Indicatieprotocol Huishoudelijke Ondersteuning 2017 Gemeente Drechterland

Geldend van 30-03-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Indicatieprotocol Huishoudelijke Ondersteuning 2017 Gemeente Drechterland

Inleiding

De gemeente heeft de plicht om burgers met beperkingen in staat te stellen om een huishouden voeren. Hiertoe behoort zowel de huishoudelijke ondersteuning als de Wmo- woonvoorzieningen. Bij de beoordeling om een hulpvraag om huishoudelijke ondersteuning wordt ervan uitgegaan dat iemand pas behoefte kan hebben aan hulp bij het huishouden indien dat huishouden in een voor hem geschikte woning is gesitueerd. Dit betekent dat woonvoorzieningen voorliggend kunnen zijn op Hulp bij het huishouden, bijvoorbeeld een woningsanering, plaatsen van een wasmachine op een verhoging of bijvoorbeeld het aanschaffen van een tweede stofzuiger voor de bovenverdieping.

De hulp bij het huishouden kan in 2 vormen als voorziening worden verstrekt:

  • 1.

    Huishoudelijke ondersteuning via zorg in natura

  • 2.

    Huishoudelijke ondersteuning via een persoonsgebonden budget.

Dit indicatieprotocol Huishoudelijke Ondersteuning is gebaseerd op het oude CIZ-protocol huishoudelijke verzorging. De tijdsnormeringen zijn onveranderd overgenomen.

Hoofdstuk 1. Uitgangspunten voor Huishoudelijke Ondersteuning

1.1. Als er beperkingen zijn bij het voeren van een huishouden

Hulp bij het huishouden is aan de orde als er beperkingen zijn bij het voeren van een huishouden. Dat kan zich uiten in vervuiling (van de woning of van kleding), verwaarlozing (gezondheidsrisico’s, persoonlijke verzorging, voeding en vocht) of ontreddering van zichzelf of van afhankelijke huisgenoten waardoor het functioneren in huis maar ook buitenshuis belemmerd wordt.

1.2. Onderdelen van huishoudelijke ondersteuning

Hulp bij het huishouden kan als voorziening veelomvattend zijn. Het kan gaan van het motiveren tot of aansturen van, tot het instrueren en zonodig overnemen van:

  • Het zorgen voor eten en drinken: aanschaffen van voedingsmiddelen, bereiden en tot zich doen nemen van voeding en drinken, afvoeren van vuilnis.

  • De essentiële hygiëne van de huishouding: schone bedden, kleding, sanitair, vloeren

  • stofzuigen en dweilen.

  • Incidentele werkzaamheden als het schoonhouden van ramen, kasten et cetera.

  • Verzorgen van dieren en planten.

  • Het verzorgen van de aanwezige hulpbehoevende personen (volwassenen en kinderen).

  • De veiligheid van en de regie over het huishouden.

1.3. De leefeenheid is primair zelf verantwoordelijk

Onder een leefeenheid wordt verstaan “alle bewoners die een gemeenschappelijke woning bewonen met als doel een duurzaam huishouden te voeren”.

De leefeenheid is primair zelf verantwoordelijk voor het eigen huishouden, met inbegrip van het

bevorderen en in stand houden van gezondheid, levensstijl en de wijze waarop de huishouding wordt gevoerd. Hulp bij het huishouden is er als aanvulling op de eigen mogelijkheden.

Als er sprake is van kamerverhuur, rekenen we de huurder van de betreffende ruimte niet tot het huishouden. Als mensen zelfstandig1 samenwonen op een adres en gemeenschappelijke ruimten delen, veronderstellen we dat het aandeel in het schoonmaken van die ruimten bij uitval van een van de leden wordt overgenomen door de andere leden van een leefeenheid. Het eventuele positieve advies voor HH betreft dan alleen de eigen woonruimte (kamers) van de zorgvrager en een evenredig deel van het schoonmaken van de gemeenschappelijke ruimten.

Denk aan woongroepen, kamerverhuur, hat-eenheden, meerdere generaties in een huis.

