Regeling vervallen per 22-12-2023

Beleidsregel verlagen subsuidie POP

Geldend van 29-06-2016 t/m 21-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 25-05-2016

Intitulé

Beleidsregel verlagen subsuidie POP

Inhoud

Artikel 1

Deze beleidsregel is van toepassing op verstrekte subsidies op grond van de:

- hoofdstukken 5 en 7 van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Drenthe (PSAN);

- hoofdstuk 4 en de afdelingen 5.1.3 en 5.1.4. van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Drenthe 2015 (SVNL provincie Drenthe 2015);

- hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Drenthe 2016 (SVNL provincie Drenthe 2016);

- Verordening subsidies POP3 provincie Drenthe,

tenzij de wijze van verlaging rechtstreeks voortvloeit uit genoemde regelingen of de toepasselijke Europese regelgeving.

Artikel 2

Verwijzingen naar de Beleidsregels verlagen subsidie POP2 in de SVNL provincie Drenthe 2015 worden gelezen als verwijzingen naar de Beleidsregel verlagen subsidie POP.

Artikel 3

Gedeputeerde Staten verlagen de verstrekte subsidies, bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig de Beleidsregel verlagen subsidie POP van de staatssecretaris van Economische Zaken van 19 mei 2016, Staatscourant d.d. 24 mei 2016, Nr. 27007, en de toekomstige wijzigingen daarvan.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht tot 25 mei 2016.

Toelichting

Deze beleidsregels zijn van toepassing op zowel het grondgebonden deel als het niet-grondgebonden deel van het POP.

Het grondgebonden deel van het POP bestaat uit de hoofdstukken 5 en 7 van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Drenthe (PSAN), hoofdstuk 4 en de afdelingen 5.1.3 en 5.1.4. van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Drenthe 2015 (SVNL provincie Drenthe 2015) en hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Drenthe 2016 (SVNL provincie Drenthe 2016).

Het niet-grondgebonden deel van het POP bestaat uit de Verordening subsidies POP3 provincie Drenthe.

Indien er bij de uitvoering van een project waarvoor een POP-subsidie is verleend een onregelmatigheid optreedt (er is bijvoorbeeld niet voldaan aan een verplichting of er worden niet-subsidiabele kosten opgevoerd bij een betalingsaanvraag), kan ertoe worden overgegaan de subsidieverkrijger daarvoor een correctie of sanctie (verlaging van de subsidie) op te leggen.

Een correctie betekent dat een betalingsaanvraag wordt verminderd met het bedrag van de subsidiabele kosten waarvoor geen subsidie wordt gegeven, omdat die kosten niet vergoed kunnen worden. Zo zou er in een betalingsaanvraag sprake kunnen zijn van kosten die op grond van de EU-regelgeving, de subsidieregeling of de beschikking tot subsidieverlening niet subsidiabel zijn. Maar ook als er sprake is van bijvoorbeeld een fout in de door de subsidieontvanger uitgevoerde aanbestedingsprocedure, kunnen de kosten die betrekking hebben op de aanbestedingsplichtige activiteit niet of niet geheel vergoed worden. Dergelijke verlagingen zijn correcties van betalingsaanvragen.

Indien de correctie die moet worden doorgevoerd bij een betalingsaanvraag groot is, dan dient er op grond van EU-voorschriften een sanctie te worden opgelegd. Indien de aangevraagde betaling meer dan 10% hoger is dan het bedrag dat uiteindelijk subsidiabel gesteld kan worden, dan vindt er een extra verlaging van de betaling plaats met het verschil tussen de aangevraagde en de berekende vergoeding.

Er zijn ook onregelmatigheden die niet samenhangen met onjuistheden in een ingediende betalings-aanvraag. Zo kan een subsidieontvanger nalaten een verplichting na te leven, bijvoorbeeld de verplichting tot het indienen van een jaarlijks voortgangsverslag. In die gevallen wordt er, los van de betalingsaanvraag, een sanctie opgelegd (verlaging van de subsidie). Die sanctie betreft dan in het algemeen een verlaging van de toegekende subsidie met een bepaald percentage of een bepaald bedrag. De hoogte van de sanctie is afhankelijk van de ernst van de onregelmatigheid en van de vraag of dezelfde onregelmatigheid al eens eerder is voorgekomen bij dezelfde subsidieverkrijger. In geval van herhaling wordt een zwaardere sanctie opgelegd.

De hoogte van de correctie of sanctie wordt bepaald op basis van de beleidsregels verlagen subsidie POP van de staatssecretaris van Economische Zaken. Op grond van de EU-regelgeving dient de lidstaat één sanctiebeleid te hebben dat voldoende afschrikwekkend is. Het is dus niet mogelijk dat de provincies verschillende hoogten van de correcties of sancties hanteren. Zodoende worden landelijk de beleidsregels van de staatssecretaris van Economische Zaken gehanteerd.