Regeling vervallen per 01-07-2012

Subsidieverordening stedelijke ontwikkeling Drenthe

Geldend van 13-10-2006 t/m 30-06-2012

Intitulé

Subsidieverordening stedelijke ontwikkeling Drenthe

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.   Programma stedelijke ontwikkeling: een door gedeputeerde staten vastgestelde provinciale agenda van de in het Collegeprogramma 2003-2007 en in de Voorjaarsnota 2005 opgenomen doelen van stedelijke ontwikkeling;

b.   provinciale agenda: het overzicht per stad waarop staat aangegeven aan welke gebiedsontwikkelingen en projecten de provincie wil bijdragen.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele prestatiesubsidie verlenen aan de besturen van de gemeenten Assen, Coevorden, Emmen, Hoogeveen en Meppel in de kosten van projecten van stedelijke ontwikkeling als die passen binnen de doelen van het Programma stedelijke ontwikkeling.

Artikel 3

In het geval een subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt gekoppeld aan een subsidieverlening op grond van een rijksregeling of een EU-programma, zijn de verplichtingen en voorwaarden bij of krachtens de rijksregeling of het EU-programma van overeenkomstige toepassing op de subsidieverlening. De Algemene subsidieverordening (ASV) Drenthe 2004 is in dat geval niet van toepassing.

Artikel 4

Voor subsidieverlening komen in aanmerking projecten die:

a.   zijn opgenomen op de provinciale agenda voor de stedelijke ontwikkeling van de desbetreffende gemeente of door gedeputeerde staten als passend binnen het

Programma stedelijke ontwikkeling zijn beoordeeld;

b.   binnen een termijn van 4 jaar na de verlening van de subsidie realiseerbaar zijn;

c.    zonder provinciale subsidie niet realiseerbaar zijn.

Artikel 5

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

DE AANVRAAG

Artikel 6

1.   In afwijking van artikel 12 van de ASV kan een aanvraag gedurende het gehele jaar worden ingediend.

2.   De aanvraag wordt ingediend volgens een door gedeputeerde staten vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 7

Bij de beoordeling van aanvragen die voldoen aan de in artikel 4 genoemde criteria houden gedeputeerde staten rekening met de volgende aspecten:

a.   de mate waarin de activiteit of het project van betekenis is voor de doelen van het Programma Stad;

b.   de mate waarin binnen het project samenwerking plaatsvindt tussen overheden, bedrijven en instellingen;

c.   de efficiënte en doelmatige uitvoering van het project;

d.   de financiële onderbouwing, met name de financiële dekking in verhouding tot de provinciale bijdrage.

SLOTBEPALING

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking in het Provinciaal blad.

TOELICHTING OP DE SUBSIDIEVERORDENING STEDELIJKE ONTWIKKELING

ALGEMEEN

De doelen voor stedelijke ontwikkeling en provinciale agenda zijn geformuleerd in de Voorjaarsnota 2005 en gepubliceerd in de brochure Stedelijke ontwikkeling van oktober 2005.

Stedelijke ontwikkeling is in eerste instantie een gemeentelijke aangelegenheid en verantwoordelijkheid, maar ook de regio heeft belang bij een krachtige centrumfunctie van de Drentse steden. Daarom wil de provincie vanuit eigen ambities en doelen een bijdrage leveren aan de stedelijke vernieuwing.

De provinciale inzet bestaat uit faciliteren door kennisuitwisseling, het stroomlijnen van procedures, het inschakelen van deskundigen, een betere interne afstemming en de (co)financiering van projecten die bijdragen aan een duurzame ontwikkeling en positionering van de Drentse steden. Voor dit laatste onderdeel, de subsidiëring van projecten, is het van belang een regeling te treffen waarin de voorwaarden voor de (co)financiering staan aangegeven. De Subsidieverordening stedelijke ontwikkeling voorziet hierin.

De bepalingen in de Algemene subsidieverordening Drenthe zijn op de subsidiëring van toepassing. Dit betekent dat verlening, bevoorschotting en vaststelling van de subsidie volgens dit juridisch kader plaatsvinden. 

Voor de cofinanciering van projecten die op grond van een rijksregeling of een EU¿programma worden gesubsidieerd wordt een uitzondering gemaakt. Zie hiervoor de toelichting op artikel 2.

ARTIKELSGEWIJS

Artikelen 1 en 2

De provincie heeft voor elke stad een provinciale agenda opgesteld. Dit is een over-zicht waarop staat aangegeven aan welke gebiedsontwikkelingen en projecten de provincie wil bijdragen, om zo de eigen ambitie en doelstellingen te realiseren. De agenda sluit aan op het POP II en de Strategische agenda voor Noord-Nederland 2007-2013. De agenda¿s hebben een aantal gemeenschappelijke aandachtsgebieden, zoals een specifieke woonopgave: het investeren in de kwantiteit en kwaliteit van het woningaanbod via inbreiding, herstructurering en differentiatie.

Artikel 3

Als er sprake is van een subsidieverlening op grond van deze verordening die gekoppeld is aan een subsidieverlening op grond van een rijksregeling of een EU-programma, bijvoorbeeld Kompas, hoeft voor deze regeling geen aparte aanvraag te worden ingediend. De aanvraag loopt alsdan via de procedure van de rijksregeling of het EU-programma.

Artikel 4 in relatie tot artikel 7

Door te investeren in samenwerking en afstemming met andere partijen wil de provincie gemeenten ondersteunen bij de ontwikkeling en uitvoering van projecten. Naast de op de provinciale agenda benoemde prioritaire projecten c.q. thema¿s voor de korte termijn kunnen aanvragen worden ingediend die niet op de agenda zijn benoemd. Zo kan worden ingespeeld op actuele ontwikkelingen.

Gelet op de provinciale ambitie is uitvoering van het project binnen de programmaperiode essentieel. Belangrijk is daarom dat start- en einddatum van het project vastliggen en dat er geen uitvoeringsbeperkingen zijn vanwege van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zoals planologische beperkingen.

Gezien de provinciale doelen, de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten en de beperkte middelen, moet de provincie selectief omgaan met haar inzet. De geformuleerde subsidiecriteria richten zich op de legitimiteit, de effectiviteit en de nood-zaak van de provinciale subsidie.

Artikel 6

Naast een aantal algemene gegevens worden inhoudelijke en beheersmatige projectgegevens gevraagd waarmee zicht wordt verkregen op de strategische doelstellingen van het project, de kosten, de financiering, de planning en de uitvoerbaarheid van het project.