1.4. Onderscheid vormen huishoudelijke ondersteuning

Huishoudelijke ondersteuning HO2 is gericht op motiveren, aansturen, instrueren en zo nodig het overnemen van het huishouden. De variant HO3 is aan de orde wanneer er structurele regieproblemen zijn die zich uiten op meerdere gebieden van het dagelijks leven en de sociale redzaamheid in het algemeen in het geding is.

Leeftijd of het niet gewend zijn aan huishoudelijk werk kunnen invloed hebben op het vermogen van andere leden uit de leefeenheid om huishoudelijke taken over te nemen. Als dit noodzakelijk is door uitval van een van de leden kan aan de gezonde anderen een instructie worden gegeven voor het aanleren van vaardigheden op huishoudelijk gebied. Ook het trainen van huisgenoten om bepaalde huishoudelijke handelingen te verrichten of om te gaan met huishoudelijke ondersteuningmiddelen valt als activiteit onder huishoudelijke ondersteuning: instructie. Het gaat dan om een kortdurende indicatie voor beperkte tijd, waarin de noodzakelijke huishoudelijke vaardigheden worden aangeleerd.

1.5. Voorliggende voorzieningen

De wetgever beschouwt een aantal voorzieningen als voorliggend; dat wil zeggen dat wanneer een adequate oplossing wordt geboden door het gebruik maken van deze voorzieningen, deze optie voorgaat op een Wmo-voorziening. Van algemeen gebruikelijke voorzieningen dient gebruik te worden gemaakt voorzover die beschikbaar en passend zijn:

Tot de algemeen gebruikelijke voorzieningen behoren (niet limitatieve lijst):

  • kinderopvang (crèche, kinderdagverblijf, overblijfmogelijkheden op school);

  • voor- en naschoolse opvang;

  • oppascentrale;

  • maaltijddienst;

  • hondenuitlaatservice;

  • boodschappendienst.

De voorliggende voorziening moet beschikbaar en passend zijn. Als dit niet het geval is, dan is er geen sprake van een voorliggende voorziening. De Wmo-consulent moet de sociale kaart goed in beeld hebben, zodat adequaat beoordeeld kan worden of een voorliggende voorziening daadwerkelijk beschikbaar en passend is. Niet relevant is of men gebruik wil maken van een voorliggende voorziening.

Het is in principe ook niet relevant welke kosten aan de voorliggende voorziening zijn verbonden, tenzij sprake zou kunnen zijn van een zogenaamd extreem laag inkomen als geldt bij het begrip algemeen gebruikelijk: een inkomen dat door kosten op grond van de ziekte of het probleem onder de bijstandsnorm uitkomt of dreigt uit te komen door deze kosten.

1.6. Technische hulpmiddelen en woonvoorzieningen

Er is geen mogelijkheid voor het verstrekken van huishoudelijke ondersteuning als de problemen van de cliënt afdoende kunnen worden opgelost met technische hulpmiddelen of woonvoorzieningen.

Hulpmiddelen kunnen bestaan uit algemeen gebruikelijke huishoudelijke apparatuur, zoals een wasmachine of stofzuiger. Deze hulpmiddelen dienen uit oogpunt van verantwoorde werkomstandigheden ook voor een helpende aanwezig te zijn. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van al aanwezige hulpmiddelen, zoals een droogtrommel of een afwasmachine. Als dergelijke apparaten niet aanwezig zijn maar wel een adequate oplossing zouden bieden voor het probleem, is de aanschaf van deze hulpmiddelen voorliggend op het inzetten van hulp. Woonvoorzieningen kunnen bijvoorbeeld keukenaanpassingen of het plaatsen van een verhoging voor een droger/wasmachine betreffen maar ook woningsanering.

2. Gebruikelijke Zorg

Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid gemeenschappelijk een woning bewonen en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van het huishouden.

Gebruikelijke zorg is ook alleen aan de orde als er een leefeenheid is die gemeenschappelijk een woning bewoont. Uitwonende kinderen vallen hier dus buiten.

