Regeling vervallen per 31-12-2020

Uitvoeringsregeling subsidieverlening incidentele projecten Cultuurnota De Verbeelding van Drenthe 2017-2020

Geldend van 01-11-2016 t/m 30-12-2020

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidieverlening incidentele projecten Cultuurnota De Verbeelding van Drenthe 2017-2020

Inhoud

Artikel 1    Doelstellingen

De provincie streeft naar het behalen van de volgende doelstellingen:

A. Cultuur en Erfgoed: het vertellen en zichtbaar maken van het verhaal van Drenthe en het zoeken naar nieuwe manieren om dat verhaal te vertellen;

B. Cultuur en Maatschappij: een sociaal-cultureel klimaat waarin toonaangevende kunst- en cultuuruitingen een plek hebben en waar mensen aan mee kunnen doen.

Artikel 2    Subsidiabele activiteiten

Binnen de categorie Cultuur en Erfgoed kan voor de volgende initiatieven subsidie worden verleend:

1. Cultuurhistorie/Verhaal van Drenthe: projecten die de historie/het verhaal van Drenthe op innovatieve wijze ontsluiten en/of gebruikmaken van moderne (interactieve) methoden en op die manier meer mensen bij de geschiedenis van Drenthe betrekken;

2. Streektaal: projecten die op innovatieve wijze het imago van de streektaal verbeteren, gebruikmaken van moderne (interactieve) methoden en media en/of jongeren aantoonbaar bij de streektaal betrekken.

Binnen de categorie Cultuur en Maatschappij, onderdeel Kunsten, kan voor de volgende initiatieven subsidie worden verleend:

3. Festivals: festivals en manifestaties in een van de kunstdisciplines met een duidelijk bovenlokale uitstraling en bereik (minimaal 1.500 bezoekers) die bijdragen aan de vrijetijdseconomie van Drenthe. Er dient sprake te zijn van cofinanciering door de gemeente waar het desbetreffende festival/evenement plaatsvindt. Daarnaast is (financieel) draagvlak van bedrijfsleven en/of particulieren een belangrijk element binnen aanvragen;

4. Professionele Podiumkunsten: projecten die op incidentele basis zorgen voor een kwalitatief hoogstaand en vernieuwend professioneel aanbod in Drenthe;

5. Beeldende Kunst en het Landschap: innovatieve professionele projecten met minimaal een provinciale uitstraling waarbij verbinding wordt gelegd tussen natuur, landschap en kunst;

6. Talentontwikkeling: initiatieven die op projectbasis op zijn minst een provinciaal platform bieden voor de ontwikkeling van talent in de uitvoerende kunsten onder begeleiding van professionals;

7. Participatie: provinciebrede kunst-, cultuur- en erfgoedprojecten waarin doelgroepen of specifieke gebieden met een lage participatiegraad op een nieuwe manier aantoonbaar actief worden bereikt, zoals ouderen, jonge kinderen (buitenschools) en jongeren.

Artikel 3    Doelgroep

Subsidies worden alleen verstrekt aan aanvragers die rechtspersoonlijkheid bezitten. Indien de subsidie € 200.000,-- of meer bedraagt, wordt van de aanvrager verwacht dat hij voldoet aan de eisen van 'cultural governance'.

Artikel 4    Aanvraag

1. Subsidie kan aangevraagd worden voor een incidentele activiteit of project.

2. Aanvragen moeten worden ingediend op een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier en gaan vergezeld van:

a. een activiteitenplan (inclusief planning en communicatieplan);

b. een gespecificeerde begroting inclusief dekkingsplan.

Artikel 5    Weigeringsgronden

Subsidie wordt in elk geval geweigerd indien:

a. de voorgenomen activiteiten tot het/de reguliere werk/taken van de aanvrager of andere, al dan niet door de provincie gesubsidieerde instellingen behoren;

b. de te verstrekken subsidie minder zou bedragen dan € 2.500,-- (dit in afwijking van de Algemene Subsidieverordening (ASV));

c. de activiteiten in onvoldoende mate een inhoudelijke culturele of educatieve component hebben;

d. projecten, activiteiten en programma's niet op bovengemeentelijke of (boven)provinciale schaal worden uitgevoerd en/of geen duidelijk bovengemeentelijke of (boven)provinciale uitstraling hebben;

e. uit de subsidieaanvraag blijkt dat subsidie voor de uitvoering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt gevraagd niet nodig is.

