Subsidieregeling Uitvoeringsbijdrage Duurzaam Presterende Melkveehouders provincie Drenthe

Geldend van 21-05-2019 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Uitvoeringsbijdrage Duurzaam Presterende Melkveehouders provincie Drenthe

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 18 december 208, kenmerk 5.16/2018002943, team Natuur en Water, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Subsidieregeling Uitvoeringsbijdrage Duurzaam Presterende Melkveehouders provincie Drenthe

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

gelet op:

  • de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017; en

  • de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat:

het wenselijk is dat er een subsidieregeling is waarmee de verduurzaming van de melkveehouderij kan worden gestimuleerd;

BESLUITEN:

Subsidieregeling Uitvoeringsbijdrage Duurzaam Presterende Melkveehouders provincie Drenthe vast te stellen.

Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2019.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Uitgegeven 21 december 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2017;

  • b.

    duurzaamheidsplan: een plan op maat conform het via www.duurzamemelkveehouderijdrenthe.nl verstrekte format dat inzicht verstrekt over de duurzaamheidssituatie van het bedrijf waarvoor het is opgesteld en dat adviezen bevat over hoe een melkveehouder kan verduurzamen in de bedrijfsvoering, mede door gebruikmaking van de KringloopWijzer;

  • c.

    externe adviesdienst: organisatie die beschikt over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel, alsmede over ervaring op het gebied van adviesverstrekking of voorlichting en scholing, en die betrouwbaar is gebleken op de gebieden waarover zij advies verstrekt;

  • d.

    KringloopWijzer: kringloopwijzer ZuivelNL/Centrale database, te vinden op https://www.mijnkringloopwijzer.nl/.

  • e.

    landbouw de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU 2013, L352/9);

  • f.

    melkveehouder: onderneming die activiteiten verricht met SBI-code 01.41 of 01.41.1 (respectievelijk fokken en houden van melkvee of houden van melkvee) blijkend uit inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

  • g.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel melkveehouders de mogelijkheid te bieden om extern advies of voorlichting/scholing in te winnen over een specifiek onderwerp uit een eerder opgesteld duurzaamheidsplan op het gebied van emissies van fosfaat, stikstof, ammoniak en broeikasgassen door het sluiten van de kringlopen en/of het toepassen van weidegang. Daardoor wordt bijgedragen aan de doelstellingen van de provincie Drenthe om de Drentse melkveehouderij via hun bedrijfsvoering duurzame reducties te laten behalen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt voor het laten opstellen van een advies of het verkrijgen van voorlichting/scholing, gegeven door een externe adviesdienst, waarbij het advies of de voorlichting/scholing aansluiting heeft op hetgeen in het duurzaamheidsplan is benoemd.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt aangevraagd door melkveehouders die een door de provincie Drenthe in de periode 2018 en 2019 bekostigd duurzaamheidsplan hebben laten opstellen waarin adviezen staan om de doelen zoals genoemd in artikel 2 te bewerkstelligen.

Artikel 5 Aanvraagperiode

Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 februari 2019 tot en met 31 december 2022.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend via het SNN, door middel van een aanvraagformulier zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Bij de aanvraag dienen in ieder geval de volgende documenten te worden bijgevoegd:

    • a.

      een korte beschrijving van de activiteiten op het gebied van advies en voorlichting/scholing die hebben plaatsgevonden;

    • b.

      facturen de activiteiten die hebben plaatsgevonden;

    • c.

      een ingevulde Landbouw de-minimisverklaring.

Artikel 7 Toetsingscriteria

  • 1.

    Het advies of de voorlichting/scholing richt zich op een nadere verdieping op een onderwerp zoals benoemd in het eerder opgestelde duurzaamheidsplan van de melkveehouderij.

  • 2.

    De externe adviesdienst die is ingeschakeld voor advies of voorlichting/scholing:

    • a.

      beschikt over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel;

    • b.

      heeft ervaring op het gebied van adviesverstrekking of voorlichting/scholing;

    • c.

      is betrouwbaar gebleken op het gebied van verduurzaming van de landbouw.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor het inwinnen van het advies

    • b.

      kosten voor het bijwonen van een voorlichtings- of scholingsbijeenkomst

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op de niet subsidiabele kosten op grond van de Awb en Asv komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    eigen arbeidsuren die de subsidieaanvrager benut voor het indienen van een subsidieaanvraag;

  • b.

    eigen arbeidsuren die de aanvrager benut voor het verkrijgen van het advies of voorlichting/scholing.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een subsidie op grond van deze regeling wordt geweigerd indien:

    • a.

      de subsidieaanvrager haar bedrijfsactiviteiten in het kader van de melkveehouderij niet uitvoert in de provincie Drenthe;

    • b.

      er vóór inwerkingtreding van deze subsidieregeling financiële verplichtingen zijn aangegaan;

    • c.

      er al subsidie aan de subsidieontvanger is verleend op grond van deze regeling.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de kosten van de activiteiten zoals omschreven in de aanvraag.

  • 2.

    Per subsidieaanvrager kan maximaal € 1.500,-- subsidie worden verleend.