2.1. Gezondheidsproblemen of (dreigende) overbelasting

Het college kan besluiten dat een huisgenoot of partner geen gebruikelijke zorg kan leveren als deze zodanige gezondheidsproblemen heeft dat de indicatiesteller redelijkerwijs moet concluderen dat de betreffende taken niet door hem uitgevoerd kunnen worden.

Een wmo-consulent moet altijd onderzoeken of een leefeenheid, gegeven de voor die leefeenheid geldende gebruikelijke zorg, door de (chronische) uitval van een gezinslid niet alsnog onevenredig belast wordt en overbelasting dreigt.

Wanneer partner of huisgenoot gezondheidsproblemen en beperkingen heeft of door de combinatie van een (volledige) werkkring of opleiding en het voeren van het huishouden overbelast dreigt te raken, zullen de (medische) gegevens ter onderbouwing daarvan door de betrokkene moeten worden aangeleverd. Het college moet zich daar dan een geobjectiveerd oordeel over vormen. Wanneer de dreigende overbelasting wordt veroorzaakt door een combinatie van werk en gebruikelijke zorg en andere activiteiten dan werk en huishouden, gaan werk en gebruikelijke zorg voor.

Het beoefenen van vrijetijdsbesteding kan op zich geen reden zijn om een indicatie te geven voor gebruikelijke zorg.

In geval de leden van een leefeenheid dreigen overbelast te raken door de combinatie van werk en verzorging van de zieke partner/huisgenoot, kan een indicatie worden gesteld op de onderdelen die normaliter tot de gebruikelijke zorg worden gerekend. In eerste instantie zal die indicatie van korte duur zijn om de leefeenheid de gelegenheid te geven de onderlinge taakverdeling aan de ontstane situatie aan te passen. Hetzelfde geldt als een partner/ouder ten gevolge van het plotseling overlijden van de andere ouder dreigt overbelast te raken door de combinatie van werk en verzorging van de inwonende kinderen.

2.2. Fysieke afwezigheid

Indien de huisgenoot van een zorgvrager vanwege werk fysiek niet aanwezig is wordt hiermee bij de indicatieadvisering uitsluitend rekening gehouden, wanneer het om aaneengesloten perioden van tenminste zeven etmalen gaat. De afwezigheid van de huisgenoot moet een verplichtend karakter hebben en inherent zijn aan diens werk; denk hierbij aan offshore werk, internationaal vrachtverkeer en werk in het buitenland. Wanneer iemand aaneengesloten perioden van tenminste zeven etmalen van huis is, is er in die periode feitelijk sprake van een éénpersoonshuishouden en kan er geen gebruikelijke zorg worden geleverd.

2.3. Huishoudelijke taken: uitstelbaar en niet uitstelbaar

Onder huishoudelijke taken vallen zowel de uitstelbare als de niet-uitstelbare taken. Het verzorgen van –overigens gezonde- kinderen valt ook onder de huishoudelijke ondersteuning.

Niet-uitstelbare taken zijn maaltijd verzorgen, de kinderen verzorgen, afwassen en opruimen;

Wel-uitstelbare taken zijn boodschappen doen, wasverzorging, zwaar huishoudelijk werk: stofzuigen, sanitair, keuken, bedden verschonen.

2.4. Bijdrage van kinderen aan het huishouden

In geval de leefeenheid van de zorgvrager mede bestaat uit kinderen, dan gaat de wmo-consulent ervan uit, dat de kinderen, afhankelijk van hun leeftijd en psychosociaal functioneren, een bijdrage kunnen leveren aan de huishoudelijke taken.

Kinderen tot 5 jaar leveren geen bijdrage aan de huishouding.

Kinderen tussen 5-12 jaar worden naar hun eigen mogelijkheden betrokken bij lichte huishoudelijke werkzaamheden als opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, boodschap doen, kleding in de wasmand gooien.

Kinderen vanaf 13 jaar kunnen, naast bovengenoemde taken hun eigen kamer op orde houden, d.w.z. rommel opruimen, stofzuigen, bed verschonen.

Taken van een 18-23 jarige:

Van een meerderjarige gezonde huisgenoot wordt verwacht dat deze de huishoudelijke taken overneemt wanneer de primaire verzorger uitvalt.

