Regeling vervallen per 31-12-2021

Subsidieregeling groene bewonersinitiatieven Drenthe

Geldend van 01-03-2019 t/m 30-12-2021

Intitulé

Subsidieregeling groene bewonersinitiatieven Drenthe

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 26 februari 2019, kenmerk 4.3/2019000516, team Natuur en Water, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Subsidieregeling groene bewonersinitiatieven

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en op artikel 1.3, van de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

overwegende dat met de Subsidieregeling groene bewonersinitiatieven gedeeltelijk uitvoering wordt gegeven aan de Motie Boerenlandvlinders (M2017-15, 7 juni 2017);

BESLUITEN:

de Subsidieregeling groene bewonersinitiatieven vast te stellen.

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2019 en vervalt op 31 december 2021.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Uitgegeven: 28 februari 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • b.

    biodiversiteit: totaalpakket aan levende organismen en systemen en de interacties daartussen;

  • c.

    Natuurnetwerk Nederland: Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk verbindt natuurgebieden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied;

  • d.

    terreineigenaar: eigenaar van het perceel waarop de activiteiten met betrekking tot het versterken van de biodiversiteit plaatsvinden. Dit kan zijn een gemeente, een terreinbeherende organisatie, een natuurlijk persoon, een privaatrechtelijke rechtspersoon enzovoort.

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel om de biodiversiteit in het openbaar gebied te versterken, door het stimuleren en ondersteunen van kleine projecten van bewoners in Drenthe gericht op bevordering van de biodiversiteit in de eigen buurt.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen een projectsubsidie verstrekken in de vorm van een geldbedrag voor initiatieven die bijdragen aan een gunstige staat van de natuur of het landschap binnen de provincie Drenthe, zoals:

  • a.

    het herstellen van landschapselementen ter bevordering van het voorkomen van vlinders, wilde bijen of andere insecten;

  • b.

    de aanleg van bloem- en kruidenrijke vegetaties ter bevordering van het voorkomen van vlinders, wilde bijen of andere insecten;

  • c.

    zaai- (bloemen- en kruidenmengsels) en plantgoed die aantrekkelijk zijn voor insecten als vlinders, bijen etc.;

  • d.

    kleine (schuil)voorzieningen voor dieren, zoals bijenhotels, vogel- en vleermuiskasten;

  • e.

    andere initiatieven.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan een groepje buurtbewoners of lokale natuurwerkgroepen, waarbij voor beide groepen geldt dat deze bestaan uit minimaal drie personen van verschillende adressen, die zich inzetten voor natuur, groen of landschap in hun eigen buurt.

Artikel 5 Aanvraagperiode

Een aanvraag voor subsidie kan gedurende de looptijd (2019, 2020 en 2021) van de regeling worden ingediend.

Artikel 6 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van:

  • a.

    een beschrijving van het initiatief (projectplan) met bijbehorend beheerplan/instandhoudingsplan voor het komende jaar;

  • b.

    een begroting, gestaafd met offerte(s);

  • c.

    in geval van een samenwerking van buurtbewoners: een schriftelijk document waarin de samenwerking is beschreven en waarin een penvoerder wordt aangewezen. De verklaring dient te zijn ondertekend door alle vertegenwoordigde deelnemers;

  • d.

    een schriftelijke toestemming van de eigenaar van het perceel waarop de activiteit plaatsvindt.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Een subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de subsidie alleen voor persoonlijke doeleinden aangevraagd wordt;

  • b.

    het perceel waarop het initiatief plaatsvindt, niet het hele jaar door openbaar toegankelijk is;

  • c.

    de locatie waarvoor subsidie wordt aangevraagd binnen het Natuurnetwerk Nederland valt;

  • d.

    het project al gerealiseerd, dan wel gestart is, voordat de subsidie aangevraagd is;

  • e.

    er voor het project geen schriftelijke toestemming van de terreineigenaar is;

  • f.

    de aanvrager (of deelnemer) al eerder dat jaar een subsidie op basis van deze regeling heeft ontvangen;

  • g.

    het project een directe relatie heeft met een al eerder gesubsidieerd project op grond van deze subsidieregeling;

  • h.

    er geen dekkende begroting is als de kosten van het project hoger zijn dan de maximale subsidie;

  • i.

    de activiteit betrekking heeft op sier- en groenteteelt.

Artikel 8 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    er moet sprake zijn van een project met biodiversiteitversterkende maatregelen (bijvoorbeeld pootgoed, aanlegkosten natuurmaatregelen, vogelhuisjes, insectenhotels etc.);

  • b.

    het project is duurzaam, zichtbaar en tastbaar aanwezig op openbaar terrein;

  • c.

    de aanvragers voeren het project (grotendeels) zelf uit;

  • d.

    over het beheer en onderhoud zijn afspraken gemaakt met de terreineigenaar;

  • e.

    het project is niet strijdig met het beleid van provincie, gemeente en waterschap;

  • f.

    er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen toegepast;

  • g.

    het project is een initiatief vanuit de samenleving (bottom-up).