Artikel 6    Toetsingscriteria

1. Gedeputeerde Staten kunnen alvorens een besluit te nemen op de aanvraag de aanvraag voor advies voorleggen aan de door hen ingestelde externe Adviescommissie Cultuur of andere door hen aan te wijzen deskundigen.

2. Aanvragen voor subsidies ten bedrage van € 20.000,-- en hoger worden in beginsel voorgelegd aan de adviescommissie als bedoeld in het eerste lid.

3. Aanvragen voor nieuwe initiatieven en/of voor nieuwe activiteiten, maar die minder dan € 20.000,-- bedragen, kunnen worden voorgelegd, als een (artistiek) kwaliteitsoordeel van doorslaggevend belang is.

4. De commissie als bedoeld in het eerste lid adviseert op grond van de toetsingscriteria zoals genoemd in dit uitvoeringsbesluit.

Toetsingscriteria/Toelichting

Kwaliteit

Er moet sprake zijn van inhoudelijke kwaliteit. De kwaliteit kunnen wij bijvoorbeeld toetsen aan de hand van:

- de (artistieke) visie (inhoudelijke samenhang, authenticiteit, originaliteit, etc.)

- ervaringen met eerdere projecten/producten van betrokkenen

- voorbeeldmateriaal, een regieconcept, manuscript, schetsontwerpen, etc.

Bereik (geografisch en sociaal)

Het bereik toetsen wij aan:

- het geografisch gebied waarop de activiteit zich richt: de activiteiten moeten een bovenlokaal bereik hebben over meerdere gemeenten of regio's binnen de provincie Drenthe;

- het aantal te bereiken bezoekers, deelnemers of leerlingen;

- achtergrond, samenstelling van publiek/deelnemers/afnemers.

Vernieuwing van het cultuuraanbod

De aanvraag dient blijk te geven van:

- onderscheidend naar inhoud, opzet en door een uitzonderlijk of voorbeeldstellend karakter;

- activiteiten en projecten op provinciale schaal die aanvullend zijn op het bestaande aanbod in Drenthe.

Cultureel ondernemerschap

- Bij projecten/activiteiten waarvoor goed eigen inkomsten kunnen worden gegenereerd (met name festivals, evenementen, podiumkunsten) hanteren wij de regel dat er voor eenzelfde/vergelijkbare activiteit/evenement maximaal twee keer eenzelfde subsidiebedrag wordt toegekend. Daarna moet er een daling in de provinciale bijdrage te zien zijn.

- Van de deelnemers dan wel afnemers wordt een redelijke bijdrage dan wel vergoeding gevraagd.

- Er wordt inzet gepleegd om andere financiers dan de overheid te vinden.

- Er is aantoonbaar dan wel aannemelijk te maken draagvlak voor de activiteiten.

- Er wordt indien mogelijk slim gebruik gemaakt van bestaande voorzieningen en kennis en er wordt gezocht naar logische partners die versterkend zijn voor het project.

PR & marketing

De aanvraag dient blijk te geven van:

- een doordachte en realistische publieksbenadering. Dit komt tot uiting in een concreet PR-plan;

- aansluiting van methode(s) bij de gekozen doelgroep(en), waar aan de orde met inzet van sociale media.

Artikel 7    Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn de voor het initiatief noodzakelijke kosten die aantoonbaar rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het uit te voeren project.

Artikel 8    Niet-subsidiabele kosten

1. Kosten voor het opbouwen van reserve/eigen vermogen.

2. Kosten voor uren van instellingen die een subsidie per boekjaar ontvangen en die reeds in deze subsidie per boekjaar gefinancierd zijn.

3. BTW voor zover aftrekbaar of te verrekenen.

4. Kosten ten behoeve van investeringen in accommodaties en aanschaf van apparatuur in accommodaties.

Artikel 9    Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabel geachte kosten.

Artikel 10  Verdeelsystematiek

1. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad zijn aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling van het subsidieplafond de datum waarop de aanvraag compleet en te beoordelen is, als datum van ontvangst.

3. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 11 Afwijkingsbevoegdheid

In naar hun oordeel bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van het bepaalde in dit uitvoeringsbesluit.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze uitvoeringsregeling treedt in werking op 1 november 2016 en vervalt van rechtswege op 31 december 2020.

2. Op de voor 31 december 2020 verstrekte subsidies die nog niet voor die datum zijn vastgesteld, blijft deze uitvoeringsregeling van toepassing.

3. Deze uitvoeringsregeling kan worden aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidieverlening incidentele projecten Cultuurnota 2017-2020.