Regeling vervallen per 21-08-2015

Beleidsregel innovatie van plattelandsondernemingen in Drenthe

Geldend van 01-01-2008 t/m 20-08-2015

Intitulé

Beleidsregel innovatie van plattelandsondernemingen in Drenthe

Inhoud

BELEIDSMATIGE CRITERIA

Inleiding

Het college wil de innovatiekracht van de bedrijven op het platteland versterken. Zij wil dit onder andere doen door een aantal maatregelen uit te voeren. Deze maatregelen zijn:

-     het verstrekken van een subsidie in de kosten van extern advies

-     het subsidiëren van innovatieve investeringen van kleine bedrijven

Deze beleidsregel is een uitwerking van de hoofdstukken 4.3 en 8.1 van de subsidiegids van het provinciaal Meerjarenprogramma (pMJP) Drenthe.

De bijdrageregeling is in zijn geheel van toepassing in Zuidoost-Drenthe, met uitzondering van de stedelijke kern Emmen. Het werkgebied komt overeen met het LEADER-/pMJP-gebied Zuidoost-Drenthe.

In de rest van Drenthe (met uitzondering van de stedelijke kernen van Assen, Roden Hoogeveen en Meppel) is de regeling opengesteld voor toeristische bedrijven en landbouwbedrijven waarbij de investering gericht is op verbreding.

Bedrijven die in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit de Kwaliteitsinvesteringen in de toeristische sector (KITS) kunnen geen beroep doen op de STIPO-regeling.

Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a    micro-onderneming: een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal € 2 miljoen niet overschrijdt;

b.   uitvoeringsloket: er wordt een uitvoeringsloket aangewezen. Dit loket is behulpzaam bij de opstelling en afrekening van de aanvragen in het kader van deze

regeling;

c    aanvrager: de natuurlijke persoon en/of de rechtspersoon die:

-     een commerciële onderneming in stand houdt of sticht; of

-     een landbouwbedrijf uitoefent;

d    ondernemerscoach: een of meerdere personen belast met de ondersteuning van bedrijven, onder meer bij het gebruikmaken van deze regeling;

e    innovatief project: een project waardoor bedrijfsactiviteiten met een innoverend karakter worden uitgevoerd. Het innoverende karakter komt tot uitdrukking door de introductie van een technisch nieuw proces, het produceren van een nieuw product, het aanbieden van een nieuwe vorm van dienstverlening. Onder nieuw wordt in dit verband verstaan: wezenlijk nieuw voor de onderneming;

f.    arbeidsplaats: de permanent bezette en tot volledige dagtaak omgerekende

arbeidsplaats op jaarbasis (fte¿s);

Toelichting

Van permanente bezetting is in het algemeen sprake indien de arbeidsplaats door personeel in vaste dienst of door personeel met een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor een aaneengesloten periode van ten minste 12 maanden wordt vervuld. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken indien seizoensgebonden arbeidsplaatsen aantoonbaar structureel worden opgevuld. De uren van de ondernemer tellen ook mee in de berekening van de fte¿s.

g.   duurzame bedrijfsuitrusting: bedrijfsuitrusting die geactiveerd wordt op de balans van de onderneming en die niet binnen 2 jaar wordt afgeschreven, alsmede bedrijfsuitrusting waarvan de investeringskosten, op grond van artikel 10, derde lid van de Wet op de inkomstenbelasting 2001, vrij kunnen worden afgeschreven;

h.   bed & breakfast-toeristische verblijfsaccommodatie (hierna genoemd B&B-accommodatie): accommodatie op het platteland, in karakteristieke panden, in woningen, in herbergen, in dorpscafés en in boerderijen, zowel agrarisch in bedrijf als niet in bedrijf;

i.    B&B-verstrekkend bedrijf: het tot 1 bedrijf behorende geheel van besloten ruimten, in 1 pand of verscheidene, belendende of nagenoeg belendende panden gelegen, waarin B&B-accommodatie(s) met ontbijt wordt verstrekt, voor minimaal 1 nacht;

j.    karakteristieke panden: panden gebouwd voor 1965 (voorheen benoemd als ten minste 50 jaar oud); dit betreffen panden die staan op cultuurhistorische lijsten als:

-     beschermde rijksmonumentenlijst

-     beschermde provinciale monumentenlijst (of conceptlijst)

-     beschermde gemeentelijke monumentenlijst

-     panden op voormalige provinciale rietdakenlijst

-     idem op voormalige gemeentelijke rietdakenlijst

-     beeldbepalende en/of karakteristieke panden, als zodanig benoemd in beleidsnota's als bijvoorbeeld Bestemmingsplan, Welstandsnota of Beeld-ambitieplan, Provinciaal omgevingsplan of anderszins

-     MIP-panden (monumenten inventarisatie project)

Elke aanvraag wordt getoetst aan de hand van een cultuurhistorische waardetoets.

