Regeling vervallen per 01-01-2006

Subsidieregeling activiteiten op het gebied van kunst en cultuur

Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2005

Intitulé

Subsidieregeling activiteiten op het gebied van kunst en cultuur

3.6.B.4.       SUBSIDIEREGELING ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN KUNST EN CULTUUR

Inhoud

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   activiteiten op het gebied van kunst en cultuur: activiteiten op het gebied van de professionele kunsten, de amateurkunst, het Drentstalig toneel, letteren en geschiedenis, alsmede semi-professionele producties;

b.   activiteiten op het gebied van de professionele kunsten: activiteiten die worden verzorgd door beroepskunstenaars of beroepsgroepen op het gebied van muziek, theater, letteren en audiovisuele kunst of artistieke mengvormen daarvan;

c.   activiteiten op het gebied van de amateurkunst: culturele activiteiten voor of door amateurs, te onderscheiden in eenmalige steunfunctieactiviteiten, uitvoerende activiteiten van provinciaal belang en plaatselijke activiteiten met een voortrekkersfunctie;

d.   semi-professionele producties: producties door amateurs die qua niveau het peil van beroepskunstenaars benaderen of producties waarbij beroepskunstenaars en amateurs samenwerken en waarvan de kwaliteit zodanig is dat het in de rede ligt een vergelijking te maken met professionele producties;

e.   Drentstalig toneel: het schrijven, vertalen of het voor de eerste keer opvoeren van Drentstalige toneelstukken;

f.    activiteiten op het gebied van de letteren en de geschiedenis: activiteiten voor of door schrijvers en amateurhistorici;

g.   professioneel: de vakmatige bekwaamheid blijkend uit een beroepsopleiding of werkwijze en een zekere erkenning in de kunstwereld;

h.   steunfunctieactiviteiten: cursussen en studiebijeenkomsten die zijn gericht op de verbetering van de kwaliteit van het kader;

i.    provinciaal belang: de activiteit is van belang voor ten minste 3 Drentse gemeenten;

j.    voortrekkersfunctie: unieke activiteiten die stimulerend kunnen werken voor amateurkunstbeoefenaars;

k.   vernieuwend: als er sprake is van een artistiek-inhoudelijke ontwikkeling, nieuwe artistieke opvattingen of activiteiten die een aanvulling vormen op het bestaande aanbod van kunst en cultuur in de provincie Drenthe;

l.    kwaliteit: de artistiek-inhoudelijke of organisatorische waarde;

m.  subsidiabele kosten: reële kosten die direct verband houden met de te subsidiëren activiteit;

n.   tekort: de subsidiabele lasten minus entreegelden, deelnemersbijdragen en andere direct aan de activiteit verbonden inkomsten.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten op het gebied van kunst en cultuur.

Artikel 3

1.   Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking activiteiten:

a.   die van voldoende kwaliteit zijn;

b.   die vernieuwend zijn;

c.   die van provinciaal belang zijn;

d.   waarvoor een redelijke entreeprijs c.q. eigen bijdrage wordt geheven;

e.   die in Drenthe plaatsvinden.

2.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een subsidie worden verleend voor activiteiten die zich afspelen buiten Drenthe.

Artikel 4

Onverminderd het bepaalde in artikel 3 komen voor Drentstalig toneel slechts die activiteiten voor subsidieverlening in aanmerking die daarnaast overwegend Drentstalig zijn en geschikt om op te voeren door amateurs.

Artikel 5

In afwijking van het gestelde in artikel 3, eerste lid, onder c, kan voor activiteiten op het gebied van de amateurkunst subsidie worden verleend aan plaatselijke activiteiten die een voortrekkersfunctie vervullen.

Artikel 6

1.   De subsidie bedraagt ten hoogste:

a.   voor activiteiten op het gebied van de professionele kunsten € 6.900,--;

b.   voor activiteiten op het gebied van de amateurkunst:

-     voor eenmalige steunfunctieactiviteiten € 2.300,--;

-     voor uitvoerende activiteiten van provinciaal belang, 50% van de subsidiabele kosten, doch niet meer dan het tekort en met een maximum van € 2.300,--;

-     voor plaatselijke activiteiten met een voortrekkersfunctie, 50% van het tekort met een maximum van € 2.300,--;

c.   voor semi-professionele producties € 6.900,--;

d.   voor Drentstalig toneel € 2.300,--;

e.   voor activiteiten op het gebied van de letteren en de geschiedenis € 2.300,¿¿.

2.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

DE AANVRAAG

Artikel 7

Onverminderd het bepaalde in artikel 30 van de Algemene subsidieverordening Drenthe gaat een aanvraag om subsidie vergezeld van informatie, die in ieder geval omvat aanvullende gegevens waarom de activiteit of productie interessant en voor de provincie Drenthe van belang is.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 8

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

2.   Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling activiteiten op het gebied van kunst en cultuur.