Een 18-23 jarige wordt verondersteld een eenpersoonshuishouden te kunnen voeren.

De huishoudelijke taken voor een éénpersoonshuishouden zijn:

schoonhouden van sanitaire ruimte, keuken en een kamer, de was doen, boodschappen doen, maaltijd verzorgen, afwassen en opruimen.

Te normeren naar 2 uur uitstelbare, zware huishoudelijke taken en 3 uur lichte, niet uitstelbare huishoudelijke taken per week.

Daarnaast kunnen zij eventuele jongere gezinsleden verzorgen en begeleiden.

Hoofdstuk 3. Normering huishoudelijke taken in minuten

3.1. Huishoudelijke werkzaamheden

Voor de huishoudelijke verzorging zijn standaardindicaties ontwikkeld die ook gebruikt kunnen worden bij de hulp bij het huishouden en zijn opgenomen in bijlage 1. In deze paragraaf wordt per activiteit een normtijd aangegeven.

3.1.1. Boodschappen voor het dagelijkse leven doen

TOTAAL

1 maal per week

60 min p/wk

activiteiten

Boodschappenlijst samenstellen

Boodschappen inkopen en opslaan - wekelijks

Factoren meer/minder hulp: Indien het cliëntsysteem bestaat uit meer dan 4 personen, of er zijn kinderen < 12 jaar, kan er 2x per week boodschappen worden geïndiceerd; +30 min, wanneer afstand tot de winkels groot is

3.1.2. Maaltijdverzorging: bereiding broodmaaltijd/warme maaltijd

TOTAAL

Warm

brood

30 min p/keer

15 min p/keer

activiteiten

Broodmaaltijd klaarzetten

Tafel dekken en afruimen

Koffie/thee zetten

Afwassen (machine-handmatig)

Eten bereiden – voorbereiden

-koken

Opslaan en beheer levensmiddelenvoorraad

Afwassen en opruimen

Facotren meer/minder hulp

Aanwezigheid kinderen < 12 jaar: + 20 minuten per keer.

3.1.3. Licht poetswerk in huis: kamers opruimen

TOTAAL

60-90 min p/wk

Activiteiten

Afwassen, indien geen maaltijdvoorbereiding is geïndiceerd

Handmatig: 15 – 30 minuten per keer

Machine in- en uitruimen: 10 minuten per keer

Hand en spandiensten

Opruimen:

Totaal dagelijkse beurt interieur is afhankelijk van de grootte van de woning en de specifieke kenmerken van het cliëntsysteem: 15 tot 40 minuten per keer.

Stofafnemen/ragen

Bedden opmaken

Factoren meer/minder hulp

  • psychogeriatrische problematiek/communicatieproblemen.

  • Aantal kinderen onder de 12.

  • Huisdieren: bij allergie: eerst sanering.

  • Allergie voor huisstofmijt, COPD: in gesaneerde woning.

  • Ernstige beperkingen in gebruik van armen en handen.

  • Alleen de kamers die in gebruik zijn, worden schoongehouden. Voor een cliëntsysteem zonder kinderen max. 20 min per keer, voor een cliëntsysteem met kinderen < 12 max. 30 min per keer.

Frequentie: In principe max. 3 maal per week 20-30 min.

3.1.4. Huishoudelijke werkzaamheden: stofzuigen, wc/badkamer schoonmaken

TOTAAL

Éénpersoonshuishouden/ < 2 kmrs

meerpersoonshuishouden

90 min per wk

180 min per wk

Activiteiten

Zwaar huishoudelijk werk: de omvang van de benodigde ondersteuning is meer afhankelijk van de grootte en inrichting van de woning dan van de aanwezigheid van een extra persoon.

Stofzuigen

Schrobben dweilen soppen: sanitair en keuken

Bedden opmaken/verschonen

Opruimen huishoudelijk afval

In grote woningen met hoge bezettingsgraad, vervuilingsgraad, COPD problematiek of aanwezigheid van jonge kinderen is een ophoging van uren reëel. Verzorgen van huisdieren valt in de marge van de indicatie.