Subsidiabele activiteiten

a, Stimuleringsbijdrageregeling incidentele externe adviezen

Een bijdrage van 50% van de voor de bijdrage in aanmerking komende kosten, met een maximum van € 3.000,--,.is verkrijgbaar voor:

¿-     externe deskundige advisering en begeleiding met betrekking tot het omzetten van (innovatieve) ideeën en initiatieven naar concrete projecten;

¿-     adviezen die betrekking hebben op structurele verbeteringen in het functioneren van bestaande bedrijven;

¿-     markt- en haalbaarheidsonderzoek.

De adviezen kunnen onder meer liggen op de volgende terreinen:

bedrijfsstrategie, organisatiestructuur, milieu, marketingbeleid, haalbaarheidsonderzoek, productievernieuwing, financieel beleid, administratieve organisatie, automatisering, kwaliteitsverbetering, voorraadbeheer, personeelsbeleid etc.

¿Reguliere dienstverlening (zoals boekhouding) komt niet voor een bijdrage in aanmerking!

b, Investeringsbijdrage

Voor een innovatief project is een bijdrage van 30% verkrijgbaar voor investeringen in duurzame bedrijfsuitrusting, al dan niet gecombineerd met investeringen in gebouwen. Minimaal voor een bijdrage in aanmerking komende kosten € 20.000,¿¿, maximaal € 150.000,¿¿ (minimale bijdrage € 6.000,¿¿, maximale bijdrage € 45.000,¿¿).

De investering moet een toename van de werkgelegenheid tot gevolg hebben en/of een positief effect hebben op de productiecapaciteit van de onderneming.

Indien het project betrekking heeft op het starten van een onderneming zal na de investering werkgelegenheid moeten ontstaat voor minimaal 1/2 arbeidsplaats in fte (minimaal 612 uur). Is er sprake van het uitbreiden van een bestaande onderneming, dan zal na de investering het aantal arbeidsplaatsen met minimaal 20% moeten zijn toegenomen of zal de productiecapaciteit met ten minste 20% moeten zijn toegenomen.

Gesubsidieerd worden:

-     de bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen; kosten van grond, gebouwen, bouwconstructies, inrichting van gebouwen en terreinen (inclusief verbetering en aanpassingen ten behoeve van het project). De kosten voor grond mogen maximaal 10% van de projectkosten bedragen;

-     de aankoop of huurkoop van nieuwe machines en bedrijfsuitrusting, inclusief computerprogrammatuur, tot ten hoogste de marktwaarde van het bedrijfsmiddel. Overige kosten voor de huurkoopovereenkomst, zoals de met de financiering gemoeide rentekosten, verzekeringskosten, overhead en bemiddelingskosten, zijn niet subsidiabel;

-     in geval van investeringen van minimaal € 10.000,¿¿ exclusief BTW zijn in uitzonderingsgevallen ook gebruikte machines en installaties subsidiabel indien kan worden aangetoond dat de aankoop heeft plaatsgevonden via een verkoopkanaal geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Dit dient naar behoren te worden gerechtvaardigd door de kostenbesparing die wordt gerealiseerd;

-     investeringen in toegang tot ICT-voorzieningen als onderdeel van het project;

-     eenmalige voorbereidings-, plan- en organisatiekosten om te komen tot een goed project, zoals architectenkosten, ingenieurbureaus, adviesondersteuning, verwerving van patentrechten en licenties, tot maximaal 15% van de projectkosten voor het project. Slechts indien goed beargumenteerd kunnen de voorbereidingskosten maximaal 25% van de totale projectkosten bedragen; het kan dan gaan om risicovolle of experimentele projecten waarbij meer kosten gemaakt moeten worden om te komen tot een goed onderbouwd projectplan.

