Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen voor hydrologische maatregelen PAS

Artikel 1 Openstelling en subsidieplafond

1. De niet-productieve investeringen voor hydrologische maatregelen PAS, zoals opgenomen in hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de Verordening, worden voor de periode van 1 september 2016 tot en met 31 oktober 2016 opengesteld voor het indienen van aanvragen.

2. Het subsidieplafond voor het indienen van aanvragen wordt vastgesteld op €5,65miljoen, waarvan €2,825miljoen uit provinciale middelen bestaat en €2,825miljoen uit ELFPO-middelen.

Artikel 2 Definities

In aanvulling op de definities in de Verordening onder 1.1, wordt in dit besluit verstaan onder:

1. de Verordening: de Verordening Subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (Verordening POP3-subsidies provincie Drenthe);

2. PAS: Programmatische aanpak stikstof 2015-2021. Om te voldoen aan de EU-richtlijnen moet de neerslag van stikstof in Natura 2000-gebieden omlaag. De PAS-maatregelen dragen hieraan bij. Het programma is te lezen op http://pas.natura2000.nl/pages/pas_vastgesteld.aspx ;

3. N2000: Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In deze openstelling gaat het om alle N2000-gebieden Bargerveen, Drents-Friese Wold, Drentsche Aa, Drouwenerzand, Dwingelderveld, Elperstroom, Fochteloërveen, Holtingerveld, Mantingerbos, Mantingerzand, Norgerholt en Witterveld. De begrenzing van deze gebieden is te vinden op: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=actualiteitaanwijzingen;

4. gebiedsanalyse: per N2000-gebied is een gebiedsanalyse geschreven waarin wordt aangegeven welke gebiedsspecifieke herstelmaatregelen in het kader van PAS moeten worden uitgevoerd. De analyses van de N2000-gebieden genoemd onder 3 zijn te vinden op http://pas.natura2000.nl/pages/gebiedsanalyses_15-12-2015.aspx.

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

1. Subsidie kan worden verstrekt voor niet-productieve hydrologische maatregelen PAS wanneer:

a. de maatregelen worden uitgevoerd in een of meerdere van de N2000-gebieden, genoemd in artikel 2, onder 3;

b. de maatregelen bij het desbetreffende gebied passen, zoals voorgeschreven in de gebiedsanalyses van het gebied.

2. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor maatregelen zoals bedoeld in het eerste lid, met een directe link met de landbouw.

Artikel 4 Aanvrager

Subsidie kan worden verstrekt aan alle in artikel 2.5.2 uit de Verordening genoemde partijen.

Artikel 5 Aanvraag

De aanvraag wordt ingediend op de wijze zoals in de Verordening, artikel 1.7, is vastgesteld.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.12 maar in afwijking van artikel 2.5.3 in de Verordening wordt subsidie alleen  verstrekt voor:

a. de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen;

b. de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

c. de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

d. de kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied;

e. de kosten van haalbaarheidsstudies;

f. niet-verrekenbare of niet-compensabele btw;

g. personeelskosten.

Artikel 7 Hoogte subsidie

1. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten;

2. Geen subsidie wordt verstrekt indien de subsidiabele kosten lager zijn dan €250.000,--.

Artikel 8 Selectiecriteria, weging en selectie

1. In Bijlage 1 staan selectiecriteria en de weging van die criteria.

a. Na sluiting van de openstellingstermijn zullen alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, op een prioriteitenlijst worden gerangschikt, als bedoeld in de artikelen 1.15 en 2.5.5. van de Verordening.

b. De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat, na toetsing aan deze criteria, wordt behaald.

c. De aanvragen worden gehonoreerd op volgorde van de prioriteitenlijst.

d. Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt door middel van loting bepaald welke van deze aanvragen als eerste wordt gehonoreerd.

2. Gedeputeerde Staten stellen een ambtelijke Adviescommissie POP3 in voor de bovengenoemde beoordeling en rangschikking van aanvragen.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Verordening wordt subsidie mede geweigerd indien de aanvraag bij de weging op de selectiecriteria minder dan 14 punten scoort.