3.1.5. Verzorging kleding/linnengoed

TOTAAL

1 pers. 60 min

2 pers. 90 min

Per week

Activiteiten

Kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine

Centrifugeren, ophangen, afhalen, Was drogen in droogmachine Vouwen, strijken, opbergen

Ophangen/afhalen wasgoed

Factoren meer minder werk:

  • Aantal kinderen < 16 jaar + 30 min per kind per week.

  • Bedlegerige patiënten + 30 min.

  • Extra bewassing i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies enz.: + 30 min.

Frequentie: eenmaal per week, huishoudens met kleine kinderen maximaal 3x per week.

3.2. Organisatie van het huishouden

3.2.1. Opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten (anderen helpen met zelfverzorging) en anderen helpen bij het bereiden van maaltijden

De grondslag ligt bij de ouder. Deze is tijdelijk niet in staat om de ouderrol op zich te nemen.

TOTAAL

Tot max 40 uur aanvullend op eigen mogelijkheden

Activiteiten

Wassen en aankleden

Hulp bij eten en/of drinken

Maaltijd voorbereiden

Sfeer scheppen, spelen

Opvoedingsactiviteiten

Factoren meer/minder werk:

  • Aantal kinderen -/+.

  • Leeftijd kinderen -/+.

  • Gezondheidssituatie/functioneren kinderen/huisgenoten

  • Aanwezigheid gedragsproblematiek

  • Samenvallende activiteiten

3.2.2. Normering activiteiten ten behoeve van de verzorging van kinderen

Deze normtijden worden gebruikt bij het berekenen van de totale benodigde tijd voor de activiteiten met betrekking tot kinderen. Hiervoor wordt de normtijd vermenigvuldigd met het aantal keer per dag en het aantal keer per week. Dit levert dan de totaaltijd op van de activiteiten met betrekking tot kinderen.

Activiteiten

Naar bed brengen

Uit bed halen

Wassen en kleden

Eten en/of drinken geven

Babyvoeding (flesje/potje)

Naar school/crèche brengen

10 min p/kr p/ kind

10 min p/kr p/ kind

30 min p/dg p/kind

20 min per maaltijd

10 min p/kr p/kind

15 mn p/kr p/gezin

Het is hierbij mogelijk om taken te combineren. Als kinderen op hetzelfde tijdstip naar bed gaan, telt dat voor 1 keer en niet per kind. De frequentie is gerelateerd aan de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind.

3.2.3. Dagelijkse organisatie van het huishouden

TOTAAL

30 min p/wk

Activiteiten

Administratieve werkzaamheden tbv cliënt (ondersteuning)

organisatie huishoudelijke activiteiten

plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden

Factoren meer/minder werk:

  • Communicatieproblemen.

  • Aantal huisgenoten, vooral kinderen < 16.

  • (psychosociale) problematiek bij meerdere gezinsleden.

Frequentie 1 x per week

3.3. Hulp bij ontregelde huishouding, in verband met psychische stoornissen

3.3.1. Psychosociale begeleiding, tevens observeren

TOTAAL

In combinatie met activiteiten onder 3.3.1 en 3.3.2

30 min p/wk

Activiteiten

Formuleren doelen/bijstellen doelen met betrekking tot het huishouden Helpen handhaven/verkrijgen/herkrijgen structuur in het huishouden Helpen handhaven vergroten van zelfredzaamheid m.b.t. budget Begeleiden ouders bij opvoeding kinderen

Begeleiden kinderen

3.3.2. Advies, instructie, voorlichting, gericht op het huishouden

TOTAAL

30 min p/kr

Activiteiten

Instructie omgaan met hulpmiddelen

Instructie licht huishoudelijk werk

Instructie textielverzorging

Boodschappen doen

koken

Frequentie: 3 x per week maximaal 6 weken

3.4. Deskundigheid per activiteit

HO1: Hulp bij huishoudelijke werkzaamheden

HO2: Hulp bij de organisatie van het huishouden

HO3: Hulp bij een door een psychische stoornis ontregeld huishouden

Activiteiten

Deskundigheid

1.1

1.2

1.3

1.4

1.5

1.6

1.7

2.1

2.2

2.3

3.1

3.2

Boodschappen doen

Maaltijd bereiden: broodmaaltijd

Maaltijd bereiden: warme maaltijd

Licht poetswerk in huis: kamers opruimen

Huis schoonmaken, stofzuigen, wc/badkamer reinigen

Kleding/linnengoed wassen (de was doen)

