Regeling vervallen per 19-07-2016

Reglement Bestuurscommissie Planmatige Kavelruil

Geldend van 23-04-2016 t/m 18-07-2016

Intitulé

Reglement Bestuurscommissie Planmatige Kavelruil

Inhoud

Artikel 1, Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

- commissie: commissie als bedoeld in artikel 2;

- GS: Gedeputeerde Staten van Drenthe;

- Prolander: provinciale uitvoeringsorganisatie;

- Wilg: Wet inrichting landelijk gebied;

- Secretaris: medewerker van Prolander die fungeert als ambtelijk secretaris van de bestuurscommissie.

Artikel 2, Toepassing

Dit reglement is van toepassing op de door GS op grond van artikel 81 van de Provinciewet ingestelde Bestuurscommissie Planmatige kavelruil.

Artikel 3, Taak

1. De Bestuurscommissie Planmatige kavelruil (hierna te noemen de commissie) heeft als taak richting te geven aan de activiteiten op het gebied van (planmatige) kavelruil en het adviseren van GS over de prioriteiten.

2. De commissie dient criteria vast te stellen die aangeven in welke gevallen men de mogelijkheid wil hebben om tot wettelijke kavelruil over te gaan. Die criteria behoeven de goedkeuring van GS. Voor de uitvoering van wettelijke herverkavelingen krijgt de commissie de bevoegdheden die voortvloeien uit de artikelen 44 tot en met 47, 57, 64 tot en met 71, 72, 73, 75, 81, 83 en 84 van de Wilg.

3. GS kunnen ter zake van de uitoefening van de overgedragen bevoegdheden beleidsregels geven.

Artikel 4, Samenstelling

1. GS benoemen voor de commissie een onafhankelijk voorzitter.

2. De overige leden van de commissie worden door GS benoemd op voordracht van daartoe uitgenodigde, representatief geachte organisaties.

3. Op voordracht van Prolander voegen GS aan de commissie een secretaris toe.

4. GS kunnen aan de commissie een of meerdere adviserende leden toevoegen.

Artikel 5, Zittingsperiode

1. De leden van de commissie worden voor een periode van vijf jaar benoemd. Een lid kan na afloop van zijn zittingsperiode terstond, maar maximaal eenmaal worden herbenoemd. Bij zwaarwegende redenen kunnen GS ertoe besluiten om een lid voor een derde periode te herbenoemen.

2. Degene die in de commissie de plaats inneemt van een lid wiens zittingsduur nog niet verstreken was, heeft zitting tot het einde van die duur.

Artikel 6, Schorsing en beëindiging lidmaatschap

1. GS kunnen een lid van de commissie schorsen.

2. De periode van schorsing bedraagt maximaal zes maanden. Is na verloop van die tijd geen beslissing genomen omtrent opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.

3. Het lidmaatschap van de commissie eindigt op eigen verzoek van het betrokken lid of door:

a. het ontbinden van de commissie;

b. het eindigen van een periode waarvoor het lid is benoemd;

c. overlijden;

d. ontslag door GS.

Artikel 7, Besluitvorming

1. Voor zover geen consensus wordt bereikt, besluit de commissie bij meerderheid van stemmen.

2. Wanneer de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

3. De leden van de commissie stemmen zonder last.

4. Een lid van de commissie neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk aangaat, of waarbij hij als vertegenwoordiger persoonlijk betrokken is.

5. De commissie kan geen besluiten nemen, indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

6. De commissie heeft de mogelijkheid tot het instellen van een of meer (plaatselijke) kavelruiladviescommissies. Deze commissies hebben geen besluitvormende bevoegdheden. De bevoegdheden genoemd in artikel 3, tweede lid, kunnen niet aan deze commissies worden overgedragen.

7. Besluiten van de commissie worden vastgelegd in een besluitenlijst, die in de eerstvolgende vergadering van de commissie wordt vastgesteld.

Artikel 8, Werkwijze

1. De commissie vergadert zo dikwijls als door de voorzitter nodig wordt geoordeeld, alsmede wanneer ten minste twee leden van de commissie hierom schriftelijk vragen.

2. De secretaris draagt er zorg voor dat de uitnodigingen en agenda's, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag van de vergadering aan de leden worden toegezonden.

3. De secretaris zendt van elke vergadering de agenda met de onderliggende stukken ter kennisname aan GS.

4. De commissie vergadert in beginsel met gesloten deuren, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt dat de vergadering in het openbaar wordt gehouden.

5. GS worden door de voorzitter op de hoogte gesteld van het bestaan van stukken waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd en krijgen desgewenst daarin inzage.

Artikel 9, Planning

1. De commissie stelt jaarlijks een planning vast.

2. Deze planning wordt door Prolander opgenomen in de prestatieafspraak met GS.

3. De planning mag geacht worden te zijn goedgekeurd als over de prestatieafspraak overeenstemming tussen GS en Prolander is bereikt.

Artikel 10, Budget/financiële bepalingen

1. GS kennen aan Prolander, ten behoeve van de commissie, een budget voor proces- en uitvoeringskosten toe.

2. Deze budgettoewijzing wordt opgenomen in de prestatieafspraak tussen GS en Prolander.

3. De verantwoordelijkheid voor het budgetbeheer berust bij Prolander.

Artikel 11, Inlichtingen

1. Prolander rapporteert per kwartaal over de voortgang van de werkzaamheden van de commissie en over het budget.

2. Op verzoek verstrekt de commissie aan GS meer uitgebreide inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden.

Artikel 12, Taken secretaris

1. De secretaris van de commissie is behalve met de voorbereiding van de vergaderingen belast met de uitvoering van de besluiten van de commissie. Hij kan daartoe de nodige opdrachten verstrekken, zolang deze passen binnen de door de commissie vastgestelde planning en het beschikbaar gestelde budget.

