangewezen medewerkers zijn bevoegd actie te ondernemen na het constateren van de overtreding. Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hieronder beschreven.

 

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, dat wil in dit geval zeggen het toepassen van de wegsleepregeling als bedoeld in artikel 170, lid 1, WVW 1994, wordt op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb). Ingevolge het tweede lid van artikel 5:24 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is of wordt overtreden. Elke beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 en 7:1 Awb bezwaar en beroep openstaat. In het “Besluit tot toepassing bestuursdwang”, dat wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende, staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Tevens vermeldt het besluit aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen. Daarnaast vermeldt het besluit waar en op welke wijze het voertuig kan worden teruggehaald.

 

Van het meevoeren en opslaan van het voertuig moet proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een afschrift wordt verstrekt aan degene, die het voertuig onder zich had. Het woord “proces-verbaal” heeft hier de betekenis van een verklaring krachtens de Algemene wet bestuursrecht. Het opmaken van een proces-verbaal is met name voorgeschreven in het belang van de rechtszekerheid van de rechthebbenden. Met betrekking tot de wegsleepregeling zal dit proces-verbaal met name een rol kunnen spelen ingeval de belanghebbende tegen de toepassing van de wegsleepregeling bezwaar maakt bij het college van burgemeester en wethouders.

 

De bevoegde politieambtenaar of medewerker van de gemeente (hierna: “de bevoegde functionaris”) schakelt bij een wegsleepwaardige situatie de berger in via het door hen ingestelde telefoonnummer. De bevoegde functionaris wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelwagen. Na de komst van de takelwagen maakt het personeel van het takel- en bergingsbedrijf een digitale (of direct klaar-)foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken. De foto c.q. foto’s worden in het bewaringsregister opgenomen. Daarna controleert het personeel van het wegsleepbedrijf het voertuig op beschadigingen. In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op aanwezige schade. De bevindingen worden eveneens ingevuld op het “Proces-verbaal van meevoeren en opslaan”.

Het personeel van het wegsleepbedrijf vult alvorens de werkzaamheden voorafgaande aan het meevoeren te starten ter plaatse het “Proces-verbaal van meevoeren en opslaan” in. Dit document wordt ondertekend door een medewerker van het wegsleepbedrijf (namens de directeur van dit bedrijf) en de bevoegde functionaris.

Na aankomst op de bewaarplaats controleert het personeel van het wegsleepbedrijf het voertuig nogmaals op beschadigingen. De bevindingen worden eveneens ingevuld op het “Proces-verbaal van meevoeren en opslaan”.

Het “Proces-verbaal van meevoeren en opslaan” wordt opgenomen in het bewaringsregister.

 

Bewaren

Het is belangrijk te weten wanneer een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn vaak (verhaalbare) bewaarkosten verbonden. Het tijdstip van bewaren gaat, na het wegslepen van een voertuig in, op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring. Het bewaren geschiedt op de daarvoor in de wegsleepverordening aangewezen plaats. Dat is het terrein van Boots Berging Kraanverhuur Transport, De Hout 25 in Hem.

 

De procedure voor het bewaren van de voertuigen is als volgt:

  • 1.

    Het voertuig wordt geplaatst op het terrein van Boots Berging Kraanverhuur. Ingeval er van een voertuig contactsleutels aanwezig zijn, bewaart het wegsleepbedrijf ze.

  • 2.

    Het wegsleepbedrijf draagt er zorg voor dat de benodigde gegevens over het voertuig worden doorgegeven aan de beheerder van het bewaringsregister. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. Tevens dient in het bewaringsregister te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden terug gegeven.

  • 3.

    Van het in bewaring stellen (en wegslepen) maakt het wegsleepbedrijf een proces-verbaal op. 

 

Bewaringsregister

Het college van burgemeester en wethouders mandateert de bevoegdheid tot het bewaren aan de marktmeester. Deze persoon vervult namens het college de functie van “bewaarder”. Elk voertuig dat op grond van de Wegsleepverordening 2009 is weggesleept en naar de bewaarplaats is gebracht wordt ingeschreven in het bewaringsregister. De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet er op toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die in de regelingen, genoemd in deze uitvoeringsregeling, aan de bewaarder zijn toebedeeld. Daarnaast doet hij al het nodige om een goede en verantwoordelijke bewaring en eventuele verkoop van voertuigen te verzekeren. Hiertoe behoren in ieder geval:

- het opslaan van het voertuig;

- het doen van een (mondeling) verzoek aan de politie om de rechthebbende op een voertuig te achterhalen;

- het doen van een (mondeling) verzoek aan het college van burgemeester en wethouders om de rechthebbende aan te schrijven het voertuig op te komen halen;

- alle handelingen om te komen tot verkoop van het voertuig (inclusief ingeschakelde taxateur);

- de daadwerkelijke verkoop.

In het bewaringsregister worden zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling de volgende gegevens opgenomen:

- een afschrift van het proces-verbaal (conform Algemene wet bestuursrecht)

- datum en tijdstip van inbewaringstelling;

- een nauwkeurige omschrijving van het voertuig;

- de voorwaarden tot teruggave;

- in geval het een kentekenplichtig voertuig betreft, de tenaamstelling van het kenteken,

- in geval het een ander voertuig betreft, de naam van de eigenaar of houder voor zover deze bekend heeft kunnen worden.