  • 3.

    De subsidieaanvrager draagt zelf minimaal € 300,-- bij aan de kosten van de activiteiten.

Artikel 12 Verlening en vaststelling

De subsidie wordt conform de artikelen 3.5, lid 1, aanhef en onder a, en 2.9, lid 1, van de Asv direct vastgesteld en in één keer uitbetaald.

Artikel 13 Staatssteun

Subsidie wordt slechts verleend met toepassing van de Landbouw de-minimisverordening.

Artikel 14 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de gehele regeling is gesteld op € 375.000,--

Artikel 15 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 februari 2019 en vervalt op 1 januari 2023.

Toelichting

Algemeen

Deze regeling is bedoeld om de tweehonderdvijftig Drentse melkveehouderijen die in de periode van duurzaamheidsplan hebben laten opstellen, een extra financiële bijdrage te geven om verder advies of voorlichting/scholing te krijgen op bepaalde aspecten van het duurzaamheidsplan. Door middel van het duurzaamheidsplan wordt de individuele veehouder inzicht geboden op welke wijze hij zijn bedrijfsvoering op een meer duurzame wijze vorm kan geven en hoe hij zijn milieubelasting kan reduceren. De melkveehouder is er vrij in om dit op meerdere momenten in te kopen. De aanvraag voor subsidie gebeurt achteraf, en kan een opsomming betreffen van meerdere adviezen en voorlichtingen of scholingen die de melkveehouder heeft ontvangen mits geënt op het duurzaamheidsplan. Elke veehouder mag slechts eenmaal subsidie aanvragen voor deze regeling en kan maximaal € 1.500,-- vergoed krijgen. De melkveehouder betaalt een eigen bijdrage van € 300,--.

Om maximaal gebruikt te maken van deze regeling is het verstandig om de aanvraag uit te stellen tot een bedrag van € 1.800,-- aan advies, voorlichting en/of scholing is uitgegeven. Daarbij dient wel de sluitingsdatum van de regeling van 1 januari 2023 in het oog te worden gehouden. Nadeel van wachten met het indienen van de aanvraag is dat de veehouder de kosten moet voorschieten.

Voor elk van de tweehonderdvijftig melkveehouderijen is een bedrag van € 1.500,-- gereserveerd.

Artikel 3

De subsidiabele activiteiten betreffen nader advies of voorlichting/scholing over onderwerpen uit het eerder opgestelde duurzaamheidsplan. De aanvraag mag ook een mix van advies en voorlichting/scholing betreffen. Dit houdt in dat de melkveehouder zowel een externe adviesdienst kan inzetten voor bijvoorbeeld een nader rapport over een bepaald onderwerp uit het duurzaamheidsplan als een voorlichtings- of scholingsbijeenkomsten kan bijwonen die over bepaalde onderwerpen uit het duurzaamheidsplan gaan.

Artikel 4

Alleen melkveehouderijen die eerder een duurzaamheidsplan hebben laten opstellen dat is bekostigd door de provincie Drenthe komen in aanmerking voor deze subsidie. Het maakt daarbij niet uit of het duurzaamheidsplan is opgesteld vanuit de Subsidieregeling 200 Duurzaamheidsplannen Melkveehouderij Drenthe, of dat de melkveehouderij tot de groep van 50 melkveehouderij behoort waarvoor in het kader van de pilot duurzaamheidsplannen zijn gemaakt.

Artikel 6

De aanvraag wordt ingediend bij het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Het SNN voert deze regeling uit.

De aanvraag tot subsidie wordt gedaan nádat de activiteiten rondom advies en/of voorlichting/scholing hebben plaatsgevonden. De aanvraag beschrijft welke activiteiten hebben plaatsgevonden. Daarbij worden ook de facturen meegestuurd waaruit blijkt dat deze activiteiten hebben plaatsgevonden.

Artikel 10

Deze regeling is alleen bedoeld voor melkveehouders die hun werkzaamheden uitvoeren in de provincie Drenthe. Daarnaast mogen er nog geen verplichtingen zijn aangegaan vóór inwerkingtreding van deze regeling. De aanvraag tot subsidie wordt nádat de activiteiten hebben plaatsgevonden ingediend, maar deze activiteiten moeten dus wel binnen de spanwijdte van deze regeling hebben plaatsgevonden. Ook mag een subsidie slechts eenmaal worden aangevraagd. De aanvraag kan echter wel meerdere activiteiten van advies en voorlichting/scholing omvatten.

Artikel 11

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 1.500,-- per aanvraag. De aanvraag kan wel meerdere activiteiten omtrent advies en voorlichting/scholing omvatten. De melkveehouder betaalt een eigen bijdrage van € 300,--.

Artikel 13

Bij verlening van subsidies op grond van deze regeling is er sprake van staatssteun. Door toepassing van de Landbouw De-minimisverordening kan de steun toch staatssteunproof worden verleend. Hiervoor is het noodzakelijk dat de subsidieaanvrager een Landbouw De-minimisverklaring meestuurt.

Ondertekening