Reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Drenthe

Geldend van 15-04-2003 t/m heden

Intitulé

Reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Drenthe

Inhoud

BEGRIPSBEPALING

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

a.   het fonds: het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Drenthe;

b.   de wet: de Wet milieubeheer (Wm);

c.   storten van afvalstoffen, stortplaats, gesloten stortplaats en bedrijfsgebonden stortplaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 8.47, eerste en tweede lid, van de wet, doch met uitsluiting van stortplaatsen, zoals omschreven in artikel 15.43 van de wet en van het storten op zulke stortplaatsen;

d.   nazorg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 8.49, eerste lid, van de wet;

e.   uitvoeringsorganisatie: de rechtspersoon of instantie die op grond van artikel 8.50, tweede lid, van de wet door gedeputeerde staten is belast met de zorg voor de uitvoering van de nazorg.

Artikel 2

1.   Het fonds heeft tot doel de werkzaamheden en taken te vervullen die de wet in artikel 15.47 voorschrijft of mogelijk maakt.

2.   Het fonds is gevestigd te Assen ten kantore van de provincie Drenthe.

BESTUURSORGANEN

Artikel 3

1.   Het fonds heeft een bestuur, bestaande uit een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur.

2.   Voor zover bevoegdheden in dit reglement niet zijn toegekend aan het dagelijks bestuur, wordt het fonds bestuurd door het algemeen bestuur.

3.   Het bestuur kan zich laten bijstaan door adviseurs en deskundigen.

ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 4

1.   Gedeputeerde staten vormen het algemeen bestuur van het fonds.

2.   Op de vergaderingen en besluitvorming door het algemeen bestuur is het

Reglement van orde van gedeputeerde staten van overeenkomstige toepassing tenzij in dit reglement anders is bepaald.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 1, eerste lid, van het Reglement van

orde van de vergaderingen van gedeputeerde staten vergadert het algemeen bestuur telkenmale wanneer de voorzitter dan wel een ander lid van het algemeen bestuur zulks nodig acht en ten minste tweemaal per jaar.

4.   Het algemeen bestuur kan bevoegdheden uit hoofde van dit reglement uitsluitend overdragen aan het dagelijks bestuur.

5.   Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur of derden machtigen tot het verrichten van (rechts)handelingen uit hoofde van dit reglement.

6.   Het algemeen bestuur wordt secretarieel ondersteund door de directeur-secretaris en bij diens afwezigheid door de plaatsvervangend directeur-secretaris.

DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 5

1.   Het dagelijks bestuur bestaat uit 2 gedeputeerden, waaronder in ieder geval de gedeputeerde voor financiën en de gedeputeerde die belast is met de nazorg. Bij hun afwezigheid kunnen zij worden vervangen door andere leden van gedeputeerde staten.

2.   Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse gang van zaken met betrekking tot het fonds.

3.   Het dagelijks bestuur kan een van de leden van het dagelijks bestuur of derden machtigen tot het verrichten van (rechts)handelingen uit hoofde van dit reglement.

4.   Het dagelijks bestuur wordt secretarieel ondersteund door de medewerker die belast is met het nazorgbeleid en bij diens afwezigheid door diens plaatsvervanger.

Artikel 5a

1.   Het dagelijks bestuur vergadert ten minste tweemaal per jaar en in de regel in het provinciehuis in Assen.

2.   Indien een van de leden van het dagelijks bestuur een extra vergadering nodig acht, roept hij deze bijeen.

3.   De vergaderingen van het dagelijks bestuur worden met gesloten deuren gehouden tenzij het dagelijks bestuur anders heeft besloten.

4.   Het dagelijks bestuur kan enkel beraadslagen en besluiten nemen indien alle leden aanwezig zijn.

5.   Het dagelijks bestuur besluit bij eenparigheid van stemmen.

6.   Van de vergaderingen van het dagelijks bestuur wordt een besluitenlijst gemaakt. Op deze lijst worden in beknopte vorm per onderwerp het voorstel en het daarbijbehorende besluit vermeld.

7.   Het dagelijks bestuur kan een van zijn leden machtigen om namens hen besluiten te nemen.

8.   Het dagelijks bestuur stelt zo nodig nadere regels omtrent beraadslaging en besluitvorming.

VERTEGENWOORDIGING

Artikel 6

Het dagelijks bestuur vertegenwoordigt het fonds in en buiten rechte.

BEGROTING EN JAARREKENING

Artikel 7

Op de begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, de jaarrekening en het jaarverslag van het fonds, voorzien van een accountantsverklaring, zijn de regels van de Algemene maatregelen van bestuur, als bedoeld in artikel 190 van de Provinciewet, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

1.   Voor de kosten als bedoeld in artikel 15.47, zevende lid, van de wet brengt het algemeen bestuur jaarlijks op de begroting de bedragen die het daarvoor nodig acht, alsmede de financiële middelen die het naar verwachting kan aanwenden.