Artikel 10 Verplichtingen aanvrager

In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening kan één keer per jaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Toelichting

Artikel 1 Openstelling

Aanleiding voor het PAS 2015-2021 is dat er in veel N2000-gebieden een overbelasting aan stikstofdepositie is. Deze overbelasting schaadt de stikstofgevoelige habitattypen en soorten, waardoor vergunningsaanvragen voor activiteiten die stikstofemissie veroorzaken in en nabij N2000-gebieden worden afgewezen. Maatregelen die de effecten van stikstofdepositie aanpakken, kunnen leiden tot het herstel van de natuur. Dit heeft als gevolg dat uitbreiding van economische activiteiten weer kan worden toegestaan.

In dit besluit worden niet-productieve investeringen voor hydrologische maatregelen PAS opengesteld door de provincie Drenthe. Projecten dienen zich te richten op de doelen zoals die beschreven staan in het PAS 2015-2021. Niet-productieve investeringen zijn investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben.

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

Projecten kunnen subsidie aanvragen voor niet-productieve activiteiten die de effecten van stikstof verminderen binnen alle N2000-gebieden: Bargerveen, Drents-Friese Wold, Drentsche Aa, Drouwenerzand, Dwingelderveld, Elperstroom, Fochteloërveen, Holtingerveld, Mantingerbos, Mantingerzand, Norgerholt en Witterveld. In deze gebieden is er sprake van habitattypen of leefgebieden van soorten die gevoelig zijn voor de effecten van stikstofdepositie. De N2000-gebieden Zuidlaardermeer en Leekstermeer zijn niet meegenomen, omdat hier geen sprake is van een stikstofprobleem.  

Delen van Drents-Friese Wold en Fochteloërveen bevinden zich in Fryslân, maar omdat het grootste deel in Drenthe ligt, vallen deze gebieden geheel onder deze openstelling. Subsidies kunnen in deze openstelling dus ook toegewezen worden aan activiteiten die in de Friese delen van deze gebieden worden uitgevoerd. De activiteiten worden integraal voor dit gebied uitgevoerd en daarmee komen de activiteiten of de  resultaten ervan aantoonbaar ten goede aan ingezetenen van de provincie Drenthe of dienen de activiteiten of resultaten daarvan aantoonbaar op enigerlei wijze het belang van de provincie Drenthe.

Onder 3.2: "Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor niet-productieve investeringen als bedoeld in het eerste lid, met een directe link met de landbouw" wordt verstaan dat de investeringen gaan bijdragen aan het verminderen van de effecten van stikstofdepositie en zo zullen compenseren voor de uitstoot van de landbouw. Daarnaast biedt versterking van natuur, landschap en biodiversiteit de mogelijkheid om economische ontwikkeling op het landbouwbedrijf niet extra te belemmeren.

Artikel 7 Hoogte subsidie

In artikel 7 is als ondergrens opgenomen dat geen subsidie wordt verstrekt indien de subsidiabele kosten lager zijn dan € 250.000,--. De ondergrens is opgenomen, omdat de provincie Drenthe streeft naar grote en robuuste projecten, die kosteneffectief kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 8 Selectiecriteria, weging en selectie

De adviescommissie zal worden samengesteld uit twee deskundigen van de provincie Groningen, twee van de provincie Drenthe en twee van de provincie Fryslân. Dit moet een onafhankelijke, gelijke en transparante behandeling van de aanvragen garanderen.

Artikel 9 Weigeringsgronden

In artikel 1.8 van de Verordening is bepaald dat subsidie mede geweigerd wordt indien de aanvraag bij de weging op de selectiecriteria minder dan 55% van het maximaal te behalen aantal punten scoort. Aanvragen moeten dus minstens 14 van de in totaal 24 punten behalen.

Bijlage 1 Selectiecriteria

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 8 ten minste de volgende criteria.

Selectiecriterium        

1.         Kosteneffectiviteit

Hier wordt gekeken naar de totale proces- en procedurekosten per directe investering, bijvoorbeeld het percentage overhead en slimme combinaties van uit te voeren werkzaamheden in het gebied.

2.         Bijdrage aan beleidsdoelstelling

Hier wordt gekeken naar de mate waarin de activiteit bijdraagt aan een of meerdere doelen zoals genoemd in het PAS, de maatregelen die voorkomen in een of meerdere van de N2000-gebieden en de maatregelen zoals voorgeschreven in de gebiedsanalyses van het gebied.

3.         Kans op succes

Hier wordt gekeken naar de snelheid waarmee het project (kan) word(t)(en) uitgevoerd en de prioritering in de projectsheets van de PAS-maatregelen in dat gebied.