Huishoudelijke spullen in orden houden (kleding, apparaten etc)

Anderen in huishouden helpen met zelfverzorging

Anderen helpen bij bereiden maaltijden etc.

Dagelijkse organisatie van het huishoduen

Psychosociale begeleiding, tevens observeren

Advies, instructie, voorlichting (gericht op huishouden)

HO1

HO1

HO1

HO1

HO1

HO1

HO1

HO2

HO2

HO2

HO3

HO3

4. Bijzondere situaties

4.1. Maaltijdverzorging en boodschappen doen in de Wmo

Maaltijdbereiding en boodschappen doen vindt niet structureel plaats binnen de Wmo hulp bij het huishouden. Cliënten moeten voor de maaltijdbereiding en boodschappen in eerste instantie een beroep doen op de eventueel aanwezige –meerderjarige, gezonde- huisgenoten (gebruikelijke zorg). Als deze door beperkingen in het zelfzorgvermogen de warme maaltijd niet kunnen verzorgen, moet worden nagegaan welke mogelijkheden mantelzorg, vrijwilligers en voorliggende of algemeen gebruikelijke voorzieningen bieden. Te denken valt aan kant en klaarmaaltijden, gemeentelijke maaltijdvoorziening, boodschappendiensten of bezorging aan huis. Indien voorliggende voorzieningen niet tegemoet kunnen komen aan de eisen van een, door een arts voorgeschreven, dieet, kan deze taak in de thuissituatie worden geadviseerd. In leefeenheden met jonge (<12 jr. ) kinderen kan in een crisissituatie voor een beperkte periode, in combinatie met activiteit 2.1. een indicatie gesteld worden. Als de huisgenoten door onvoldoende kennis of vaardigheden niet in staat zijn om te koken, wordt hen aangeboden om het koken te leren. De geldigheidsduur is afhankelijk van de situatie maar maximaal 6 weken.

4.2. Opvang en verzorging van kinderen bij uitval van een van de ouders

Ouders hebben een zorgplicht voor hun kinderen. De ouders zorgen voor de opvoeding van hun kinderen. Dit houdt in: het zorgen voor hun geestelijk en lichamelijk welzijn en het bevorderen van de ontwikkeling van hun persoonlijkheid (en naar draagkracht voorzien in de kosten van dit alles).

Deze zorgplicht strekt zich uit over opvang, verzorging, begeleiding en opvoeding die een ouder (of verzorger), onder meer afhankelijk van de leeftijd en verstandelijke ontwikkeling van het kind, normaal gesproken geeft aan een kind, inclusief de zorg bij kortdurende ziekte. Bij uitval van één van de ouders neemt de andere ouder de gebruikelijke zorg voor de kinderen over.

Gebruikelijke zorg voor kinderen omvat in ieder geval de aanwezigheid van een verantwoordelijke ouder of derde persoon conform de leeftijd en ontwikkeling van het kind. Opvang valt niet onder de Hulp bij het huishouden. Verzorging van de kinderen kan, zonodig, wel onder de Hulp bij het huishouden vallen.

Eigen oplossingen gaan voor

Indien nodig dient de ouder gebruik te maken van de voor hem/haar geldende regeling voor zorgverlof. De wmo-consulent onderzoekt, in geval er mantelzorg aanwezig is, wat in redelijkheid met mantelzorg kan worden opgevangen.

Is dit niet mogelijk dan dient de ouder gebruik te maken van (een combinatie van ) crèche, opvang op school, buitenschoolse opvang, gastouder ed. (de zogenaamde algemeen gebruikelijke voorliggende voorzieningen). Het verplichte gebruik van alternatieve opvangmogelijkheden voor kinderen is redelijk, onafhankelijk van de financiële omstandigheden.