2. De secretaris draagt zorg voor archiefvorming.

Artikel 13, Vergoeding

1. De voorzitter en leden van de commissie komen in aanmerking voor een vergoeding overeenkomstig de artikelen 34 en 35 van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden.

2. Leden van op grond van artikel 7, zesde lid, ingestelde kavelruiladviescommissies hebben overeenkomstig recht op een vergoeding.

Toelichting

1.     Inleiding

Per 1 januari 2007 is de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) in werking getreden.

Met ingang van die datum zijn in Drenthe een aantal landinrichtingsprojecten die gestart zijn onder de Landinrichtingswet, onder de Wilg komen te vallen.

Met de inwerkingtreding van de Wilg is de provincie verantwoordelijk, maar ook aansprakelijk geworden voor het gehele proces van voorbereiding en uitvoering van landinrichting.

2.     Bestuurscommissies

In de Wilg is opgenomen dat gedeputeerde staten (GS) op grond van de wet aan hen toekomende bevoegdheden kunnen delegeren aan een bestuurscommissie als bedoeld in artikel 81, eerste lid, van de Provinciewet. In Drenthe hebben we er voor gekozen om bestuurscommissies in te stellen voor de uitvoering van landinrichtingsprojecten. Bij de instelling moeten de taken, bevoegdheden, de samenstelling en werkwijze, daaronder begrepen de wijze waarop zij inzage hebben in de stukken waaromtrent door een bestuurscommissie geheimhouding is opgelegd, worden geregeld, zie hiervoor punt 3.

3.     Taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie

Wij hebben er in Drenthe voor gekozen om bestuurscommissies de bevoegdheid te geven om zelfstandig procedure-onderdelen van het herverkavelingsproces uit te voeren en zo nodig als procespartij op te treden. De wet sluit echter uit, dat de commissie zelfstandig overeenkomsten kan aangaan (bijv. ten aanzien van kavelaanvaardingswerken), een bestuurscommissie is geen rechtspersoon. Deze privaatrechtelijke bevoegdheden van het college van GS kunnen niet worden gedelegeerd. Zie hiervoor ook punt 4. Dit betekent dat voor de bestuursrechtelijke taken de bestuurscommissie bevoegd is om brieven etc. te ondertekenen. Voor de privaatrechtelijke overeenkomsten ondertekent Prolander de stukken namens GS. Dit neemt niet weg dat de bestuurscommissie wel een adviserende taak heeft t.a.v het aangaan van bv. overeenkomsten en aanbestedingen.

In het kader van de decentralisatie van rijkstaken heeft de provincie afgelopen jaren een nieuwe verantwoordelijkheid gekregen op het vlak van natuurontwikkeling. Dit brengt met zich mee dat de provincie op grotere schaal en actiever dan in het recente verleden gronden verwerft, verkoopt en beheert. Het te voeren beleid met betrekking tot grond is in een (concept) Nota Grondbeleid neergelegd. In deze nota wordt aangegeven op welke wijze de provincie Drenthe het te voeren grondbeleid vormgeeft, uitvoert en daarover verantwoording aflegt.

In vrijwel ieder landinrichtingsproject zal grondverwerving aan de orde zijn. Ten behoeve van bijvoorbeeld realisatie van het Natuur Netwerk Nederland (NNN), ten behoeve van het ruilproces, of ten behoeve van overige doelen.

In de (concept) Nota Grondbeleid worden de kaders aangegeven waarbinnen het grondbeleid wordt uitgevoerd. Deze kaders gelden ook voor de bestaande en nieuw in te stellen bestuurscommissies.

Voor ieder nieuw te starten (landinrichtings)project wordt een grondstrategieplan (GSP) opgesteld. Hierin wordt de verwervingsstrategie vastgelegd in samenspraak met de gebiedspartners.

De bestuurscommissies hebben geen eigenstandige bevoegdheid, maar een adviserende rol richting de provincie t.a.v. grondzaken.

4.     (Financiële) risico's van bestuurscommissies

Sinds de inwerkingtreding van de Wilg is de provincie partij bij mogelijke aansprakelijkheid op grond van overeenkomsten die worden aangegaan en schadeclaims voortvloeiende uit het herverkavelingsproces. Dit betekent dat de provincie - en dus niet de bestuurscommissie - partij is bij het sluiten van (privaatrechtelijke) overeenkomsten, aanbestedingen etc. die volgen op besluitvorming van de bestuurscommissie. Ook is GS - en niet de  bestuurscommissie - procespartij in civielrechtelijke procedures die niet voortvloeien uit de Wilg en kan GS (financieel) aansprakelijk worden gesteld. 

5.     Rol van Prolander

In Drenthe is het secretariaat van de bestuurscommissies sinds 1 maart 2015 belegd bij Prolander. GS stuurt Prolander aan via de jaarlijkse prestatieovereenkomst. Hierin staan per landinrichtingsproject de planning en het budget voor de proces- en uitvoeringskosten.

De bestuurscommissie stuurt Prolander aan t.a.v. de aan een bestuurscommissie gedelegeerde  taken en bevoegdheden.

Voordat een landinrichtingsplan wordt vastgesteld zorgt Prolander voor de financiële toezeggingen van de verschillende partners in het project. Prolander voert het financieel beheer van het plan en int de bijdragen van de partners ten behoeve van de uitvoering van het project. Prolander informeert de commissie regelmatig over de besteding en de uitputting van de financiën.