Subsidieregeling activiteiten minderheden

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.   vernieuwend karakter: qua inhoud en/of vorm nieuw ten opzichte van reguliere activiteiten;

b.   provinciaal niveau: de activiteiten omvatten ten aanzien van deelname en/of bereik meerdere Drentse gemeenten;

c.   voortrekkersfunctie: er is sprake van een aantoonbare en duidelijke aanvulling op of vernieuwing van bestaande activiteiten in de provincie Drenthe, die naar verwachting een voorbeeldfunctie heeft en tot navolging kan leiden;

d.   steunfunctieactiviteiten: activiteiten gericht op dienstverlening aan plaatselijke uitvoerende activiteiten;

e.   provinciale beleidsstukken: Beleidsnota minderheden II, zoals laatstelijk vastgesteld.

Artikel 2

Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een incidentele subsidie verlenen aan Drentse en in Drenthe werkzame instellingen en organisaties in de kosten van activiteiten gericht op integratie van minderheden in de samenleving of op het bestrijden van discriminatie van minderheden.

Artikel 3

Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking activiteiten die voldoen aan de volgende criteria:

a.   de activiteiten zijn in thema, doelstelling en opzet duidelijk gericht op een of meer van de volgende doelstellingen:

-     het nastreven van structurele veranderingen, waardoor belemmeringen en achterstanden met betrekking tot de integratie van minderheden worden opgeheven;

-     het toenemen van de bewustwording van Drentse autochtone inwoners voor de minderhedenproblematiek;

-     het bestrijden van discriminatie van minderheden;

-     een bijdrage leveren aan de verwezenlijking of ontwikkeling van overige doelstellingen van minderhedenbeleid, zoals neergelegd in provinciale beleidsstukken;

b.   de activiteiten hebben een vernieuwend karakter;

c.   de activiteiten hebben betrekking op een of meer van de volgende categorieën:

-     uitvoerende activiteiten op provinciaal niveau;

-     plaatselijk uitvoerend werk met een voortrekkersfunctie;

-     steunfunctieactiviteiten.

Artikel 4

1.   De subsidie bedraagt ten hoogste € 2.300,--.

2.   In naar het oordeel van gedeputeerde staten bijzondere gevallen kan een hogere subsidie worden verleend.

Artikel 5

Voorzover de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, betrekking hebben op vrijwilligerswerk, worden de door gedeputeerde staten vastgestelde geharmoniseerde normen voor vergoeding van kosten vrijwilligerswerk gehanteerd. In overige gevallen worden deze normen zoveel mogelijk naar analogie toegepast.

Artikel 6

1.   Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

2.   Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling minderheden.