Voorkomen van crisis en ontwrichting

Zijn deze mogelijkheden reeds maximaal gebruikt of afwezig, of is er slechts kortdurend overbrugging nodig in noodgevallen, dan kan Hulp bij het huishouden worden ingezet. Structurele opvang van kinderen valt niet onder de Hulp bij het huishouden.

Niet-structurele opvang van kinderen kan alleen bij ontwrichting of calamiteiten tot een maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning voor een beperkte tijd leiden.

Verzorging van de kinderen kan, zonodig, wel een onder de huishoudelijke ondersteuning vallen.

4.3. Uitval van ouder in éénoudergezin

Indien er sprake is van uitval van de ouder in een éénoudergezin, of beide ouders ondervinden beperkingen in de opvang en verzorging van de kinderen, wordt er eerst nagegaan wat mantelzorg opvangt, en wat vrijwilligers als vervangende mantelzorg, voorliggende voorzieningen en algemeen gebruikelijke voorzieningen kunnen opvangen. Oppas en opvang van gezonde kinderen vallen in principe niet onder de Wmo, daarvoor zijn andere, algemeen gebruikelijke en voorliggende voorzieningen voorhanden. Wel is er een indicatie mogelijk voor de verzorging van de kinderen conform leeftijd.

Gebruik van kinderopvang/crèche als voorliggende voorziening voor oppas en opvang van gezonde kinderen tot 5 dagen per week is redelijk.

Indien wmo-consulent zich ervan heeft vergewist dat de voorliggende algemeen gebruikelijke voorzieningen niet aanwezig of niet toepasbaar zijn of zijn uitgeput is bij uitval van de ouder in een éénoudergezin afhankelijk van de leeftijd en ontwikkeling van het kind een advies voor Hulp bij het huishouden mogelijk tot 40 uur per week voor oppas en opvang van gezonde kinderen. Een dergelijke indicatie is in principe van korte duur (maximaal 3 maanden), de periode waarin een eigen oplossing moet worden gevonden.

4.4. Ouderlijke zorgplicht bij echtscheiding

Bij echtscheiding vervalt het samenwonen en daarmee dus ook de gebruikelijke zorg voor het huishouden en de onderlinge persoonlijke verzorging van partners. De zorgplicht voor de kinderen verdwijnt niet. Bij uitval van de verzorgende ouder moet wel onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheid van opvang van de kinderen door de niet thuiswonende ouder door te kijken naar de voor de rechtbank vastgelegde afspraken tussen de ex-echtgenoten. Voor die perioden dat de kinderen bij de verzorgende -uitgevallen- ouder zijn kan er dan een indicatie voor opvang zijn. Als de zorgplicht door de niet-verzorgende ouder kennelijk niet wordt nagekomen, beschouwen we de situatie als een éénoudergezin.

4.5. Huishoudelijke ondersteuning in terminale situaties

In terminale of andere chronische situaties waarin gebruikelijke zorgers zwaar belast worden met zorgtaken kunnen de normeringen betreffende gebruikelijke zorg soepeler worden gehanteerd.

4.6. Huishoudelijke ondersteuning boven de 75 jaar

Wanneer in redelijkheid niet (meer) kan worden verondersteld dat een nieuwe taak als het huishouden nog is te trainen of aan te leren, zoals bij ouderen op hoge leeftijd (> 75 jaar) kan, indien nodig, hulp voor die zwaar huishoudelijke taken worden geïndiceerd die anders tot de gebruikelijke zorg zouden worden gerekend.