Artikel 9 Subsidiabele kosten

De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    aanschafkosten voor bloemen- en kruidenmengsels;

  • b.

    aanschafkosten voor plantmateriaal;

  • c.

    aanschafkosten voor kleine (schuil)voorzieningen voor dieren of materiaal daarvoor;

  • d.

    kosten voor het huren van materieel (zoals gereedschap);

  • e.

    kosten voor het inhuren van specialisten of het inzetten van specialistisch materieel/werktuigen;

  • f.

    kosten die aantoonbaar door derden worden gemaakt.

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor de aanschaf van materieel (zoals gereedschap);

  • b.

    loon- of arbeidskosten van vrijwilligers;

  • c.

    kosten die gemaakt worden ten behoeve van beheermaatregelen;

  • d.

    kosten voor het (laten) maken van een beheerplan;

  • e.

    kosten voor het aanschaffen, plaatsen of aanleggen van infra/hekwerken/tuinmeubilair;

  • f.

    kosten die in de begroting van de desbetreffende activiteit worden aangeduid als onvoorziene of overige kosten;

  • g.

    kosten voor de aanschaf van voorzieningen om dieren (in) te houden.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 1.000,-- en een maximum van € 4.000,-- per aanvraag.

  • 2.

    Stapeling met subsidies afkomstig van andere subsidieregelingen is toegestaan.

Artikel 12 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 13 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.

Artikel 14 Staatssteun

Subsidies op basis van deze subsidieregeling kunnen slechts worden verleend voor niet-economische activiteiten, waardoor er geen sprake is van staatssteun.

Artikel 15 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze regeling treedt in werking op 1 maart 2019 en vervalt op 31 december 2021.

Toelichting Subsidieregeling groene bewonersinitiatieven Drenthe

Algemeen

Er is landelijk ongerustheid over de neergang van de biodiversiteit in het landelijk gebied in het algemeen en die van bijen, vlinders en andere insecten in het bijzonder. Deze subsidieregeling is een laagdrempelige maatregel om groene initiatieven vanuit de samenleving te ondersteunen door middel van de mogelijkheid om hiervoor een subsidie aan te vragen.

Door initiatieven van bewoners die een concrete bijdrage leveren aan het versterken van de biodiversiteit te ondersteunen, wordt het draagvlak vergroot voor een ecologische inrichting van de openbare ruimte. Een mooi voorbeeld hiervan is het project Bloeiend Benneveld waarbij bewoners samen met lokale agrariërs het initiatief hebben genomen om de gemeentelijke bermen ecologisch te gaan inrichten en beheren.

Artikelsgewijs

Artikel 1c

Of een gebied binnen het Natuurnetwerk Nederland valt is na te gaan op het Geoportaal van de provincie Drenthe, via https://geo.drenthe.nl/geoportaal/src/?lang=nl&topic=portaal&bgLayer=openbasiskaart.nl&layers=GBI.FO_MASK_DR_NL,GBI_NAT_NNN_2018_V

Artikel 1d

Eigenaren van openbaar gebied kunnen zijn: overheden (provincie, gemeenten, waterschappen), terreinbeherende organisaties of particulieren die hun terrein het jaar rond openstellen voor publiek openbaar gebied.

Artikel 3

Enkele voorbeelden van subsidiabele activiteiten voor biodiversiteit zijn de aanleg van bloem- en kruidenrijke vegetaties ter bevordering van het voorkomen van vlinders, (wilde) bijen en andere insecten, aanplant van karakteristieke of inheemse planten en struiken, maatregelen voor vogels en zoogdieren, bijenhotels en het aanleggen van een poel voor amfibieën.

Ook valt te denken aan het realiseren van geveltuintjes in stedelijk gebied of minituintjes aan de voet van bomen of lantaarnpalen.

Artikel 4

In het geval van een bewonersinitiatief moet het voorstel door minimaal drie personen (uit de directe) omgeving van het projectgebied, gedragen worden. Draagvlak is belangrijk voor het slagen van een project. Het is niet per se noodzakelijk om een stichting of vereniging te zijn.

Artikel 6

Wanneer de eigenaar (mede)indiener van het voorstel is, is toestemming niet aan de orde.

Artikel 9

Subsidiabel zijn alleen kosten voor biodiversiteitversterkende maatregelen, bijvoorbeeld pootgoed, aanlegkosten natuurmaatregelen, vogelhuisjes, insectenhotels etc. (infra/hekwerk/tuinmeubilair vallen hier in principe niet onder). Beheer valt niet onder de subsidiabele kosten, herstel van een landschapselement wel (bijvoorbeeld uitgraven poel, herplant houtwal etc.).

Ondertekening