Niet subsidiabel zijn:

-     gewone vervangingsinvesteringen

-     exploitatie- en beheerskosten

Voorwaarden

-     Aanvragen voor een investeringsbijdrage moeten onderbouwd worden met een ondernemersplan. In het ondernemingsplan moet onder andere worden aangegeven wat het effect van de innovatie is op de bedrijfsvoering.

-     Aanvrager dient over voldoende vakbekwaamheid en deskundigheid te beschikken, dan wel aan te tonen dat hij de benodigde vakbekwaamheid ontwikkeld.

-     De aanvraag dient te zijn voorzien van een offerte van de leverancier, adviseur/

adviesbureau of de aannemer die het werk gaat uitvoeren, volgens het geldende aanbestedingsbeleid.

In deze offerte moeten zijn opgenomen:

-     de aanleiding voor het project;

-     een uitsplitsing van de activiteiten;

-     de kosten van de uit te voeren onderdelen (onder andere aantal uren en uurtarief);

De offerte is voorzien van een kenmerk en een datum.

-     Subsidie wordt niet verstrekt voor kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de ontvangstbevestiging van de provincie.

-     Subsidie wordt niet verstrekt bij overname van een bedrijf, voor activiteiten in de detailhandel, voor boerencampings, voor bedrijfswagens en voor stallingplaatsen voor caravans en opslagactiviteiten.

-     Er wordt geen bijdrage verstrekt indien blijkt dat de aanvrager voor het desbetreffende project tevens gebruikmaakt van een andere vergelijkbare bedrijfsinvesteringsregeling. Bedrijven die in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit de KITS kunnen geen beroep doen op de STIPO-regeling.

-     Tevens wordt geen bijdrage verleend indien de ondernemer in het lopende en de afgelopen 3 jaar meer dan € 200.000,-- aan overheidspremies, -subsidies of

andere overheidssteun heeft ontvangen (de minimis-regel), inclusief de bijdrage in het kader van de STIPO. Aanvragen van ondernemingen in de landbouwsector worden getoetst aan de POP-maatregel fiches 114, gebruik adviesdiensten, 121, modernisering landbouwbedrijven en 123, verhoging toegevoegde waarde van land en bosbouw producten.

-     Alleen de externe kosten van het project zijn subsidiabel. Zelfwerkzaamheid wordt niet gesubsidieerd.

-     De onderneming moet aantoonbaar (door middel van bijvoorbeeld het opstellen van een ondernemingsplan) op termijn rendabel kunnen opereren.

-     De afrekening van het project wordt door de ondernemer rechtstreeks ingediend bij het DLG-Betaalorgaan en door hun definitief vastgesteld. De afrekening gaat vergezeld van een financiële specificatie, kopieën van facturen en betaalbewijzen en een overzicht van inkomsten en uitgaven.

-     Bij de afrekening van het project moet de ondernemer aantonen dat voldaan is aan de eisen zoals die gesteld zijn ten aanzien van een toename van het aantal arbeidsplaatsen of de productie capaciteit.

Nadere voorwaarden voor subsidie aan B&B accommodaties

-     Alleen voor de realisering van B&B-accommodaties in cultuurhistorisch waardevolle panden wordt een bijdrage beschikbaar gesteld.

-     De aanvraag moet voorzien zijn van een advies van het Drents Plateau over de verbouwplannen, waarbij wordt gekeken in hoeverre het een karakteristiek pand betreft, de mate waarin de verbouw die versterkt, de planologische inpassing en de mate van redelijkheid van de verbouwkosten en de authenticiteit.

-     De B&B-verstrekker dient per kamer het aantal gasten en de duur van het verblijf bij te houden. De B&B-verstrekker is verplicht jaarlijks een opgave van het aantal overnachtingen aan het uitvoeringsloket te verstrekken.

-     Indien minder dan 40 nachten per kamer (gemiddeld) verhuurd zijn geweest, dient de B&B-verstrekker aan te geven op welke wijze hij/zij het aantal overnachtingen denkt te kunnen verhogen. Dit plan dient vervolgens uitgevoerd te worden. Indien 2 jaar achter elkaar gemiddeld minder dan 40 nachten per kamer worden verhuurd, zal het DLG-Betaalorgaan de volledige subsidie teruggevorderen, tenzij door de B&B-verstrekker kan worden aangetoond dat voldoende inspanningen zijn geleverd om tot een voldoende bezetting te komen. Dit ter beoordeling van het uitvoeringsloket.