 

In het bewaringsregister wordt bij teruggave van het voertuig het volgende geregistreerd:

- de datum en tijdstip waarop het voertuig is afgehaald;

- de naam en het adres van degene die het voertuig heeft afgehaald alsmede de gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen van het voertuig gerechtigd was;

- het bedrag dat als kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, is betaald.

 

Bij niet afhalen van het voertuig binnen 48 uur na wegslepen wordt het volgende in het bewaringsregister geregistreerd:

- De datum van de bekendmaking,

- De naam en het adres van degene aan wie is bekendgemaakt

 

Bij verkoop/vernietiging van het voertuig worden de volgende gegevens in het bewaringsregister geregistreerd:

- de datum en het tijdstip van de verkoop, de afstandverklaring of de vernietiging;

- in geval van verkoop de opbrengst van die verkoop, de naam en het adres van de koper, het eventuele batig saldo van die verkoop, de naam en het adres van degene aan wie het eventuele batig saldo is uitgekeerd alsmede gegeven waaruit blijkt dat deze tot het in ontvangst nemen van dat eventuele batig saldo gerechtigd was

- ingeval van een afstandverklaring, de naam en het adres van degene aan wie het voertuig om niet is overgedragen;

- ingeval van vernietiging de geschatte sloopwaarde van het voertuig. Een in bewaring-gesteld voertuig wordt niet verkocht, om niet in eigendom overgedragen of vernietigd dan nadat een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.

 

Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister. Hierbij wordt de Wet bescherming persoonsgegevens in acht genomen.

 

Teruggave van voertuigen en kostenverhaal

Omdat sprake is van toepassing van bestuursdwang bij het wegslepen op grond van de wegsleepverordening kunnen de kosten verbonden aan de uitoefening daarvan in rekening worden gebracht bij de overtreder. Het kan gaan om de volgende kosten:

  • 1.

    De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen:

    a.   voorrijkosten €  64,65 excl. btw.

    b.   overbrengkosten €  102,63 excl. btw.

  • 2.

    De kosten van het bewaren van en vervolgens afgeven van een voertuig bedragen:

    a. Basistarief €  15,60 per dag excl. btw, ongeacht de tijdsduur van opslag.

    b. Tarief voor het bezichtigen van het voertuig €  52,50 excl. btw.

    c. Er wordt geen verhoging berekend bij opslag van het voertuig langer dan 7 x 24 uur per volgend etmaal of deel daarvan dat de stalling voortduurt.

  • 3.

    Indien de eigenaar c.q. rechthebbende van een voertuig het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging een aanvang wordt gemaakt bedragen de kosten verbonden aan de voorbereiding van de overbrenging €  64,65 excl. btw. De overbrenging wordt geacht te zijn aangevangen op het moment dat het voertuig in de takels van sleepwagen hangt en de sleepwagen begint weg te rijden.

  • 4.

    Kosten voor een ingeschakelde taxateur.

Daarnaast kunnen ook andere kosten in rekening worden gebracht op grond van artikel 172 van de Wegenverkeerswet 1994. Daarbij kan worden gedacht aan kosten verband houdend met de bekendmaking van de wegsleepbeschikking en de kosten van verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging.

 

Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn. Een betalingsregeling is niet mogelijk. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn. De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd voor de rechthebbende op het voertuig, indien:

  • a.

    niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • b.

    de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of

  • c.

    aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

Het genoemde onder a, b of c dient rechthebbende aan te tonen door een afschrift van het vonnis c.q. uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van de rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.

 

Teruggave van een voertuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, houder of gemachtigde (huurder, lener, leaser of pandhouder) is van het voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging is; een geldig identiteitsbewijs en een geldig kentekenbewijs en een door beide personen ondertekende machtiging. De eigenaar/houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan het wegsleepbedrijf voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld MOET worden teruggegeven indien de kosten zijn betaald! Voor de teruggave van het voertuig ontvangt de eigenaar/houder of gemachtigde van het wegsleepbedrijf een kwitantie (origineel van de rekening). In het bijzijn van de eigenaar/houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd die tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn. De doorslag van de kwitantie (rekening) wordt in het bewaringsregister opgenomen, waarna van de betaling tevens aantekening wordt gemaakt in het bewaringsregister. Deze kwitantie geldt tevens als vrijwaringbewijs voor het wegsleepbedrijf. Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt na overleg met de bewaarder.

 

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder, in casu het wegsleepbedrijf als gemandateerde namens het college van burgemeester en wethouders, de politie een onderzoek instellen naar de eigenaar/houder van het voertuig. Zodra die bekend is, en de politie de zaak niet onmiddellijk kan regelen, sturen burgemeester en wethouders zelf op aangeven van het wegsleepbedrijf, aan de verantwoordelijke persoon binnen 7 dagen, per aangetekende brief een kennisgeving. In deze kennisgeving dient te worden vermeld de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig alsmede de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

 

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport maken deel uit van de kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform artikel 5:30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.

 

Het gemandateerde wegsleepbedrijf is bevoegd, ingeval:

- een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of

- de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, het voertuig vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving, te verkopen, weg te geven en dergelijke.

De bewaarder draagt namens de burgemeester en wethouders zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen, (incl. het inschakelen van een taxateur) te verrichten.

 

Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van de gemeente Drechterland van 9 maart 2010.
burgemeester en wethouders van Drechterland,
de secretaris,
E.L.C.M. Mol
de burgemeester,
R.J.H. van der Riet.