2.   Het algemeen bestuur ziet erop toe dat de begroting in evenwicht is. Het kan hiervan afwijken indien aannemelijk is dat het evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht.

3.   Ten laste van het fonds kunnen slechts uitgaven worden gedaan tot de bedragen die hiervoor op de begroting zijn gebracht.

4.   Het begrotingsjaar van het fonds is gelijk aan het kalenderjaar, met dien verstande dat het eerste begrotingsjaar aanvangt op het moment waarop het fonds wordt opgericht.

Artikel 9

1.   Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks tijdig voor de in het tweede lid van dit artikel bedoelde vaststelling het algemeen bestuur een ontwerp aan voor de begroting van baten en lasten met toelichting voor ten minste 3 op het begrotingsjaar volgende jaren.

2.   Het algemeen bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

Artikel 10

Besluiten tot wijziging van de begroting kunnen tot uiterlijk het eind van het desbetreffende begrotingsjaar worden opgenomen.

Artikel 11

1.   Het dagelijks bestuur legt aan het algemeen bestuur over elk begrotingsjaar verantwoording af van het gevoerde financieel beheer onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag.

2.   Het voegt daarbij een verslag als bedoeld in artikel 217, tweede lid, van de

Provinciewet.

Artikel 12

1.   Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast in het jaar volgend op het begrotingsjaar.

2.   De leden van het dagelijks bestuur nemen niet deel aan de stemming over het vaststellen van de rekening.

Artikel 13

Behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden ontlast het besluit tot vaststelling van de jaarrekening de leden van het dagelijks bestuur ten aanzien van het daarin verantwoorde financiële beheer.

DE ADMINISTRATIE EN DE CONTROLE

Artikel 14

De in de artikelen 216, eerste lid, en 217, eerste lid, van de Provinciewet bedoelde verordeningen zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op het fonds.

GELDMIDDELEN

Artikel 15

1.   Het fonds wordt gevoed met de baten als bedoeld in artikel 15.47, vijfde en zesde lid, van de wet.

2.   Het bestuur draagt er zorg voor dat het vermogen van het fonds zodanig is samengesteld dat het fonds steeds aan zijn verplichtingen kan voldoen.

BELEGGINGEN EN GELDLENINGEN

Artikel 16

1.   Het algemeen bestuur kan de beschikbare gelden van het fonds beleggen, overeenkomstig de richtlijnen beleggingen Fonds nazorg gesloten stort-plaatsen provincie Drenthe die daarvoor door het algemeen bestuur zijn vastgesteld. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het doen van beleggingen overeenkomstig de regels die daarvoor door provinciale staten zijn vastgesteld in het kader van de overdracht van bevoegdheden ex artikel 152, eerste lid, van de Provinciewet aan gedeputeerde staten.

2.   Indien onvoorziene nazorgkosten opkomen en het fonds niet voldoende nazorgmiddelen ter beschikking heeft om deze kosten te dekken, kan het algemeen bestuur een vaste geldlening aangaan met een geldgever met dien verstande dat:

a.   het rentepercentage niet hoger zal zijn dan de op de kapitaalmarkt geldende rentevoet;

b.   de aflossing zal geschieden in ten hoogste 40 jaar.

3.   Het dagelijks bestuur kan besluiten tot het aangaan van rekening-courantovereenkomsten.

BESTEDINGEN

Artikel 17

1.   Uit het fonds worden de kosten bestreden als bedoeld in artikel 15.47, zevende lid, van de wet.

2.   Met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid betaalt het dagelijks bestuur de verplichtingen die door of namens gedeputeerde staten zijn aangegaan met betrekking tot de nazorg.

WIJZIGING VAN HET REGLEMENT EN ONTBINDING

Artikel 18

1.   Een besluit tot wijziging van dit reglement of tot ontbinding van het fonds kan slechts worden genomen door het algemeen bestuur.

2.   Het in het eerste lid bedoelde besluit behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten.

3.   Een besluit tot ontbinding is alleen mogelijk:

a.   indien een wijziging van de wet ontbinding toestaat of tot gevolg heeft, dan wel

b.   indien de rechten en verplichtingen van het fonds integraal worden overgenomen door een ander Fonds nazorg gesloten stortplaatsen.

SLOTBEPALING

Artikel 19

In alle gevallen, niet bij de wet of dit reglement voorzien, beslist het algemeen bestuur.