Indiening en beoordelingscriteria

-     Aanvragen voor subsidie worden ingediend bij het uitvoeringsloket. Daarbij wordt gebruikgemaakt van een daartoe bestemd aanvraagformulier, dat bij het loket verkrijgbaar is.

-     Het uitvoeringsloket stuurt de aanvrager een bericht van ontvangst, waarin de datum van de ontvangst wordt vermeld.

-     Bij onvolledigheid van de stukken wordt dit de aanvrager gemeld. Pas na volledig completeren van de stukken wordt de aanvraag als ingediend beschouwd en in behandeling genomen.

-     Het uitvoeringsloket zorgt dat de aanvraag wordt voorzien van een advies waarbij wordt ingegaan op de volgende beoordelingscriteria.

-     De mate waarin het project bij gaat dragen aan verbetering van het bedrijfsinkomen.

-     De mate waarin het project bijdraagt aan de werkgelegenheid.

-     Het innovatieve karakter van het project.

-     Voor investeringsprojecten wordt ook gekeken naar de mate waarin het project economisch perspectief heeft, hierbij wordt gekeken naar de economische onderbouwing in het ondernemingsplan.

-     De mate waarin aan een lokale of regionale behoefte wordt voldaan.

-     De advisering over deze criteria vindt plaats door een delegatie uit de gebieds-commissie.

-     Het uitvoeringsloket geleidt de aanvraag door naar de DLG.

-     Aan de hand van de ingediende aanvraag en het advies beslist het Het DLG-Betaalorgaan, namens het college van gedeputeerde staten, of het desbetreffende project in aanmerking komt voor een bijdrage.

-¿     Bij een positief besluit zal ten behoeve van de aanvrager de bijdrage worden gereserveerd.

¿-     Een positief besluit kan slechts worden genomen zolang voor deze bijdrageregeling middelen beschikbaar zijn.

¿-     Op de aanvraag wordt binnen 13 weken beslist.

¿-     In bijzondere gevallen kan een andere beslissingstermijn worden vastgesteld. Wanneer van toepassing wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

¿-     Bij de beslissing op de aanvragen houdt de DLG de volgorde aan waarin de aanvragen compleet zijn ingediend.

Begunstigden

-     Bestaande of startende commerciële MICRO-ondernemingen.

-     Voor landbouwbedrijven waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal € 2 miljoen niet overschrijdt, waarbij de investering gericht kan zijn op verbredingsactiviteiten of op innovatie.

Maximale subsidiebijdrage

50% voor de Regeling extern advies, met een maximum van € 3.000,--.

30% voor de investeringsbijdrage, met een minimum van € 6.000,-- en een maximum van €45.000,--.

Aanvragen indienen vóór

Niet van toepassing (regeling is het hele jaar opengesteld).

EU-bepalingen/communautair toetsingskader

In aanvulling op vorenstaande voorwaarden is het volgende in het kader van deze maatregel van toepassing.

1.   Indien subsidie wordt verstrekt voor activiteiten in de primaire landbouw, wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van de POP-maatregel fiches 114, gebruik adviesdiensten, 121, modernisering landbouwbedrijven, en 123, verhoging toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten.

2.   Indien subsidie wordt verstekt voor ondernemersactiviteiten die vallen buiten de primaire landbouw, geschiedt dit met inachtneming van artikel 4 en 5 van de verordening (EG), nummer 70/2001, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote bedrijven (de minimis-steun).

3.   POP-II maatregelen. Het project moet passen binnen respectievelijk maatregel 311, 312, 313, 411, 412 of 413 van het POP-II.

Subsidieplafond

Het college van gedeputeerde staten stelt jaarlijks de subsidieplafonds vast.

Subsidieverordening inrichting landelijk gebied

De Beleidsregel stimulering innovatie van plattelandsondernemingen in Drenthe is een nadere uitwerking van de subsidiegids van het pMJP. De Subsidieverordening inrichting landelijk gebied is van toepassing.