4.7. Huishoudelijke ondersteunking bij huisstofmijtallergie

Bij allergie voor huisstofmijt zal er advisering rond het saneren van de woning plaatsvinden door de daartoe bevoegde instanties, i.c. de CARA/COPD verpleegkundige (VP AIV). Een vraag naar huishoudelijke ondersteuning zal dus pas aan de orde zijn wanneer sanering van de woning reeds heeft plaatsgevonden. Voor het stofvrij houden van de woning kan extra tijd worden toegekend

Hoofdstuk 5. Tijdsnormeringen Huishoudelijke Ondersteuning

Tijdnormering is indicatief. Er moet altijd een individuele afweging gemaakt worden. Als er reden is om af te wijken van deze normeringen, kan dat, mits onderbouwd, altijd.

5.1 Huishoudelijke ondersteuning voor een alleenstaande (seniorenwoning/flat)

Nr.

Activiteiten

Tijd p/wk

1.1

Boodschappen doen voor het dagelijks leven

60 min

1.2

Broodmaaltijd bereiden (15 min per keer)

105 min

1.3

Warme maaltijd bereiden (30 min per keer)

210 min

1.4

Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen etc)

60 min

1.5

Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, w.c./badkamer reinigen)

90 min

1.6

De was doen (kleding/linnengoed wassen)

60 min

1.7

Huishoudelijke spullen in orde houden

Veel voorkomende situaties

Tijd p/wk

1.4 + 1.5

Licht + zwaar

150 min

1.4 + 1.6

Licht + was

120 min

1.5 + 1.6

Zwaar + was

150 min

1.4 + 1.5 + 1.6

Licht + zwaar + was

210 min

1.2 + 1.4 + 1.5 + 1.6

Brood (7x) + licht + zwaar + was

310 min

5.2 Huishoudelijke ondersteuning voor een alleenstaande in een eengezinswoning

Nr.

Activiteiten

Tijd p/wk

1.1

Boodschappen doen voor het dagelijks leven

60 min

1.2

Broodmaaltijd bereiden (15 min per keer)

105 min

1.3

Warme maaltijd bereiden (30 min per keer)

210 min

1.4

Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen etc)

60 min

1.5

Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, w.c./badkamer reinigen)

180 min

1.6

De was doen (kleding/linnengoed wassen)

60 min

1.7

Huishoudelijke spullen in orde houden

Veel voorkomende situaties

Tijd p/wk

1.4 + 1.5

Licht + zwaar

240 min

1.4 + 1.6

Licht + was

180 min

1.5 + 1.6

Zwaar + was

240 min

1.4 + 1.5 + 1.6

Licht + zwaar + was

300 min

1.2 + 1.4 + 1.5 + 1.6

Brood (7x) + licht + zwaar + was

405 min

5.3 Huishoudelijke ondersteuning voor een twee- of meerpersoonshuishouden

Nr.

Activiteiten

Tijd p/wk

1.1

Boodschappen doen voor het dagelijks leven

60 min

1.2

Broodmaaltijd bereiden (15 min per keer)

105 min

1.3

Warme maaltijd bereiden (30 min per keer)

210 min

1.4

Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen etc)

90 min

1.5

Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, w.c./badkamer reinigen)

180 min

1.6

De was doen (kleding/linnengoed wassen)

90 min

1.7

Huishoudelijke spullen in orde houden

Veel voorkomende situaties

Tijd p/wk

1.4 + 1.5

Licht + zwaar

270 min

1.4 + 1.6

Licht + was

180 min

1.5 + 1.6

Zwaar + was

270 min

1.4 + 1.5 + 1.6

Licht + zwaar + was

360 min

1.2 + 1.4 + 1.5 + 1.6

Brood (7x) + licht + zwaar + was

465 min

5.4 Huishoudelijke ondersteuning overige activiteiten alleenstaanden/twee- of meerpersoonsleefeenheden

Nr.

Activiteiten

Tijd p/wk

2.1

Anderen helpen in huis met zelfverzorging, tot maximaal 40 uur per week

Max. 40 u

2.2

Anderen helpen in huis bij bereiden maaltijd

105 min

2.3

Dagelijkse organisatie van het huishouden

30 min

3.1

Psychologische begeleiding

30 min

3.2

Advies, instructie, voorlichting, 30 min. Per keer, maximaal 6 weken 3 x per week

90 min

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 6 maart 2018

De secretaris,

A.J. van den Berg

De burgemeester,

M. Pijl