Subsidieregeling tender ICT en zorg, onderwijs, cultuur, toerisme, arbeidsmarkt, sport, welzijn, landbouw en verkeer en vervoer 2004-2005

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.   aanvrager: individuele ondernemingen, verenigingen en samenwerkingsverbanden van minimaal twee partners, met uitzondering van intermediaire organisaties en adviesbureaus.

b.   Provinciale Beoordelingscommissie: commissie, ingesteld door gedeputeerde staten die de aanvragen beoordeelt aan de hand van de gestelde criteria en advies uitbrengt aan het college van gedeputeerde staten over de toekenning van subsidie aan de in de tender ingediende projecten.

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen aan de aanvrager in de kosten van activiteiten/projecten die strekken tot de uitvoering van het Actieprogramma ICT in Drenthe voor de thema's Zorg, Onderwijs, Cultuur, Toerisme, Arbeidsmarkt, Sport, Welzijn, Landbouw en Verkeer en Vervoer.

Artikel 3

Voor subsidieverlening, zoals bedoeld in artikel 2, komen in aanmerking:

-     vraaggerichte projecten die gericht zijn op het stimuleren van innovaties, procesvernieuwing en -verbetering, kwaliteitsverbetering in de Sectoren Zorg, Onderwijs, Cultuur, Toerisme, Arbeidsmarkt, Sport, Welzijn, Landbouw en Verkeer en Vervoer;

-     projecten die gebruikmaken van nieuwe of bestaande ICT-toepassingen;

-     projecten die een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid, economische structuur, kwaliteit, dynamiek en leefbaarheid van de provincie;

-     projecten die niet passen binnen één van de overige subsidieprogramma's van de provincie (uitgezonderd het Kompas-programma, inclusief LEADER+).

Artikel 4

1.   De subsidies worden verstrekt in twee tenders. Een aanvraag om subsidie voor de eerste tender wordt ingediend voor 10 september 2004. Voor de tweede tender moeten aanvragen worden ingediend voor 14 januari 2005.

2.   Gedeputeerde staten stellen vast welke bescheiden en gegevens bij een aanvraag om subsidie door de aanvrager moeten worden overgelegd.

3.   Over de aanvragen wordt door gedeputeerde staten een advies gevraagd van de Provinciale Beoordelingscommissie.

Artikel 5

Projecten voor de tender moeten voldoen aan de volgende subsidiecriteria.

-     Innovativiteit: de toepassingsgebieden waarop de projecten betrekking hebben zijn (ver)nieuw(end) voor Drenthe of niet eerder op deze wijze of met deze technologie uitgevoerd.

-     Additionaliteit (nieuwigheid): projecten dienen additioneel te zijn op reeds bestaande initiatieven.

-     (Deel)thema's: projecten moeten passen binnen de gedefinieerde deelthema's;

-     Collegeprogramma: projecten dienen aan te sluiten bij doelstellingen en ambities van het Collegeprogramma 2003-2007 van de provincie Drenthe. In de bijlage zijn bij de thema's deze doelstellingen en de bijdrage/relatie met het collegeprogramma opgenomen.

-     Werkgelegenheid: de projecten moeten een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid in Drenthe.

-     Aansluiting bij behoeften doelgroepen: het gaat om uitvoeringsprojecten die rechtstreeks ten goede komen aan en de behoeften vervullen van de doelgroepen.

-     Effecten: zoveel mogelijk realiseren van de beoogde effecten, zoals omschreven bij de deel-thema's.

-     Projecten moeten zoveel als mogelijk toepasbaar en/of overdraagbaar zijn op andere plaatsen/omgevingen.

-     Inbreng en betrokkenheid van Drentse bedrijven: projecten waarbij de ontwikkeling en de uitvoering plaatsvinden door Drentse bedrijven hebben de voorkeur.

-     Het project dient uitvoeringsgereed te zijn, waarbij de aan het project verbonden uitvoeringsperiode maximaal een jaar (of korter, indien mogelijk) is.

Artikel 6

1.   Als subsidiabele kosten worden aangemerkt:

-     de rechtstreeks projectgebonden investeringen;

-     ontwikkelingskosten. Interne loonkosten zijn subsidiabel op basis van kostprijs, inclusief een standaardopslag van 20% voor de kosten van overhead;

-     organisatiekosten (projectmanagement, reis- en verblijfkosten) tot een maximum van 10% van de totale subsidiabele kosten;

-     voorbereidingskosten tot een maximum van 5% van de totale subsidiabele kosten;

-     niet-verrekenbare BTW.

2.   Kosten aangegaan voor de datum van indiening, zijn van subsidie uitgesloten.

Artikel 7

1.   De minimale eigen bijdrage van de projectaanvrager is 25% van de subsidiabele kosten.

2.   De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 75.000,--.

Artikel 8

Het totale budget voor de programmatender bedraagt € 1.250.000,--.

Artikel 9

1.   Indien het beschikbare budget wordt overvraagd, worden de projecten onderling vergeleken. Voorrang wordt gegeven aan projectvoorstellen die hoger scoren op volgorde van de volgende prioriteitstelling.

-     Score op subsidiecriteria: de mate waarin de projecten scoren op de, in deze subsidieregeling opgenomen, criteria.

-     Value for money: de mate waarin de projecten een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid in Drenthe gemeten in euro's per gecreëerde arbeidsplaats.

-     De marktgerichtheid: die tot uitdrukking komt in de betrokkenheid bij het project van een aanmerkelijk aantal marktpartijen, alsmede uitgelokte particuliere investeringen.

2.   De Provinciale Beoordelingscommissie zal gedeputeerde staten adviseren over de prioriteitstelling van de projectvoorstellen.

Artikel 10

In bijzondere gevallen kunnen gedeputeerde staten afwijken van deze regeling.

Artikel 11

Deze regeling treedt met ingang van 6 weken na de dag waarop zij is bekendgemaakt in werking en werkt terug tot 9 juni 2004.